spoorweg is ìiet groote, zware huis van Rose Vi l la, vlak bij
t station, op de plek, waar vóór jaren het veelbezochte logement
van Kobus stond en afbrandde. Welbekend ook het terrein van
Be e r s c h o t e n längs de spoorbaan, met de volière en den vijver
en het huis op den heuvel en de dennenbosschen achter de plaats.
Het huis van Beerschoten ziet ook uit op den straätweg en op
de overplaats naast Rose Villa, tot een’ hertenkatnp aangelegd
en afgesloten door een hek, met geweijen versierd. De naam schijnt
hier in trek, ’t Is althans reeds het tweede Beerschoten, dat wij
heden aantreffen. Dan volgt B l o emen h e u v e l , een vriendelijke
naam voor een vriendelijk landhuis,, dat evenzeer het uitzigt heeft
op zijn overplaats, waar geen herten, maar bonte runderen grazen
in de frissche, van helder water doorsneden weide. Ook-bouW-
velden en lanen en boereuhofsteden vinden wij nevens den
weg tot R i j s e n b u r g , màar buitens toch het meest. Hoo-
g e n w e e r d , K l e i n h o e v e , Ot r a Ba nd a, P i e t e r s b u r g ,
Kra ai jbe ek, Bi jdorp, B l o eme n o o r d , trekken het meest
de aandacht, maar zij zijn de eenigep niet en zoo al niet alien
even groot en aanzienlijk zijn, zij wedijveren in netheid en vrolijk-
heid, en rijk is de bloemenschat dien zij ’s zomers ten toon spreiden.
Thans is die piacili grootendeels uitgebloeid, maar het herfstloover
prijkt ter vergoeding met zijn prächtige tinten.
R i j s e nb u r g hebben wij vóór ons. Over.het ruime veld zien
wij de huizen van het dorpje in het groen. Weldra zijn wij er.
Ten deele is ’t een dorp, zooals er velen zijn. Links van den weg
vinden w;ij het uitstekende logement van Scholz, waar het wapen
der heerlijkheid uithangt, en eenige huizen, die niets bijzonders
hebben. Maar legenover het hotel ligt een half rond plein. Aan het
einde daarvan verheft zieh het kerkje en al de huizen aan het
plein, evenals die, welke zieh längs den straatweg daarbij aan-
sluiten, zijn naar hetzelfde model en onder ééne lijst gebouwd.
Zij zijn allen van ééne verdieping en hebben ronde ramen. Men
kan ’t hu.n wel aanzien, dat zij één’ zelfden bouwheer hebben.
Rijsenburg is dan ook een kunstmatig dorp, althans het oudste
gedeelte. Daarmede is niet gezegd, dat het oud is. Op een kaart
.voor 1808 zou men het vruchteloos zoeken. Wel zou men er den
naam vinden, maar als dien van een uitgestrekte heerlijkheid en
van een overoud adellijk huis. Ook nu nog ligt bij het dorpje,
op kleinen afstand van het logement, een groote en deftige ouder-
wetsche heerenhuizinge, met een torentje op het hooge dak, een
ruim voorplein, stalgebouwen en grachten. Maar dit is het huis
R i j s e n b u r g niet. ’t Is S p a r r e n d a a l , een der weinige lust-
plaatsen, die hier reeds in de vorige eeuw waren aangelegd, het
eenige misschien, behalve het kasteel te Zeist, dat zijn oude ge-
daante nagenöeg heeft behouden. Ook werd het door den Heer
van Rijsenburg bewoond, toen het dorpje gesticht werd, en in
zoover was het dus whet huis” . Om te zien wat er van het oude
en eigenlijke huis van dien naam is overgebleven, zouden wij een
goede twintig minuten lang de laan achter de kerk moeten volgen.
Aan het einde daarvan zouden wij aan de La n g b r o e k e r We-
t e r i n g eenig houtgewas vinden en een met grachten omringd
terrein, waarop een boerderij en een schikl erachtig poortje. Dat
is het overblijfsel van een der oudste bürgten en een der fraaiste
ridderhofsteden van het Sticht.
Toen Gi j s br ec ht van A m s t e l i n l 268 met de Kennemers,
Waterlanders en Westfriezen den meester speelde in ’s bisschops
land, werd W i l lems huis van Rij sen b ü rg ,. evenals eenige
andere Stiehtsche kasteelen , door hem in kolen gelegd. WaarsChijn-
lijk behoorde het destijds reeds aan het edele geslacht Proei js.
Althans, een Wi l lem P r o e ij s herbouwde het eenige jaren later.
Volgens de afbeelding was het in de vorige eeuw nog een groot
en aanzienlijk gebouw, onregelmatig van vorm, met allerlei uit.-
bouwsels en trapgevels en een’ ver uitspringeuden vleugel, waar-
aan de poortruine van een veel ouder kasteel was verbonden.
’t Begon te vervallen en op ’t' einde dier eeuw werd het gesloopt.
De ambachtsheerlijkheid, binnen wier palen in 1748 maar negen
huizen werden gevonden, was aan alle kanten door de hooge
heerlijkheid Driebergen ingesloten, maar daarvan niettemin ge-
heel onafhankelijk. De namen der geslachten van Ab c oude,
V ia n e n , Cu l emb o r g en He ems k e r k van Be e k e s t e i n