2 6 8 D' A M B O l N S C H E
äan't geenhy even te voren gezegt had, pryft hy dit t'zamenmengzel hemelhoog.
u i t i n z i g t , zegt hy, van den Amber, dieeetieuitmuntendedrogeryis, enwaarvan
hy zieh, gelykhy verZekert, menigmaal, 200 Voor de vrouwen , alshoogbejaarde
perfoonen, bsdientheefc.
D' Amber word hoog geacht by de ryke en. vermögende Indiaanen, die dien dik^
wyls inplaats vangeneesmiddelen gebruiken, en ookinhunnegewoonefpyzedoeni
De prys van den amber u'ord hooger, of laager naar dar de Ilukken groot of klein
zyn; want hoe de brokken grooter zyn, hoe d'amber dierder is, van geiyken als
d' edele geÜeenren, waar van de grootte 't onderfchcid van den prys maakc.
il'Jii^r ^^^^^^ Seen plaars, daar d*amber meer geacht, en hooger van prys dan ia
« C W Chinais. Wantzommige Portugeezen, die'er een weinig van in dat ryk gebragt hadden,
verkochtenhetkatje, eengewigtvanomtreDtioonfeh, tottoyoRyksdaalders.
Nu laaten wy de Aantekeningen van ^nto/iy Coljn volgen.
Ferdinand Lopes de Caßagueda, die de hiilorie van Portugäl heeft befchreveii,
waar in hy de heldendaden der Portugeezen in *t Ool ten verhaalt, verzekcrt, dat in
de Maldivifche Eilanden zeeruitileekendenambergevondenword; mäarwegenszy.
ne voortkomll, is hy ganfch in een andergevoelenvanveeleSchryverendie er over
gefchrevenhebben. DezeMaldivifcheEüanden, zegthy, brengenveelewelriekende
kruiden voort, diedoorzekeregroote vogeienwordengegeeten j byd* Eilanders
nacangrifpa/cfuigQn^^mt. Deze vogels, die in groote menigteinde rotzen längs de Zee
worden gevonden, kakken Amber, van driederleiflach: D'een, diewitis, blyft
vall aan de rotzen zitien, zoo dra zy dien uitwerpen; deze amber word voor de
belle gehouden> end'lnwoonders van d'Eilanden noemen hem Sonambar, dat is,
gouden amber; deze is veel dierder dan de iwee ander foorten, omdathy weinig
gevonden wordt. De andere twee amberfoorten zyn van een zwartachtig
e akhgrauverwe, en van kieinder prys. Deze Schryver voegt'er by, dat deze
amberilukken, door't gewek der ilormwinden afgerukt} ehinzee gefmeten zynde,
naderhant by verloop van tyd op llrand worden gefmeten 5 en dat deze foort van
ambar/'O^w^iT, datis, dieganfchvan't zeewaierisdoortrokkken, geheeten word.
De derde amberfoort, die zwartachtigis, ^ordi Hanfaml/ery alsofmen Vifchamber
zeide, genaamt; en deze Amber isdusdaniggeworden, doordienhyingeßokt, en
daar na weer uitgefpogen is, door de Wa\- of andere Viflchen, diehemniet können
verdouwen; deze is de flechtile van al le, vermids hy alle zyne krachten verloren heeft.
Naukenrige Liefhebbers van dezen tyd, die in den handel zyn, en in vreemde
Landen gereiß hebben, beveßigen, dat d'Amber niet anders dan een zekere overtolligheit
is, die met den tyd in de mage van eenen rechten Walvifchtoeneemt. Men
moet weeten, dat de rechte WalviiTchen geen tanden hebben, en gelyk ze om die reden
de vürchen geheel inflokken, en nochligterdieweekvanvifchzyn, groeitdaar
nootzakelyk eene flycö-en lymachtige ftofFe van, die by verloop van tyd, de mage
dezer WalviiTchen overlaft, zoo dat ze genootzaakt zyn, of alle jaaren, ofopzeke^
re tydenhaaruittebraaken. Deze ftofFe, zoolang in demaaggehoudenenbewaart
en naderhant ui tgeworpen, i^s'c geen men eigentlyk Amber h e e t , enop't water dryft.
Verder moet de befte Amber afchgraverwig zyn, enwanneermen dienopeengloeij
e n d m e s l e g t , fmelt hyais oiy, engeeft eene aangenaamegeur van zieh.
Die meer Over den Amber wil weeten, behoeveflechtsteleezen't geen'er Julius
Scaliger in't Latyn van heeft gefchreven in zyn boek van de Scherpzinnigheden tegen
Cardanus i de 104 verhandeling, de 1 o verdeeling, daar by*er breed Over uitweidt
»
Men kan niet twyfelen, dat 'er niet eenengrooten overvloet van amber längs de kuß
van Ethiopien word gevonden, gemerkt men dien heelligtelyk, de ganfcheftrand-
Over, ontdekt. Zulks word ook met hetgezaghvan A.
vicsnna gewaagt 'er 00k in zyn Laiynich werk van, maar breederin't geen hy in
't Ära--
R A R I T E Y T - K A M E R ; 111. Boek. 269
't Arabifch heeft gefchreven. Wy willen hier de plaats inlaiTen, door een hedendaags
Schryver vertaalt.
„ T e n a a n z i e n datzommige zeggen, dat d'Amber Zeefchuim, ofde Drek vanze."
„ ker gedierte is, zulks is ganfch ongerymt. My aangaande, ik heb van een geloof-
>,waardigmanhooren verhaalen, dat hyin zynejeugt ter zee gevaren hebbende, in
„ een zekergewef t was gekomen,dataanzeelag, door die van 'tland Bachachgth-ttltTi^
„ en dat hy, met zommige andere op ftraud gekomen zynde, daar verfcheide flukken of
„ brokken amber,van verfcheide koleuren, gev onden had:Dat die van dezen amber kon
,»vinden, dien voor zieh behielt, en dat hy den Inwoonderen gevraagt hebbende ,
j, waar z e van daan quam, zy hem niet anders hadden weeten te antwoorden, dandat
„men gemeenlyk zag, dat hy 'er au en dan by tuiTchen pozinge van tyd viel.
Men brengt te Sevilje, een van de vermaardfle koopßeden, niet alleen van Grenada,
maarookuitganfchSpanjezekereolye te merkt, die uit Amerika komt. Dez
e olye is roodacht ig, en men Ichryft haar eene wonderlyke kracht tegens degebreken
derlyfmoedertoe: Zy wordoly van geheeten, en heeftbykans de zelve
reuk als de Styraks.
Deze olye word uit eeti zeker vocht getrokken, dat uit een boom vloeit, Ocoßlt
geheeten, gelyk de Schryver van de Mexikaanfche hifrcrie, in deze woorden, verhaalt;
Onder de boomen die Mexica voortbrengt, is. ""er een Ocofolt genaamt ^ die heel
groot en fchoon is, hebbende h laden als Veily of Eiloof ; '/ Vocht van dezen boom , 'i geen
d'Inländers Liquidambar heeten, is heelgoet voor allerlei wende». Met de fchoriTe van
den boom, waar uit het vloeit, gemengt, na die tot ftof is gemaakt, komt 'er een
zeer l ieflyken krachtfg reukmengzel uit.
Na deze opmerkingen en aantekeningen laat ons nu ook eens het gevoelen van de
HeereNihlaasMonardi Geneesheervan Sevilje, overweegen. Hy begint zyne waarnemingen
van F lor ida, een Landfchap van Nieuw Spanje, waar van daan wy hedendaags
den grauwen Amber krygen, dien men opgeworpen vind längs de zeeflrand *
yan Kanavazalaf, tot deKaap van St. Helena : ditzegt hy'er van.
Men vind verfcheide meeningen nopende den oorfprong van den grauwen Amber; d'Amier
Maar het is zeker, dat hy een foort van leem is, die uit de fpringen in het diepüe 'uem.
der zee vloeit, en die, na dat hy in de lucht is gekomen, hard word, gelykveele
andere dingen, die week en zagt in 't water van de zee zyn, maar daar uitgehaalt*
hard worden, als't koraal, end^^geelen Amber.
OnderdeGriekenvindmen alleenJ'/OTö/; Li-iÄi, en Etiusy die'ergewagvan maaken,
waar van d'eerftebevef l igt dat d'Amber^ gelyk het l e em, uit de brönnenvoortkomt,
en dat die door de de vi f lthen word ingezwolgen deilechtfle is.
Dit gevolen fmyt de meeninge van hen om ver, die ßelleti dat d'amber de hom» ¿-^^¡.¡^
o f t zaad van den Walvifch i s , om dat hy zomwylen in de maage der WalviiTchen
word gevonden, die d i en, voor hun eigen voedzelhoudende, inilokken. iVaU
Is eene waarachtige zaak, dat 'er ten mynen tyde een W alvifch omtrent de KanarifcheEilanden,
deGelukkige geheeten, gevangen wierd, inwreus ingewanden
hondert ponden amber wierd gevonden. Naderhant doodde men eene gcoote menigte
WalviiTchen met hunne jongen, maar men vond 'er ganfch geen amber in.
Die van Florida komen , zeggen , dat in die zee veele WalviiTchen zyn, maar
dat, alhoewel 'er veele met hunne jongen zyn gevangen en gedoodt, men in geen
van beiden amber heeft gevonden; D'Amerikanen weeten deze kleine Walvxfchjes
meteene wonderlyke behendigheittevangen opde volgendewyze.
Een dezer Amerikanen neemt een langfterk tou, waar in hy eea ftrikknooplegt, Dew-^xe
verder gaat hy in een bootje voor den Walvifch Jeggen op den ftreek, dien hy mei ÌTkaf.T'
zynejpngenhoudt, by welk een hy gekomen zynde, fpringt hy'er op, en fmyt hem^^^'
deuCtrikknooppmdenfmoel. Zoo dra'tWalvifchje dien gevoelt,' duikthy met
Amerikaan naar den grondi die hem met beide arme» om den hal« vafthoud.
L I 3
Nu
hebvangtn.
Ii i.