•: Vi" i •
p - - t l ' l
l ì é ^ v N -
i
liiiii
) ;/ R A R I T E I T - K A M E R . II Boek. 71
wit paerlemoer ; het dekzel is aan de bultige of buitenfle zyde vuü wir, met eenige
korreltjes, en zomtydsinde midden zwartachtig ; het dier is goed oriate eeten, maar
de fchaal heeft geen mooijigheit.
II. Cochlea petholata. Maleits Bia pethoh, is fchier van het voorige fatzoen , of Taetwat
kleinder, en de gieren xyn aan de voorfte zyde wat kantig ; zommige 00k recht
rond, van buiten ganfch glad en metverfcheide^verwen gefchildert, gelykdekleedjes^'j'j
TethoUy of de grooteSIange OeUr fethnh'. de'meeile koleur isbruin met zwarte en«r n.'
Witte plekken, maer als 'er groene enhoogbruine onderloopen, die acht menvoorde^w>^Wi
beile 5 zommige van de geheel ronde hebben, in plaats van plekken, zwarte ftreepen
längs de gieren, van binnen zyn ze geelachtig na paerlemoer trekkende; zyndekzelis
cene van de ichoonfte Matta boelangi, recht rond, beneden plat, en, naar gewoonte,
met eeniiavelgetekent, boven fchier half rond oflinze formig, meeit zwart, aan de
kanten groen en t o s , glad en blinlcende als een OiTen oog. Noch vind men ecn kleinder
foor t zwartachtig met een groene weérfchyn ; het dier is wat harder van vleeich dan z u de '
de voorgaande, taai en flymerig, en daarom tot de koil niet bequaam. Men vind
zeer zelden, en worden daarom onder de heile rariteiten gerekent, wegens demooije i.
koleur van de fchale.
HI. Coclea Lmiaris ajpra y heeft de gedaante van de eerile Iborte, längs de gie- Deräe
ren mede gevoorcnt en ganfch ruig, met uitfteekende fchubben , waar door ze fchier-^"^'^
fteekelig zyn. Het Maans oog is alsaan 't voorgaande, doch ilechter, en van minderg^^-
gkns, ook meeft zwart, of aan de kanten wat ros ; de grootlle foort hier van is als
een Hoender-ey, van buiten meer ßeekelig, en van binnen heeft ze ecn geel paerle-^^^
moer, waar door ze een gloeijenden oven gelykt, en ook zoo genoemt word; '
kleinder foort is min fteekelig , en heeft van binnen een wit of zilververwig paerlemoer,
diegemeener en ilechteris, en haer Maans oog is wat gekorreit; beide zyn ze
van buiten zwartachtigzonderglans, enzomtydsmetfpaanfchgroeneplekken ; debefteZ^^«''-
tot het eeten zyn, als men het groene fa^aver wechimyt, en hen zoo lang kookt dat n . 2.
zieh de dekzels openen.
I V , Cochlea hnnarts minima ^ is qualykzoo groot als een nagel van een
van buiten mede gevoorent, licht karftanje bruin, z o n d e r glans en fteekels, van b i n - '
nen geel met weinig paerlemoer ; het dekzel is mede een rond fchildje , zwartachtig
en zonder ^lans.
V. Groote zilvere ovens zyn deze foort gelyk, behalven dat ze aan den hoven^evi Dtvypf
omloop een kant hebben, en daar aan eenige fchubben, vooris van buiten metwiten-''"'"*
zwart gefchildert, doch het witte is het minile, en van binnen mede zilververwig ;
worden zeldeu gevonden.
Alle deze foorten noemenzemet eenen algemeenen naam Bia mattabulan, en worden
op de marke te koop gebracht tot de kof t , behalven de tweede foor t , die zelEzaam
is, en meell in de ÜiiaiTes valt.
De Cochlea LuDaris minor : Deetrflefoonflaat afgeheeldt op deplaat N. XIX. litter C. Di tiueide foort is ietter D.
e» v/ordhoHS een NalTauwer gchetun, vjaar van luy hier neffens vier foorten utt »ns Cabinet vertoonen doch
die alle uiimnnieni van koleur enttkening «v«, z'e haar op dez.elve plaat N. ^,6,7. en ts by den Schryver
een ande,e foort van de Ietter D, IVy zoudennocbveele vandeze hierby können voegen . maar nteenen te könne»
volßaan met de hefle te vertuonen ; bei is een àeugdvan hatralszyfihoon ziher mondig zyn. De derdeßort van den
Schr^verßa»t verbeeldt m,t Ietter E. deze zyn van buiten brningeelplekkig, doch hoe zwarierhoe betet 5 zy vjordenby
oits Goutmonden^i»«wi, wegens baarfehoongout paerlemoer Ao/i»r; waarom de ichryver haar ook de
gloeijenden oven noemt. Een tweede fom hier van, zudezeiveplaatN.i.zy zyngrattwgroencabrmagev.akt;
wy noemcn die omhaar w'tpaerlemoer Zliver tnond)eS. IVaar nevens wy mchvoegen dengeplekten ofUOBie Zilver
mond N. 3. ah mede de G toei ieZi ls-er moud N. 4. die mede heel zeltzaam u -, van de ^fiortgeeftons de òcbry.
ver geen afbeelding, veel licht om dat die we-^nig va» viaardy Zyn \ als mede van de ^fosrt, waann zyn iL. aanwyzing
doet tot dt eerße.
venge