i
il Iii'- '
• • V
r
;1 Ii
í l ^ í l í
' il.!,
6 o D ' A M B O I N S C H E
Dt -ñfih
fiaar j«,
•ve p/aat
letter B.
Vei-dere
bejchry-
•vin^ Van
dczihe.
Huwie
'jmgers qf
voeten.
HuJüie
Hume
togeu.
Uitleg'
pag uan
di afbeddi>
¿
of affchutzels, ^yn mcde van cen Paerlemoerachtige Subilantie, doch veel fchoonder,
gladdei-en blanker, als filver blinkende, 200 dat deze hooren in fchoonheit van verwe
degemeenePaerlcmoer te bovengaat .d'Inwoonder,ofhetdier wiluitde maagfchap
van den Polypui of Veelvoet zyn, doch van eene byzondere gedaante gefatzoeneert naar
de holligheitvande fchaa.l,d,iehetniec ganfcb vervult, wanneer hec zieh t 'zaamen trekc,
Het achter dcelzyns lyfs is wat uicgeholt, dat hettegens de krul gelyk oveiilaat; het
bovenite dat ons aanfchynt (want die eigentlyk het onderile van het dier is, wanneer
'c zelve voorc kruipc) is meeil vlak of een weinig bulcig, kraakbeenachtig en rinipelig,
naar den roiTen of licht bruinen trekkende, met eenige fwartachtige plekken, de welke
verfchieten gelyk aan den Veelvoet; het onderile deel, 't welk tegens de kiel aanl
e g t , e n in 't gaan het bovenfteword,is medekraakebeenig ,doch weekerdanhetvoorige
met veele wratten bez;t. TuiTchen beiden, aan't voorite deel, ziet men eenen
klomp van ontelbaare voetjes met verfcheide läppen boven maikander gelfclt, en ter
weer zyden den iriond bcdekkende , zynde ieder lap gefatzocneerd als een band van
cen kind, waar van de grootlle en buitenlte zieh verdeeld in 20 vingeren of voetjes >
ieder een halven vinger lang, en een ilroohalm dik, rond, gind, zonder die wracjes
die men aan des Veelvoets baarden ziet, doch aan 't voorfle br-ecdachtig, gelyk het
plaf van een riem; hier onder legt het tweede en der de lapje, of handje, mede in 16
vingers verdeeld, en daar onder al weer andere kleendrc en met kortere vingers tot op
den mond. Alle deze vingers kan hy intrekken en uitfchieten naar believen, die hem
dienen niet alleen voor voeten in het kruipen, maar 00k voor banden om zyn aas aan
te vatten, en naar den mond te brengen. De mond is gelyk de Snebbe van den vogel
Caccatuwe, of gelyk een ander Zeekatte , t e weeten,het bovenlle deel grootenkrom,
aan de kanten wat gekerft ofgetandt ,hetonderßekleenen onder het bovenite fchuilende.
Beide aan 't achterfte einde wat hol of in tween gedeelt,waar mede zy in 'tvleefch
itccken. De geheele mond is been hard, fwart en naar den blauwen trekkende gelyk
Indigo, van achteren omgeeven met een kring van wit en hardachtig vleefch, en
daar onder noch een ander velletje, 't welk fchier de.geheele fnebbebedekt, gelyk de-,
zelye 00k ganfch verborgen legt onder een i lymen onder de voornoemde voetjes, zoo dat
men niets daar van zien kan eer menze van maikander trekt. De üogen ilaan naar de
zyde, doch meer naar de kiel, zeer groot als navels, geformeert met geen kennelyken
Oogappel, maar aan deilelfs plaats-hebben ze cen.gat, en zyn van binnen gevuld
met een fwart bruin bloed. Van het achterile des lyfs, 't welk tegens het eerlle affchutzel
legt, gaat een langen ader door alle de gaatjes.van de affchutzels, endooralle
de kamertjes tot aan het binneniie middclpunt, de welke het eeniglte is, waar mede de
vifch aan de fchaal valt hangf, en die al mede ligt afbreekt als men den vifch uit
t r e k t , zynde voorts de kamertjes leeg. Onder de fnuit heeft hy een half ronde pyp,
die echter t' zamen gerold is, van witagtig vleefch gemaakt, gelyk aan andere Zcel^
attcn, en daar in iets als een tonge verborgen; doch hy heeft geen merkelyke openjng
in dqn buik, hoewel het buiten.tw.yfiel het zclfde kanaal is.,, waar door.deZeekat
haar fwari. blped, uitfchiet.
. T o t beter. verltand van dit dier^zullen.wy de by gevoegde figuur uitle^gen., gelyk
het zelve uit zy.n fchaal genomen en afgeteikent is,. naar dieniland als het op 't water
dryft-, te'wetenmet opening van het bootje om hoog;. daar in beduideil-B,, C, D,
E , het bovenüe kraakebeenige deel, by C, tegens den zwarten krul A aanleggende,
zynde 13, cen wit vel 'twelk aan de kanten rondomgaat .Deoogen geiyken beter naareen
oor of navel, en.zyn in de midden doorboord. F , is de voornoeitidekanaal. De geheele
buik G ,H, I , K , L , is gemaakt van een dünne huid, de welke aan de zydenbyD,
op 'c dikfte.isi de binneniie holligheit is gevuld met een verwerdingewand'en een donker
bruine vochtigheit. By, M , zyn twee ronde fchyveh als of het eyers waren, binnen
met, een,geele ilym gevuld. By I, ßet.men eenen breeden band, die om den buik gaat.
By K,isde voornoemde ader, die door all? Jcamertjes gaat. ByN, zyn twee eyformige
gecle
geeJe klieren met blaasjes boven op, zynde, zoo het fchynt, de maage des diers; ^^^^
want van daar tot aan de fwarte fnebbe gaat cen wyde keel, gevuld met Jlcennes
en fchilfferen van Oeilers en Moffel-fchaalen. [Doch dewyl deze figuur t zoekZ. •
Hoe hy cf
't -water
R A R I T E I T - K Ä M E R . II Bock, 6i
.eraakt is, werd in plaats van dezelve een andere hier nevens gevoegt, dewelkedoch
Mare byzondere letteren cn byzondere uiclegging heeft.] Wanneer hy aldus op ^t watcr
V.'Tí-'^yf'-
dryft, zo iteekt hy het hoofd met alle de baarde uit, en fpreid dezelve op t
ter mec de achterileeven of krul altyd boven water, maar op dengrondkruipthyomaekeerd,
met het bootje om hoog, en met den kop en baarden op den grond, maa-
Sende eenen redelyk radden voortgang. Hy houd zieh meeil op den grond, kruipt
zomtvds 00k in de vifch-fuiken ot bobbers, maar na een ilorm, als het weer ihlword,
ziet men ze met troepen op 't water dryven, zynde buken twyffel door de ongeiluimigheit
der baaren opgeligt, waar uic men bemerkt, dat ze op den grond z.chook met
troepen by maikander houden. Dit dryven duur t echter nietlang, want alle de baarden. . .
intrekkende. keerd hy zyn bootje om en gaat weer te grond. Daar en tegen de leege^,,,.
fchaaievindmen dikwils drwen, of op den ilrand gefmeeten, want dje weerlooic
dier geen dekzel hebbende, is een prooy voor Krabben, Haijen en Kaimans _ tot Voetzcl
' -voor Krabhalven
men de fchaal aan de kanten meeil geknaagt vind , en dewyl hy met vali^«^^-
aan zyn fchaale hangt können ze hem licht daar uit trekken, en laaten de leege fchaal—
dryven. De jonge ichepzels van dezen Nautilus, noch niet grooter dan een ichel-^7wling
zynde, zyn fchoon Faerlemoer verwig van buiten en binnen, zoo dat de ruige..^^^««
fchaal eeril metter tyd daar over groeit, 't welk van' t voorile deel of het bootje
begint.
Hun naam in 't Latyn is Kauulus major fi^e c r a ß s . Neerd. Paerhnoer hooren. Maleits,
Biapapeda, Bia Coijn, 't welk echter eigentlyk de fchaale bedied. In 't hoog
leits Krangmodmg. Amb. Kika-, en dewyl daar onder volgende Umulm begreepen-/,,/^.
W o r d , zoo noemen ze deze f o o r t e Kika lapiUy dat is Pnpeda hooren. ^^^^^^
' Men vind ze in alle zeen van de Moliikfe Eilanden, als mede omtrent de duizend
Eilanden voor Batavia en-Ja-vo-, doch meeft de lecge fchaal, want het dier werd
den gevonden of het moeft in de bobbers kraipen.
, Het dier word tot de koit gebcmkt gelyk andere Zeekat ten, doch bet is vry harder
van vleefch en zwaar om te verduuwen.Dc fchaal is in grooter gebruikom'erfchooneiP^^ ^^
drinkvaten van te maken, gelyk ze in Europa bfekent zyn, hier toe moet men de groot- ^ ß h S
i l e e n g l a d i l e v e r k i e f e n , en wel toe zien, dar ze aan de zyde geen gaatjes hebbcn,^^^^-
want veele hebben een of meer ronde gaatjes, daar men pas door zien kan, die gemaakt
werden door zeekere helle wratten, [een ilag van Balams-] welker Ilymerige wormeen
fcherp tandje heeft,waar mede hy deze harde fchaal doorboord, als hy daar op komc
te grocijen, welke fchaalcn dan tot dit werk onbequaam zyn. De geheele moet mcn^^^^^^
1 0 k n dagcn in eenige fuurte leggen, als in gooren ryil, azyn, "of water daar m-toe hereiä.
wyngaart loof verrot is, zoo gaat de buitenile fchclle af, die men met ilcrk -fchuuren
afwryven moet , beginnende aan die piaatze daar ze op 't dikile is, en zoo ze noch
niet geheel a f is, moet men ze al wederomhier in leggen, tot dat het Paerlemoer over
al voor den dag komt , 't welk men dan met een ilap ilerk water ilrykt, tot dat
zyn volkomcn glans bekomt , en ten laatilen met zeepwater affpoeld. De fchoon gQ-dcn.
maakte worden by de kamertjes doorgefneeden,datde vierof vyf achteriledoorluchtig
worden; de drie ofte vier volgende kamertjes worden geheel uit g e fnc eden, cn in
de binneniie krul fnyd men een geopend helmtje, enaan de zyden rondom het bootje
kan men alderhande figuuren fnyden, die men, met gewreeve koolen cn wafch of oly
door maikander gemengt wryft, tot dat ze fwart uirileeken. De Inländers, de moeite
van fchoon maaken niet willende doen, fnyden den onderilen boodem zoodaniguit,
dat 'er een groote leepel of fchuitje van word, de welke onder anderen dienilig is om mrdc»
'er de Papedamt te ecten, waar van dezen hooren by hun lieden zyn naam heeft
dewyl by de Pa^eda een faus komt van zuure lemoenen of azyn gemaakt, zoo krygt
H 3 ' ' het