» i o D ' A M B O I N S C H E
rmn.mmi
K l- ^
ttmw he-
Hunne naam is Boluthuria Unica fpecie & EpUromides Marina. Belg, Befaaiities
^'«¿w»/ Hurun; Sí Amboniu Latinam callerent lingiiam, cnderem ab urendi facuítaaien.
tale, eís Hoimn dediffe.
hSchaade., ^^^ ongcdierte moet mcn doorgaans fchuwen om aan te raaken , die zyn lian
/jimzee. den nict wil verbrand hebben , 200 dat ik niets fchadelyker in de Zee weet
het welk zulk een fellcn brand veroorzaakt ; Evenwel, dat te verwoiideren is
zyn zommmige Inlanders zoo ílout, dat ze deze fnode quallen in de koft dur
E» w ^^^ gebruiken , jaa maaken daar een Lekkerny van, dezelve ílechts in zout wa
i f X ^f' oP'^O'^kende in een Bamboesje met Sajor Songa , Ritzjes een Lcmoen-zap
reid. daar by doende ; wanc zy zeggen , dat door 'c kooken het alie fchadelykhek
benomen word, daar ze noclitans de voorgaande Zeelongen niet durven nuttigen'
maar laaten die aan de Chineefen. De uitgeworpene op denñrand branden zoo zee
niet.
A ' " . XVT.
Ürtka
Marina.
kenbyds
U
'Botta Marina.
HaarseßaJu.
Koege.
plukt
X L I I I . H O O F T D E E L -
Vrtíca Marina.: Culai Laut*
Rtica Marina, hceft meeft dezelfde gedaante gelyk in de Middellandfcheze:
de ?oXto Marina , aldus by de Italianen genaamt. Zygelykt eenuitgebreic
Bloem omtrent een voet wyd, met gekerfde engerimpeldebiaderenopd
grond uitgebreid , groenachti^ vankolsiij^i-nict-watrood-eowit gemengi
veefchachtig van Subitande, daar binnen flaan noch andere kleendre bladeren, in ma!
kander gekrult als of ze een kop wilden maaken, van onderenheeftze eenbreedihi
v l e e f c h , roodachtig, 't welk haar wortel is , waar meede ze in 't zand vail hangi
o f aan de iteenen, die onder in 't zand leggen, als men den middelilen kop aanvat
o f dien aanraakt, Iluit ze zieh cTaamen > z y brand mede een weinig in de band, doc:
heeft niet te beduiden, en gaat Hchtelyk weer over, want men moet ze by dezen ko;
'u^aarge- vattcn als menze uit trekken wil; zy vallen op zoodanige ilranden daar hetlaagilew
Zw^f" ter noch 4 a 5 voeten diep is ; den hollen kop houd men voor haar Maag, wa
lileene vifchjes daar in körnende, befluit ze dezelve en verteerd ze.
Kanrbe- Haar naam in Latyn is Urtica Marina, Mal. Cuiat "Laut. Amb. Ulat \ eei
gcmeene naam met alle Kampernoelien , voor wiens foorte zy die Zoophitum hou
den.
Z y mögen zoo afzienlyk zyn alszy willen, echter geeven ze een goed moes,
•verfcheide
taakn.
Zpigoed
^^ ^ welk ook lekkere monden wel aanltaan foude. \1en rukt ze uit met wortel en a
reid-word. kookt zeop inzout water, giet het zelve wech en wringt ze wat uit, znyd ze dan
ítukken en ílooft ze nochmaals met een gekruide fauíTe. De Amboineefen , mz
hunne manier, kooken ze in groene Bamboeien met Sajor Songa^ laag op laag
gen de.
Meer foorten en breeder befchryving zie by Jonßon van de Bloedelooie waterdierefl
t-ib,/^. Cap. 1
X L I V ,
y