. . . - i .
J
3 0 D ' A M B O I N S C H E
hch ander
5 Hio^t.
Jhorien
gefielt.
Al^emeene
Js Zfit.
zaSm va.
maaiid.
ß i m s . ^'iofcorAib.-L.ca^. i. fielt geenefoRrtendaarvan, enfpreekt maarin'ta!gemeeii
van hunne kragten. In áeze Oolterfche Eilanden lieb ik, belialven de gemeene, noch
veele andere foorten gevonden, zoo dat ik niet weet tot welke ik deze voórnoémde
fíaar ver ' ^^^^^^ ^^ ^^ ^ geflagten verdeelen, en ieder zyn bezonder
f c l Z ^ H t ' . Hooftdeel geven. Ais i Echtnum vulgarem , z Echinometram àigìtatem , 3 Èchi,
nometram fetofam, 4 Echbmm fukatum, 5- Echinum^planum, aÜe i n ver f cheide min.
dere foorten onderdeeld. Doch ikvindgoedliunneaígemeenebefchryvingvooraanie
zetten, en zulks in' t korte, dewylzeindeEuropifcheBoekengenoegbekentis. Alte
^ ¿ f S c ^ of Zeeappeis dan hebben een halfronde , verwulfte , en breukzaame fchaal,
' in de gedaante van een bakoven, zommige rond en eííen, zommige langwerpig,
zommige iíige.drukt en gevoorent, andere plat. Van buiten ziet men over de fchaal
vier breede ílraaleh loopen, by het boveníle gat ais ineenC?«ír«wt'zamenkomende.
De fchaal zelfs is uit vyf deelen gemaakt, die met getande of gezaágde naaden tramen
Iluiten, gelyk hetBekkeneeiaaneenmenfciienhooft, dochordentlyker. Dezelve
is ook met duizenden kleene gaatjes doorboort, die alle in ryen flaan , als of het een'
koníHg borduurwerk was, zommige zoo kleen dat menze efíen doorzien kan. Nocli
is de buítenfteíchaalmetonteibareengrooteenkleenewratjesbczet, waar van de grootfíe
ordentelyk in de vooruoemde breecje flraalen fiaan, en op ieder van de wratjes fiaat
een voetje , 'c welk .in zommige een fíompen doorn , in anderen een vinger gelykt,
met teére vliesjes op de voornoemde wratjes vaft, en daarenboven meteendunne
zenuwedoor het gaatjevande wrat, aanhet binnenüevleeíchvaft, enderhalvenalies
beweeglyk, waar tnede deze diertjes hunnen gang maaken, nietrollende, gelykzoni'
mige voorgeeven, maar rege voortgaandc, het zy dan, datze door de Zeebaarcn omgeworpen
worden, wannee£_^.Í£ met d^JangUe vo.eteti.. die OB den rngge flaan, Weder
omkeercn.7CTnnTrùnnen regten ftand helpen. Die ver-keerde dicr heéft zynen mond naar
//«/i zj» den grond, en't gat naar den hemel gekeert, doch degeftalte zyneslichaamsvereifcht
^derop'di ^ull^s ; want om dat het een vlakke bol i s , en zyn vocdzel op den grond moet zoe-.
g^end, ^ ^ noodzakelyk den mond ondar ftacin , en het gat of d'uitgang der uitwerpu^/
ffvS xelen hier tegen over. De mond is een rond gat , benedv n in de fchaal ; daar inftaan
o^äerug. standen tegens malkander , eenen kegel formeeren.'e , van een byzonder fatzoen ,
met de fpitze nederwaarts gekeert, en boven plat. !e>'ertandisvantweege{lreepte,
en broíTe beentjesgemaakt,loirelyk tegens malkander gevocgi , van binnen hol met een
doorgaand beentje, als èen doren, 't welk buiten wat uitlleekt; zoo dat deze jfpitzen
eigentlyk de tanden zyn, die de fpitze des kegels formeeren, en agter ziet men
noch eenige kromme beentjes,alwaardezenkrop {ingluvies) in 5- ma g enz i g verdeelt,
PiauiXlli f^g^i^s de fchaal aanleggen, en anders niets inhouden dan een bruinvuil water met
ietterA. 'zand gemengt» en boven weer t' zaamen fiooren by den uitgangj deze tanden hangen
loíTelyk', en met dünne en weeke velletjes aan malkander, en als men den geheelen
klomp van de velletjes uicneemt, die zuivert en opdroogt, gelykt zezeer welecn
Keizers Kroon, doch men moet ze met een draadje bewindcn, op dat ze niet van
malkander valle. TüíTchen de voornoemde f maagen, vind men noch vyf langwerpige
klompjes, van een geele of witagtige drooge fubilantie, ook tegens de fchaal
aanleggende, die men de Eyeren noemt, en zeer wel met vifchkuit overeen komen,
gelyk ze ook in zommige foorten eetbaar zyn. Aan dcnrand van den mond ziet men
noch j oorenaan de fchaal vaíl:, daar de banden doorloopen, die de krop met de vyf
buiken t' zamen voegen.
HunnehgA De algemeenc naamen zyn : Echimis Mcrinus. Belg. Zeeappel. Amboins-^í-raa^-^i»
H i t o e ^ « 4 y , o'p'LvhM Se^alakkfi, op Leyúmoí Vlen huaa, of Kleenpotje; maar
taaien, Jnay hiet de keel van een Böbber, daar de vifichen infchieten, daar een omgekeerden
Zeeappel ook wat naar gelykt. MamhceU efl Ecbinus efculentus.
Om nu tot de gemeene ioort te komen,di e wy in dit Hooftdeel befchryven, hier van
bevinden wy de volgende onderfoorten.
f . Ech\<
7.1
xm.
Ül