OTOE GEBRTJIKEN. 319
naar men zegt, tot ananaskasten bestemd, maakt een’ min of
meer vreemden indruk. ’t Bezit van zulk een woonstede als de
Haere is , schijnt den bouw van een’ ge'imiteerd middeleeuwschen
bürgt overbodig te maken.
De geschiedenis der oude Overijselsche huizen en hoeven is
vaak belangrijk om de; bijdragen, die zij leveren tot de kennis
van middeleeuwsche toestanden en gebruiken. Zoo heeft ook de
Haere haar geschiedenis. Aan dit huis •— wel te onderscheiden
van dat. bij Yollenhove van denzelfden naam, — behoorde in
vroeger eeuwen f/het brengen van de wasteekenen” in de buur-
schap R e 1 e , dat min of meer met een deurwaarders-exploit te
vergelijken is. In het kerspel Wijhe was dit regt aan den hof
t e r B e k e verbonden. ’t Schijnt wel te wijzen op eenig aanzien,
door zulk een hoeve in de marke genoten. Bij ter Haar staat
aangeteekend „behoort Ittersum.” Vranken ter Haer wordt op
het einde der I4rle eeuw onder de dienstmannen in de mark Henge-
vo or de genoemd. Later was het goed een eigendom der 01 de-
n e e 1 s , wien ook denaburigehavezathe He n g f o r d e n toekwam
en ging in 1683 door erfenis aan J a n v an Coe vo rd en van
Sohe r pe n ze e l over. Uit den desolaten boedel van zijn’ broeder
A s su e er werd het tegelijk met Sohe r p e n z e e l verkocht, om
later meer dan eens van eigenaar te verwisselen. Het regt van
havezathe werd bestreden, totdat de revolutie aan al dergelijke
heerlijke regten een einde maakte. Een leenkamer, waaronder vroeger
ruim twintig leenen stonden, was in den bloeitijd van het huis
er aan verbonden, maar werd later afzonderlijk verkocht. Het oude
gebouw was op ’t eind der vorige eeuw nagenoeg verdwenen en
een nieuw werd destijds opgetrokken.
Niet onvoldaan scheiden wij van Diepenveen en daarmede
van een schoon en bij niet velen bekend gedeelte van onzen
vaderlandschen bodem. De lange zomerdag was ook thans te
kort, om alles te genieten wat er te genieten is. Maar wie in