looze zonen J a c o b ITI en Jan kwam de beerlijkbeid bij testament aan
Jans wedawe, An n a v an E gmo n t , vroeger weduwe van J o s e f van
Mo n tmo r e n c y , wiens moeder Ma r i a v a n Ho r n was geweest. Hnnzoon
F i l i p s was de naaste bloedverwant der Ho r n e s en Wa l b n r g de erfge-
name der paiidrogten van Me n r s .
Over S t e i j n is te vergelijken bet belangrijko opstel in de Pnbl . VIII.
Er blijft omtrent die beerlijkbeid nog vrij wat te vragen over.
Over B l s l o o is te vergelijken Er ns t : hi s t , dn L imb o n r g , I, bl.
331. Pnb l . , II, (de wonderbare reis van Wi jnan d van E.) VI (Sande-r-
b o u t en de Gr a a the ide ) ; VII, (kamp van Ka r e l den S t o n t e enbeiv
bonw der kerk); X, (de Hoormannen). He rma n n s de EIslooleefde in
1'218 (Slo e t 451), L o t h a r i u s de E. nobilis in 1226 (ib: 494).
Over O n d -V a l k e n b n i g verg. S l a n g h e n : Bi jd r a g en , I,-bl. 125,
over Wi j l r e , Wi t h em e nGn lp e n , Pnbl . XVI en S l a n g h e n 1 ,103 e. v.
Bijzonderheden omtrent de D oma n i a l e mi jnen zijn te yinden: Ti j d-
s c h r i f t t o t b e v o r d e r i n g der Hi jv e rh e id, XLI, en in de verslagen
der Gedep. Staten van Limburg.
De A n n a l e s B o l d e n s e s zijn opgenomen in bet, nitgebreide werk van
E r n s t ; vg. ook Ha b e t s : Ge s c h i e d e n i s v a n he t bi sdom Bo e rmond.
Dr. Fr. Boc k gaf een beschrijving van kerk en crypt in bet Organ, fur
Chr. k u n s t , Köln. 1859.
Een zeer levendige en nitvoerige beschrijving van de raerkwaardigheden
van Maastricht gaf Ha v a r d : Bedr. g r en z en . O v e r den onden. r e g e -
r i n g s v o rm van M. scbreef L. J. S u r i n g a r in 1873 èen zeer lezenswaar-
dige dissertatie. De belangrijke mnursehilderingen in de kerk der Predik-
heeren zijn met groote zorg gecopieerd door jbr. V i c t o r de S tne r s .
De geschiedenis van Heer Canne is te vinden Pnbl . XIV.
De Bomeinsche villa en de vaas (met afbeelding) worden beschreven in
de Knns t .bode 1879 en 1880.
VAN U T R E C H T NA A R DOORN.
■!t Is nog niet vele jaren geleden, sederi, wij onze W an d e l
ing en door Ne d e r l a n d begonnen,‘inaar in dien tijd zagen
wij de opkómst en de aanvankelijk snelle ontwikkeling van een
alleraangenaamst vervoermiddel. De vtram” deed zijne intrede in
ons Vaderland. Aanvankelijk liet zieh dat woord wel door j/paarden-
spoorwagen” vertalen. Maar wie zet òns „stoomtram” over, zoo,
dat alle eigenaardigbeden van dit voertuig in de Hollandsche be-
naming uitkomen en het verschil met den gewonen spoortrein
duidelijk'blijkt? In onze groote steden, Ams t e r d am, R o t t e r dam,
den Haa g, Leiden, Ha a r l em, Ut r e c h t , Arnhem,
zijn het paarden, — in Ro t t e r d am ook mnilezels^— die de
wagens voorttrekken over de rails: In de drukke, volkrijke, soms
enge en bogtige straten dürft mén zieh nog niet van de stoom-
kracht, te bedienen, en daar buiten zijn ’t vooreerst nog alleen
de wegèn tusschen het H a a g sc he R i j n s p o o r s t a t i o n en
S c h e v e ni n g e n en tusschen B r e da en Oo s t e r h o u t , waarop
de stoomtram zic.h voortbeweegt, al zijn nog andere concessies
gegeven en andere wegen in aanleg. Een paardenspoor verbindt
D-e 1 f t aan den Ha ag, Dok k um aan het station Veenwon-
^ 1 .