gebruik, suuisterijen , toiletartikelen , kostbaar en kunstig snijwerk.
Wid er komt met een welvoorziene beurs, kan er een rijke keus
doen. Wie ’t een weinig moet overleggen, raakt min of meer
verlegen om uit zooveel iets te kiezen. De vriendelijke, stille
broeder, die er rondleidt, dringt niets op, prijst niets aan. Wat
gij verlangt wordt aanstonds netjes ingepakt, overhandigd, betaald
en telkens opent hij zwijgend andere localen , waarin gij kunt
rondzien, zoolang gij begeert, tot dat hij u beleefdelijk de deur
weer uitlaat. Veel van wat hier is tentoongesteld wordt in de
colonie zelve vervaardigd en de opbrengst wordt in de algemeene
kas gestört.
Toen Au g u s t Go t t l i e b Sp a n g e n b e r g , de onvermoeide
apostel der Broedergemeente, in 1735 naar de Yereenigde pro-
vincien was gekomen, om ook hier de beginselen der geestver-
wanten van graaf Z i n z e n d o r f f bekend te maken, werd de
aandacht gevestigd op den kring dier vromen, wier zämenwoning
allengs op ’s graven landgoed Be r t h e l s d o r f f het vlek Her n-
h u t had doen ontstaan. Spoedig kwam de graaf zelf in het land,
waar een zijner bloedverwanten als gevolmagtigde des keizers den
Utrechtscheü vredehandel had bijgewoond. Voor een’’ hoogeren
en, naar hij hoopte, duurzamer vrede wilde hij er arbeiden. Te
Amsterdam vooral hield hij zamenkomsten en leidde hij gods-
dienstige oefeningen, en reeds in het volgende jaar vestigden zieh
eenige Hernhutters, onder toezigt van den baron von Wat t e-
wijl en onder bescherming der prinses-weduwe van Oranje, nabij
IJselstein op een landgoed, dat zij ’s H e e r e n d i j k noemden.
Welligt zouden zij daar gebleven zijn, wanneer zij niet met de
overheid in geschil waren geraakt omtrent den aanleg van een
eigen kerkhof. Nu verhuisden zij in 1746 naar Zeist, waar een
Amsterdamsch Doopsgezind koopman, C o r n el i s S ch el l i n -
ger , hun gaarne het verblijf toestond in de door hem gekochte
heerlijkheid, terwijl hij hun vergunde, hun godsdienstoefeningen
te houden in de oranjerie van zijn huis. Op de weilanden ter
wederzij van de laan die het kasteel met het dorp verbond,
bouwden zij hun huizen. Hier konden zij in vrede wonen en