I
5 i i D' A M B O I N S C H E
hy^^i^ teil ^e wel diergelyke gehad. doch, voor hem verborgen gehouden hebben, om dat
g/br^kt. ¿¡Q i^^a^ie 200 wel-akandere iaidiao£n diergelyke zekzame Meßica in groote waardye
houden, dezelwedragende om goedgeluk tehebben, by zonder in den oorlog, 't welk
ik eenigzins aanneracn konde, indienhy xynen boom badde belchermen können regen
des dondcts. gewek; doch heffpreekwoort luid: {Ab mmder kmt, moei minder
%.yken.) Ik heb van diergelyke niet meer gehoort noch gezien in deze ÜGilerfchc
geweaen; hy is. in een ring gevat in 't jaar 1682. en onder myne andere Ranteiten
gezondcn aan den groot Hartog van To^cane met den naam van Dmmln Calapfaria.:
In Azyn of Limoenzap heb ik hem niet willen toetzen om zynen glans met te
willen bederven, maar by nacht tegens een Kryital of Achaat geüagen vuurde hy,
doch weinig, gelyk alle harde mf ika doen , die of geheeU of ten deele doorfchynende
zyn.
CePinatigites
¿fjchreven.
WaarSe
ffVOXiÜ»
luord.
Hun luaar
de.
L X X . HOOETDEEL«
Pinangitis. Meftica Piiiang.
E-zc ?/«ii«g.boomgeeft tweederlije Steenen uit hem , van malkander veel
verfchillende. D'eerfte is degemeene MeßkaPinang-, 't is een klein fieentje,
wat groter dan een groene Catjan, van gedaante als een ilomp kegeltje,
zuiverwit, met een llraalendzonnetjebovenop, niet zoo ligt verbleekende
als de Calappui-iieen. Men vind hem in de oude Pinang-noten Iteekende
boven in den kern, de noot, die men eet , is in dat kuiitje, 't welk men het 00g
noemt, en waar uit een nieuwe fpruit voortkomt: Doch men moet weten,dat men
onder duizent noten hem qualyk in eene vindf, en dac'meeit op Makkaffar en Boe-
Ion. Zy worden wegens hun moijigheit in ringen gezet en gedragen als Calappus-ileQ^.
'nen, inzonderheit eigenen zkh hem die geene toe, dewelke met Pmang te planten
en verkoopen omgaan.
De tweede Pimng-Üeen heeft een geheeel ander fatzoen, en is anders met dan een
Qude ?/?w«^-korrel in eenhardekeiiteenverändere, daarvanhyookmeelidegedaan.
te en grootce beefc, te weten, aan-het onderfle eind een weinig plat enyoortsrond
toclopende met een rimpelig kroontje boven op, donkerbruin met roffe ilipjes, zeer
hard, koud, en als men hem aantall vochtig fchynende; hy word zeer zelden gev.
onden op Makkaßan: In .I^i^peRz^ kookt hy niet,- men kan hem voor een Toet^
•voorTbet- fteen,gebruiken, doch by neemt het gout z-eerongelyk aan want-aande zyderontom
¿ecmf hy de natuurlyke kaleur van 't gout aan en behonddie iang, maar aan deond^
rfl« vlakke zyde vertoont het gout bleek en.onzienlyk, als mede op het kroontje.
D^Mca Voeg'.hier- by den Meßka.l^ms.,_2YndQ een kMn langwerpig en wie Sieentje, hec
Birs pp Makkajjür zomiyts. vindt in plaati van. een.ryskorrels, .in; zyne natuurr
l^ke. boliter bcibten, het welk die geene geerne by, sich dragen, die- met rys plan-;
~ SQorofiiies^ dat k > I^eßm poeti is een wittc- öeen-, met doorlchynend,,
't dHilte ejnd , in de gedaante, v^in ccn teen van lock, doch
'vierdt t^-'eeiwal gr.o.ater.;^ .geyO!P4§n: op'Malckaöatin een boLvamlook,. gelyk .menzomtyds
oqyopkMen vind«. die maai usEj.fene-guoote ceen bettaan/: .'dewelke men MannetjesKiopK
Roemii: v.iiurt &iet .by^piKcht. en m.'c'w-yrven Tiekt'iiiais naar löefc.
" ^ ' -
ob Xf! ; .aaob-'!-. ' ••.•'^ i c •
.-i^/oiior LXXi.HOOFTfoOTt,
^ii 'Ob
D
R A R I T E I T - K A M E R : IIIBoek. 32J
LXXIV. HOOFTDEEL.
Parrangitcs. Meftica Gondoe.
Eze komt van devrucht Tarrang, anders genaamt Faha marina, Païen
befchreven Lib. 7. Qz/ hebhende de gedaante en ten naailenby
vjä^r van
ook de groottevaneenboonuitdezelve vrucht, zynde verändert in eenen
harden ftecn, platrond, tcrwederzyde in demidden uitpuilende,zwart-^//j^r^iachtig
aan de kanten, naar den blauwentrekkende, zoodathet fchyntdatdegeheele
boon, dewelkç donker kaftanjebruin is, in zulk eenen fleen verändert is, hoewel de
MakkaiTaarfche P^rrö«^-boon veel grooter isdand'Amboinfche, maar de ileenis in
de grootte van den Ambolnfchen, en hoewel deze vrucht zeer overvloedig in Amboinav^
ii^t zoo is my nochtans niemant voorgekomen, die 0oit eenen Öteen daar
in gevonden heeft -, zelfs op Makajfar^ daar alles in fteen verändert, is hyzeltzaam»
en ik heb 'er een van daan gekreegen met rood koper ingevat, zoodanig dat men
hem uitnemenkonde, den welke zy aan 'tlyf gedragen hadden, als zy ten oorlog iVaarue
gingen, milTchLen om dat de geheele vrucht de gedaante van eenen krommen houwer,
en daar van den naam heeft. Hy toetit mede, doch vercoont de koleuren worài».
niet opregt, te weten goed gout trekt bleekgeel , enflegt gout naar den roiTen,
zilver word blank > doch daar fchynt wat rood onder.
L X X V . HOOFTDEEL.
Manorites. MeRica Manoor.
P het Landt Makkaffar zyn ook de bloetnen niet vry van het verSeenen,
't welk ZOO veel wonderlyker is dan in de voorgaande houten en vruch- wat die
ten, dewelke veel bequamer zyn denfteenzap teontfangen, dan eenteere
bloem of bloemknopj evenwcl heeft Medufa haar niet verfchoont.
Een Manorites dan, of Steentje uit den knop van een Bonga Manoor geworden, is i^erhaai
my van Makkaßarxo^g^x-n^ty gevonden in eentuinvan eeriDüitfchefamiUe,alwaar
de huisvrouw, inhaartuin tegenjden avont deknoppen van deze bloem willendevergaderen,
heeft onder anderen afgeplukteen knop, zoo zy niet beterwift, van een
Manora-h\oQm, doch dewyl die haar los in de hand viel en wat zwaarder voorquam
dan eennatuurlykebloem, bekeek zy die wat nader, enbevond heteen witileeatje
te zyn, als of'ereen M<i«i?<?r-bloem uitalabaft gefnedenvi'as, doch dedeiling van de
bladeren konde men niet bekennen: Zy riep tot getuigen het geheelegezelfchapvan
haar man, enwees den fteel daar het Steentje geftaanhad; deze namen het Steentje
mede en leiden het zonder agterdogt op de tafel, daar by geval Boerepons geftorc
was, eendrank dieVanzuur Limoenzapgemaakt word, welk zaphetiteentjerakende
in körten tyd een hoekje daar afbeet, In't zelve jaar is hy my noch geworden» wanneerhynoch
fchoonwit was, doch na acht jaaren begon hy zyn fchoone wittigheit «r^««/,
te verliezen en grauwachtig te worden, doch met cen mesgefchrapt, wierd hy wederom
wit, namaals heeft my een Moorfche Paapverklaart, dat hyop^ö^y-^iaaneen
Manora-b.ok diergelyke fteentjes gevonden heeft in de gedaante van zulken knop,
doch het fteeltje is altyd korter dan aan de regte bloem.
S f 3 LXXVI.
vt