houdt ons nog eenigen tijd gezelschap. Voortschuimend onder het
loof van overhangende boomen en struiken, brengt het het rad
van een’ tweeden molen in beweging, om zieh straks zijwaarts
af door de velden naar de Maas te slingeren. Aanvankelijk leidt
ons de landweg längs den voet der steile heuvels, onder het lom-
mer van eiken en voorbij enkele schilderachtige huisjes. Dan klimt
de holle weg allengs naar de hoogvlakte, waarop de korenakkers
zieh koesteren in de zomerzon en waarover de groote, breede
straatweg is aangelegd. Dat witte huis daarginds is een pensionaat
voor meisjes. De — meestal Duitsche — jufferkens, onder ge-
leide van eenige zusters, trekken ons in lange rei voorbij. Daar
voor ons ligt Steyl , een klein dorpje, maar dat een welvarend
voorkomen heeft on vriendelijk aan de rivier is gelegen, ’t Bezit
een veerhuis, door kloeke eiken overschaduwd, een niet groote,
maar nette, nieuwe kerk en een aanzienlijk buitenverblijf, waarvan
wij het stetig geboomte en het deftige huis door het ijzeren hek
kunnen zien. Ook vinden wij er twee uitgestrekte kloostergebouwen,
vlak bij de kerk. Achter den tuinmuur van het eene klinkt vrolijk
gejoel van vele kinderstemmen, maar meer dan de kruinen der
kastanjes ontwaren wij niet. Het andere is een pensionaat voor
jongens. De talrijke bevolking van dit gesticht, als zonen van
het Duitsche vaderland kenbaar aan petten en gelaatstrekken,
hadden wij reeds onder de hoede van een aantal geestelijken in
de nabijheid van het kasteel ontmoet.
Het zijpad tusschen en over de met golvend koren bedekte
heuvels brengt ons op den grooten weg terug, en al vertoonden
zieh de Aardmannetjes, die hier huizen, ook niet, wij hebben
van den omtrek genoeg gezien, om het Station te gaan opzoeken,
waar wij den trein naar Swalmen afwachten. Onze kennismaking
met dit gedeelte der provincie heeft ons niet onvoldaan gelaten,
want het ontbrak er niet aan eigenaardigheden, kenmerkend voor
het gewest in zijn’ tegenwoordigen toestand en zijn grijs verleden.
SWALMEN. 13
Het dorp S w a lmen bestaat uit drie gedeelten. Het eerste
ligt aan den zandweg bij het Station en heeft enkel eenige ar-
moedige stülpen aan te wijzen. Uit de populierenlaan längs het
spoor zien wij ’t riviertje de Swa lm zieh kronkelen door een
groene vlakte, waar het een’ watermolen drijft. Het tweede deel
het eigenlijke oude dorp — ziet er wonderlijk uit. Daar is
een vierkant pleintje,’dor en kaal, van ongezellige, verwelooze
huizen omringd. In het midden Staat een armoedige geschoren linde;
eenige voeten boven den grond zijn de takken tot een soort van
prieel geleid en door palen gestut, en uit dit tafelbladvormig dak
rijst een lange, naakte stam, die slechts een drietal trosjes bladeren
draagt. Op dit onbehagelijke pleintje vinden wij een poort,
die tot het hoog gelegen, ommuurde kerkhof toegang geeft. Daar
ligt de tamelijk oude kerk, met haar’ lagen, dikken toren, en
van het kerkhof zien wij neer in de binnenplaatsen van boeren-
hofsteden of tegen de achtergevels der omliggende woningen. Er
is in deze digt aaneengesloten huizen iets drukkends en zwaar-
moedigs, dat ons benaauwt. Van frischheid en vrolijkheid vinden
wij hier geen spoor en welligt is ’t aan het fiiir van den dag te
wijten, dat wij in den ganschen omtrek geen levend wezen —
mensch noch dier — ontwaren. Als Swalmen ons niets anders te
zien geeft, dan houden wij ons er geen minuut langer op dan
noodig is en dan nemen wij er een’ gansch niet aangenamen in-
druk van mede!
Toch blijven wij er eenigen tijd en wij scheiden met vriendelijk
er gedachten.
Aan het einde der doodsche, gelukkig körte, dorpsstraat wordt
het landschap vrij wat liefelijker. Daar stroomt en schuimt de
snelle Swalm door het ruime, frissche grasveld, en van de steenen
brug zien wij zijn’ kronkelenden loop. Boven de brug vormt hij
een’ kleinen, lustigen val en daar plast het wentelend molenrad.
Wij bereiken het derde gedeelte van het dorp, waar nette huizen
staan en kloeke boomen hun lommer verspreiden. Hier loopt de
groote straatweg door, en alles heeft er een ander, nieuwer, vro-
lijker voorkomen. Tot het oude Swalmen, waar in den grooten