l i f e '
Hi '
• i
flet d!e
tuord lot
S'py'
bruikl.
70 D' A M B O I N S C H E
d o e t ; om dat liet uitdrukkelyker degedaante vaneenflekheeft , dandenzelveniVä«.
tilus.
De Inländers maaken daar veel vverks van, te weeten tot de koft , dezelve in heet
water lang opkookende, tot dat het fchild zichopent; het beite daaraanisdeftaert,
want het voorile vleefch is vry wat hard , en al dat groene of fwar rächt ige Ta^avcr
moet men wech fmyten, dewyl het zelve bitter enzandigis. De Koningen van ^ö^ic«
eygenen zieh dezen koii alleen toe, weshalven hunne onderdaanen deze hoorenshun
Ic°lho7- ^^^^^^ i^o^ts" brengen. De onze maaken meer werks van den hoorcn , die, zoo hy
nns di fchoon gepiekt, als een Luipard, zonder fcheuren en geheel i s , bewaart word, an-
^^^^ ^^^ roet kley en boven op met wafch, dat de fcherpigheid
nfmaaké , en legt dien ccnigc wcekcn in azyn of goorenryfl, doch
den azyn moet men a of 3 maal verwiiTelen , en zoo dikwils ook fchuuren, tot dat
de binnenfte ruigehuid afgaa, en de geheele hooren paerlemocr worde; diemendan
met flerk water overftrykt, en nocheens metzeepwater affpoelt. DeJapandersflaan
•^Ea^iAiiir deze paerkmoer fchaal in ftukken , enzetten dezelve aan degrooteKantoorenofKaftoe^
é. íen, om'erhetzwartelakwerk, bloemenen fíarrenuitdeformeeren, 't welk een groo-
SwL. ^^ fraaijigheit g e e f t , fchoonder koleuren vertoonende dan het oprechtepaerlemoer.
^ ^ ^ i^eene fchild, of Maans 00g. kan men in plaats varilikileencn gebruiken , ook
m-dlf verzeekeren my eenige Chirurgyjis In het zelve alle de krachten van bevonden
te hcbben, als wanneer men 't zelve in ilukken f toot , in azyn dilTolvcert, en ingeeft,
om' t geronnen bloed te fcheiden, de ftonden der Vrouwenteverwekken, en
het graveel af te zetten.
Hier toe behoort een kleine foort niet grooter dan een nagel van een vinger of
duim, van gemeene Alykruikenfatzoen, met eenen wyde ronden mond , geilooten
met een rond fteendekzeltje, 'c welk aan de kanten eenen loodverwigen kring geeit,
maar boven op wit is. De fchaal zelfs is vanbuitendoodsaardverwig, enzomtydsmet
weynige witteftippen; binnen een weynig naar paerlemoer trekkende. Zy hebben geen
groote fraaijigheit, zyn derhalven het bewaaren niet waard, maar worden van de Inländer
en veel gekookt en gegeeten, insonderheit by ^t^a^eda, om dat ze een zoet,
voar -veiU
quaaiia.
De iwce
de fiore.
tveimg
u/aardy
Doch luardiiff
van d
Jauders
gegeetenl
hoewel weynig, vleefch hebben > en daarom noemen ze zommige Bia}a^edaKitfjil.
De dekzels van de Reuzen-ooren leggen de Inländers in water , daar ze hunne jonge
kinderen uit waiTchen, tegens het Sn'watti dat is, de qiiaade lucht, die dekinderen
bevangt en onrufiig maakt.
De Cochlea Lunaris major, ward van denScbryverook'RtmsooTeTtgeHaamt^ ly onstyn diiMenttnudtitKaa)»
van den honten Knobbel hooren .• men vinä'er die fchoon zee green zy», die da» de groene Kaohbei hooren worden
geheel ta i z'f hunne aßeeldiig op de tlaatXA'K., letter Á.. is die "vai* bovttt, en leitet B. dezehe van OHdere^, In
haar opeaing of mond, zit het fchilaof dekzel\Jmh\\\CM% Venerís, • / byonsde Venus iíz'vt\aangevjee&enm«tleí'
ter F.
H !
Cochlea
Lunari s
minor,
VJ.iar van
•yffoortc/t
bcfchreeze
».
Eerße fuOrt, z<<
de plaat
N. XIX.
klier C.
Vir. HOOFTDEEL.
Cochlea Lunaris minor ; BU matta
LIe de volgende hebben mede de gedaante van gemeyne Alykruiken, met
een dikke dubbelde fchaal bekleed, en den mond iluitende met een rond
Maans-oog, 't welk wy Vmb'ilkns Marinui, ofZee-navelnoemen, waac
van wy vyf foorten befchryven zullen.
Cochlea Siilcata nigra. Maleits, Kräng fuffut om dat ze eenigzins verbeeld een
klein mammetje, heeft van buiten een dikke en fwarte fchaal, overdwers of längs de
gieren diep gevoorcnd, en daar en boven wat ruig als of ze fchubachtig was, zonder
glans, doch zomtyds met weinige fpaansgroene of witteplekken; binnen is eenbleek
wit
A
j v f x / x ,
Ml
.'1 •
V • Ì!^