1 f
'II
RARITEIT-KÄMER. I Boele. ' p
XLIV. HOOFTDEEL.
Vermiculi Marini, Wayvo.
It zyn kleene Wormfjes of veel meer Schcpzels van Wormtjes, fclmrs een rm««/»
voet lang , in de dikte , zommige als zeilgaarn, doch de mccite als ge-^""'
tweernde zyde, in klompjes door malkander vermengt, daar in men
d'eene grooter» dikker en langer ziet dan de andere , 'c welk men voor dCemgcßrenr
Moeder houd. De Coleur is veelderlci. De meeiie zyn donker groen, doch daar on-^^''^*
der fpeeit vuilwic of gecl, rood , bruyn en een weinig blauw. Haare regte
kan men qualyk bekennen, cm datrze als een verwarde ilreng gaarn door malkander^^^^^
hangen, en llraks in Ilukkenbreeken, als men dezelve aanraakt; daarom menze
by de keerfze befchouwen moet als zy uit het water kamen; maar als men ze in zoutwater
iaat itaan tot 's anderen daags, en een vergrootglas gebruikt , zoo kan men
volgende gedaante daar aan bemerken; in ieder klomp, alsgezegt, isd'een war groo'-^J;"''^'"'
ter dan d'andere, 't welk men de Moeder noemc, heeft de dikte van het groftte zeilgaven,
en zomtyds als een dünne fchacht, bleekgeel of witagtig, hethooftjeevenbui.
t e n ' t water fteekende, daaraan men niets dan tweehoorentjes bekennen kan, gelykde
Siekken hebben, en aan ieder zyde vier duidelyke voetjes, gelyk rupzen. De andere zyn
zeer fyn als haairtjes, en oncelbaar, die zy uic-en intrekken. De kinderen hangen rondom^^^'^.
deze Moeder, in de dikte van fyn zeilgarcn of getweernde zyde, en groenagtig,zomniige
een hand, zommige ander halve voeten lang; zy zyn dwers over 'c Lyf geribt, .
als of ze uit veele leden beitonden , doch zyn zoo teer , dat ze ilraks in ftukken
breeken, als men ze handelt of opligt, en in de gekooktenkanmendeleäenbeter be-Äw^.
kennen. Als men ze 's avonts verfch uit het water gehaalc befchouwt, kähmeh klaarlyk
tekenen van leven daar aan befpeuren, doch men kan ze niet tot "den dag toe
levendig behouden , al laat men ze ongemoeit in 't' zout water itaan; tekenen van 't
gezigt, gehoor, en renk, kan men ook daar aan bemerken, want hec fchynt door 't
gezigt te gefchieden, cm dat ze naar eene brandende toortze of licht toefchieten, cn
als de Maan opkomt, zoo verbergen ze zig wederom. Hec gehoor moet men haar
toefchryven, om dat ze verjaagt worden als men een groot geraas maakt, en van den
reuk moet het komen, dat ze zoo greetig naar debevrugte Vrouwen, en Beenendaar
aan Uiceratien zyn, toe zwemmen. Dit gewormte ziet men 't geheele Jaar door niet,-t»
maar alleenlyk denx, 3 en4'len avond na de volle Maan, dewelke voorvalc als de Zon w vind.
in de ViiTchenis, inFebruarius,enMaart,alsdanmoetmcn ze ilraks na Zonnen ondcrgang
zoeken met aangeitokene Toortzen , op zoodanige ilranden , daar groote klip-E?i waar
pen in-zee ftaan, die vol fcheuren zyn, egter niet fcherp of ibeckelig , maar
want omtrent deze klippen ziet men zulke wormtjes krielen , op 't wacer dryven,
en naar hen toe körnende, die eene brandende toortze in de prauw hebben , daar
men ze dan met uitgefpanne doeken of fyne zeeven onderfchept, en uit het water
neemt. De eerile twee nagten vind men ze omtrent de klippen , maar daar na wat
verder daar afin Zee dryven. De Inländers willen hebben dat men by deze vangftilil ä«-
moet zyn, geen geraas > nog met fcheppen nog met praaten , maaken , maar laateri^w^.
de prauw zoctjes voortdryven. In de volgende volle Maan zyn deze wormtjes al grooter
geworden, omtrent een flroohalm dik, ganfch gelyk de jongeDuizcndbeenen, van
groen, bruin en wit gemengt, en derhalven wat afzienlyk , 'c welk ook een byzondere
Naam hecft, en voor het xQgitWavio nietgehoudenword. Nadenvyfdenavond,
op de voornocmde volle Maan volgende, verliezen ze zig, en men kan zehet geheele
Jaar door niet meer zien., behalven, als gczegt is, in de volgende volle Maan, vjz.n-vera»L
ncer ze een andere gedaante en naam hebben. De voornoemde volle Mäan dan,itaan Zr^^Ä'
G 2 '
•» I i