it;
: i f .
; »
Enkoouit
die welle
•vcrliczen.
Hichy
en vieedcr
ioveii
koomt.
TteJ^Miilus
Minor
befchrevsH.
Hnargedaai^
e,
Ziedezeleyers
äez)
64 D'A B 0 I N S C H E
fchaal, hebbende gecne ader in de krul vallgclyk devoorgaande; wcshalvenhyoo:;
zeer iigt uit zyne Ibhaal geflingerc w o r d , dewclke als dan o,p 'c water komt dryven,
e n , by cen gelukje, door deviirchers opgevangcn word, ecr ze tegens de klippen
in Itukken gellagenword. Op den grond.van de zeekeer t hyhetboocjcom,engaat
o p den k o p , gelyk h y 00k gezien w o r d mec den kiel om hoog, als hy cerf t b o v c n koomr
maar keer t behendighec boot j e o m , enhooil hcc water uic, dat hy dry ven kan;debaar.
d e n a l s g e z e g t , ineeneroozeui tbreidende. Men heeft ze ook'gezien>- dac ze ondcr
een groot blad van een boom met de baarden vail hingen, endaaronder fchuilende
gingen dryven. De oogen zyn riiet hol gelyk aan de voorga ande , maar vol en klaar.
D e kleene Nautihii is aan vifch e n ftruCture der fchaale de voorgaande meert gelyt
doch veel kleender en wyder van boot , drie-en 4 duimen lang, twcecndrie vingc.
r e n wyd, mcfeen brecde kiel-, die in mindere en i lompe r eke rvenve rde e l t i s , en diet
•halveriiDokminder plooijenheeft, die mede fchuins en bochtig naar.hec middelpiir:
W Ä bydc km! loopen. De fchaal is zoo zuiver^ n o e hwi t niet als aan de voorgaànde,m®
vuil h^OTenvcrwigenals berookt, de kanten aan de kiel zyn mede zwart, evenwi
mec veel waiTchenin zeepwatcre n bleeken kan men ze eenigzins wiitcr krygcn. E
hv.nde- Vifch i sal s aan'de voorgaande, en-hy gebruikt zyne baarden ookopdezei fde manie;
Vm^Tùe d o c h w o r d meer roeiiende dan zei lende gevonden, inzonderheid onder bladcren en dr)-
•voorg^an. houtcn zich verbergende; anders houd hy ziehmeeit op d engrond, enkomtzon
' ' tyds ook in de vifch-fuyken, weshalven hy meer gezien wor d dan d e voorgaande. '
O f dèze beide viiTchen uic hunne fchaal vallende o p zieh zelfs i n z e ewa t e r leeven ko[
h e r i , isonzeeker: Immers ik heb ze verfch uit zee gebragt gehad , dewclke ftnl
l l i e r v e n , aldeedikzein 'twater. Ikheb ook eyersinhunnenbuykgevonden, zyn
r o n d e witte korlenaan een klomp hangende, enieder baddebovenop een zwa r t lü[
j e als e en 00g. Zybeidrhebbenook diergelykezwarcefnebben ofeen kakatoès bek
diep onder 't vieefch verborgen legt. Üp den bodem van de carim offchulpe vind m
een klontje eyer s of kuyt van gedaante ot verwe gelyk ander e vifchkuyt, en 't gém
k l o n t j e i s omgeevenraet een dun vliesje; al is het geheele huysj e nietgrooterdanec
vinger, zo hebten ze echter een eyerilok; als een kuiîen, opde kidleggende.
H u t ! n a a m in 't Latyn is Nautilus tenuis & legitimus en zyn Bootje , Carina N
tili. Neerd. Doekhuynjen, vandeveeleplooyen. Mal. Rotmagorita, datis
' ^ i e n ' ' ^ Polyfi-y gclykhem ook d e G r i e k e n 0'vwnPol)pinotmQ\\. Awihomïc\\ Kika-wawutia.
'"Mxel- Deezhooren word zoo zeldengcvondcn» dathetinlndicn zelfshooggefchat wor.
dengevo»- Inlandcvshoudcn 'tvoor eengelukkigteeken, als zy hecvindcn,en bewaarcn Ii
E»w» onder -hunne fchat ten, het zelve zclden ver toonende dan op feeft-dagen en openba;
^ wanncer de vrouwen het zelve voor dendagbrengen , alszedenro;
y i « den dans, LegoLego , aanüellen; daardandevoordanzerfchedeezhoorenverhecv
o p de rechter hand draagt; dog zyzyn 'er z o o vies niet m e d e , al is zy wat berook
gefchcurt envolgaten; daarommen ze by tydsmet geld o fgoede woorden uit hu:
n e h a n d e n - m o e t k r y g e n , als me n z e ongefchondenbcbhcn-wi! ; voor her gemcne î1;l
in Wiens boot 4.of 5 mutsjes watcr gaan,betaalt men zonder te dingen i Ryxdaalder,ao;
m e n h e e f i z e n a m a a l s daar voor niet meer können hebben-, endaarzyn'ergeweeil v
8 mutsjes-, ofeen Zeeufchekan,daarmenc,Ryxdaa!dcrsvoorhetaakgegeeven iicc
om datze ongemeenzyn, cnbovendie maathebik'ergecn gezien. Dievandetweu
f o o r t e z y n i l e c h t envangeene waardye. £en zckzaam voorval moct ik hier omu'C
verhaalen. Een Zee-Arcnt , \Ualiaetos'] zynde ccn vogel die gedurig op zee ga
. rooven'namzulkecnA/awii/«/, in Z e e dry v ende , op,en Voerde hemindelucht,doc
dewyl het hem meeil om den vilch te doen was, enhy zig om de ranteyt nict,vc
f c h e e r d e , floeg by zyne klauwenmeeit in den v i fch, waav door hem het hooren qua;
t c ontvallen, dat door eenzdtzaam gcval machen de klippen op een zandplekje zoo
daanig viel , dat daar van niets gebrooken wierd, dan cen kleen hoekjc aan den voorlk'
rand ^ en een vifichcr daar omcrent zwcrvsnde, nam het vaardig op en bragt hecb
111)
Uumiebe-
Hunns
•uiaardi.
Vtecmd
•joorvtl
liautHus.