im
• i l I
i
lìum
fratte.
KoUuf
Se e«.
Brui'^
Kii'jrien,
^54 D' A M B O I N S C H i E
Aibfrantieen hardigheid, maarnietin zwaarte en tocfen, als ook de Metaalen, van
binnen maifief en moeijelyk om in ftukken te fiaan; de kleinfte zyn als een Piftoolk
o g e l , enallenkskensgrootertoteens iwee enj pondentoevanyferekogels; zom-
«mige zyn grauwachtig, andere doch weinig zyn ruigen ros als yferfteen, zommige
ookdonkerrood, de fcheeveen hoekige 2yn de meefte; De Xulaneezen zöeken de
rondfteuiten gebrulkenxetotBaflenenMufquet-kogeis; men heeftdaafmededoof
een plank gefchoten, zonder datde Kogelbreekl : Als menze in ftukken ilaat en öp een
fteen wryf t , reiken ze zwavelacbtig als bedorven boskruid 5 binnen is e in eenpääfige'
zwarte fubftaniie, en buitenals met een fteenehuid omgeeven, waar uit men bemerki >
dat hundeze rondigheid niet door *c rollen van 't zee-water aankomc, maar door
huneigen natuur hebben, gelyk in Europa andere foorten van Geodes: Men vind ze
alleen op ßrant maar niet in de rivieren.offe op de hevgtnBoeja mede vallen is onbekenc;
'i Gtvof want de Inländers willen niet eens daar naar toe gaan,noch alleen nog met ons volk, vreezende
it» der Inländers
daar tao
Il zetr
hiuchtig.
dat ze dood gefmeeten of geflaagen zuließ worden vanden Duivel,dewelke opdie
bergen woont , en met de voorfchreve lieenen van zieh fmyt 5 zy verhaalen daar van deze
fabel: Voor omtrent Sojaaren hebben opdie bergen verfcheidevolkryke Negorye-n
gewoont, dewelke met malkander zoo lange geoorlogt hebben, tot dat eindeiyk de Dui*
vel hun deze Kogels beCchikt heef t , en aan den voorfchreven berg zoude Aen noch
ander geweervinden; op den zelven berg hoort men op verfcheide tyden, inzohderheitinde
maand OBobety wanneerde Noorder of regen Mouffon aldaarbegint, verfcheide
flagen van Kanonen Mufquetten, die men xQmva^^o'p Fatoematta)xQon: inde
voorfchreeveScraat, Serannagenaamtf leggennoch andere klippenonder waler»
waar op eertyds de ftroom een Portugeefc fchip gezet heeft, w'aar van ze het volk
dood geflagen en 't ichip gerooft hebben,
DergelykefceeneKogelszwartenzeerblinkendeworden gevonden opden heiligere
herg B a ß p op Ba/y boven op des zelfs v lakte, daar de Tygmai of Bergmannetjes op
woonen, zynde kleine menfchen, zommige zyn w i t , zommige kakerlakken van vel cn
hair met een fpitfs bultige rüg , zoo dat ze altyd pp een zyde moeten leggen, woonende
in kleine hui fkens ,rondom met een tempelbezet } dezeftaatopeenen effenen fteenea
vloer, als van hard arduin, zoo glad dat men qualyk daar op ftaan kan, en voor des
zelfsdeurftaan 4.yferekoevoeten, zoodaanig uic de aarde gegroeit; rondomdezen
Ä r ' ^ i e e n e n vloer legt het vol van deze ronde Kogels, dewelke die van Baly naar belie
' ^ t ven mögen opraapen en tot gedachtenis mede neemen; 't welk zoo zynde blykt, dat
deze Kogels niet rond geileepen worden door \ rollen van de zee of regen, gelyk
zommige vermoeden, want zy leggen vlakenf t i l } breng hier by tot verderbewys den
akkervan ferufalent^ die vol ÜQtntCiceresis.
De ftee- In 't bochtje Langoy op Taljabo is een moerailige brakke rivier, aan welkers mond
raenopftrand vindde fteene Vingers t'eenemaal gefatfoefleert gelyk een Belemnitesy
viM'ii* oi^aByltJdaiy in'iGemmarium'vzxi BoeftiustAgQttWeni', do c h d e z e ß e e n e Vingers
^worden^ zyn meefl gebrooken, van een weekefubftamie, die haar fnyden en fchrappen laat,
donker van fubftantie, meett geelgrauw, binnen met een hart als eenhoutetak, en
Haar hof de omtrek veele ßraalen: De geheele gelyken de fpits van een itompe pyl, al-
^^ ^^^ vooren aan d ' eene zyde, längs dewelke zy haar laaten deilen als
ießiff men daar op flaat: zommige zyn geelachtig als 'Dammer Selam, zommige ros en
half doorfchyoende als donker bernfteen, die men weinig v ind, en d'Inlanders bewaaren
om een Adjimat van te maaken: Tegen malkander gewreeven rieken ze vuil
of modderachtigals iW^w^i Mangl: Van haaren oorfprongis noch nietsverhaalt; naderhandisbevonden,
datze op andereplaatfen meer dan o^Taljabö door de Zee opgefpoelt
worden, immersmeell aan d'Ooft enNoord zyde des zelven Eilands, als
op Kelang: Op dezelve plaatfen vind men noch een anderen zeldzaamen Steen
in de groottevan een fchelling, beneden vlak boven gefchikt en gefrreept als 'c Hoorn-
Beßbry
VIMÍ »3*
^ Pigum.
tiun ter»
fe Un
tPSittHa/
í.
foert^
i]tVíabilicus; zommi g e z yn bruin, dewelke dehardftezyn ; zommige grauw, enzoo
w e e k ,
R A R I T E Í T - K A M E R : lIlBoeL 255
week, dat men ze fchrappen kan, zommige zirten op een hard keilleentje: Ik heb
'er een g ehadop Kelang gevoñátn, een kleine band breed, fcheef en gedraaitals een
Carim Kauüli aan de eene zyde : Van de iteene Vingers vind men flukjes als Koraalen
in 't midden met een gat , en daar onder zommige zoo dun als een mes, die men
voor Timor fche M m u Labatte zoude aanzien, zoo z e die koleur hadden.
X X X V . H O O F T D E E L .
A m b r a Gryiea. Ambar.
Ult de verfcheide verhaalen der Auteuren van dert oor fprongen eigenfchap des
Amberszalikalleenlykdievoortbrengen. dewelke mynodigfchynen omgAmb«
myn oördeel daar uit vail teflel len.Deze fpezeryachtigéGom, iynde hedensdaagsgerekentonderdekottelykedingenderwaereld^
en in gewigt al tot
dewaardydesgoutsgelteigert, is, zooveelikweet, byalleNatienmet geenenande-.
ren naam bekent, dan Ambra, en Ambar, gelyk het ook by onze Maleijers hiet,
behalven byde Inwoondersvande Zuid-Oofter Ei landenenTmör, dewelke het onwaardiglyk,
J/'-as-?^^', datis, vifch-drek, noemen: De gemeene manier voigende
zullenwyhet verdeelenin 3 foorten, te weeten, grauwe oiAmbargrysy wi t t e , eniF.arva»
fwarte, onder malkander veel verfchillehde in fubftantie en kragten ; Van de eerfce 3/
(oortxal dit Hoof tdcel fpreeken, welke men e i g ent l yk^w^r^ en Ambra Gr y fea y naar^
haar grauwe koleur noemt. ßy zommigen wegens haare voortreflykheid en duurte,
AmèraChryJeà, dat i s , guldenAmbar: Wy v e r f t a a n daar door zoodanigen , " -
dievanbuitenbefmeertofzwartachtigis, van binnen grauw als gedroogden koedrek,
tuíTchende tanden taaien nooit verminderende, hoe lang men hem ook kauwt, ligc
van fubftantie, aan z iehzel feengoeden dochflappen reuk hebbende, en wemig naar
deZeeriekende, of eigent!yknaar^'«^»/> Oäsratus-, dochinleen warm iop gelmolten,
veelkragtigervaareuk: o p e e n g loei jend blikvan yfer, of. zoo andere willen,
van goutgelegt, geheelenal verfmeltende . zonder rook, maar op koolen geefchy
een recht opgaanden rook van z ieh, doch weinig en met een dünnen ftraal.
D' oorfprongdes Arabars word v e r l c h e i d e n t l y k opgegeeven, naar de verfcheide^^^^^Joordeelen
der Auteuren: De o u d f t e e n b y d e z e I n l ä n d e r s fehler over al aangenome meening
is, dat het zynen oorfprong heeft uit den Walvifch, doch met van alle, maar f^if ^ a -
vaneenbyzonderefoort, dewelked'Aräbiers^«Wnoemen: Onder anderen moetik^^l.
hieraanhaalendekluchcigegefchidenisvan den oorfprong des Ambars ml Ferdmandus o^d.l
Lopes de Cafi4gnetay diein 'tvierde boekvan 't bedryf der Portugeezen m Ooft-ln.
d n c a p . „-.fchryft. dat de uitgelefeüfte va!t in de Maldivifche M and en , daar^^n!''
zieh veele groote vogeis ophouden, Anacangrifpasqui genaamt , de w e lke veelderhan.
de fpezeryachiigekruiden afweidende , hunnen drekuitwerpenopde khppendieaan
zeeftaan, 't w d k dan goede en oprechte Ambar is, Pona Ambar, dat is-,
gülden Ambar genaamt, hoeweihy wi t is, echter de duurfte van allen, omdathy wei-^w-^«;
nigenmetmoeitegevondenword: Dezedrek,metgrootekorftenaandeklippenhan.
gende, wordmettertyddoorregenenwindafgeilagen, enmetgroote ftukkeninzee
vallende, dryftdaar inheen en weér , tot dat hy opgefpaelt en aanfttand mtgeworpen
word, zynde grauw van koleur, en hiet Coambar, dat is, Water-Ambar, om
dac hy lang in 't water gerolc en veel van zyne deugd verlooreñ heef t , welk dan
tweedefoorteis: Dederdeen flechtfteis dezwarte, ^zmzviit Mani-Ambar y bor. Ma-
Vifch-Ambar , om dat hy van Walviílchen en andere groote ViíTchen opgeüokt en in
derzelver maagonverdauwlykzyode-, wedecuitgcfpogen-is* en daarona fcliiet ài zyn
r i :