weg uitgaande, vinden wij vooreerst weer de landhuizen en om-
rasterde tuinen van de meer begunstigden door de fortuin. Beu-
k e n r o d e , Midde n h o e v e , Bl oeme nhof , Choisy. , zijn de
namen die wij lezen; andere buitens en villa’s zijn of worden
er bovendien nog gebouwd; een smaakvol societeitsgebouw pnjkt
er. Dan volgt het nienwe, sierlijke Protestantsche weesbuis en een
deel daarvan is ingeruimd voor de vriendelijke sticbting Betha-
nie. In 1873 werd zij opgerigt, met het doel: „door ziekte,
ongezond klimaat of andere oorzaken verzwakte en tevens behoef-
tige kinderen, die tot herstel van gezondheid de buitenlucht en
versterkend voedsel noodig hebben, op te nemen. Dit doel
spreekt voor zieh zelf. Wie geen vreemdeling is in de steegjes
en sloppen onzer steden; wie de holen en krotten kent, waarin
zoo menig zwak en kwijnend kind moet opgroeijen; wie het weet,
hoeveel zelfs de zorgvuldigste verpleging in ’t ouderlijk huis voor
lijdenden of aanvankelijk herstelden te wenschen moet overlaten,
die waardeert de gedachte, om de verstärkende lucht van Zeist
ook dienstbaar te maken aan het opkweeken van zulke kinders,
wier behoefte daaraan groot is, maar wie de gelegenheid er toe
ten eenemale ontbreekt. Te midden van al de weelde en het
levensgenot, hier zoo overvloedig te zien en te sinaken, maakt
dit huis der liefde een’ weldadigen indruk. Yelerlei zegen is er
reeds van uitgegaan. Menig kind is reeds hersteld vertrokken.
Nog eischt beperktheid van middelen en krachten beperking van
den kring , waarin gewerkt kan worden. Kinders beneden de vier
jaren of lijders aan ongeneeslijke krankheid kunnen alleen bij
uitzondering worden opgenomen, omdat het personeel daartoe
ontoereikend is. Ook kan Bethanie in den winter maar enkele
patienten verzorgen. Veler steun blijft dringend noodig, maar de
zoo echt weldadige inrigting verdient oök meer algemeene bekend-
heid, opdat de arbeid harer liefde telkens overvloediger zij.
Een groot bosch verschaft aan de ingezetenen en aan de be-
zoekers van Zeist een zeer geliefkoosde wandelplaats. Germinen
tijd kan men er ronddwalen en menig bezoek kan men er bren-
gen, eer men ’t in alie rigtingen heeft doorkruist en er alie
schuilhoeken van heeft leeren kennen. En daar het. zamenhangt
met de bosschen, die zich tot aan den straatweg van de Bi l t naar
Soes tdi jk uitstrekken, terwijl het zich nagenoeg aansluit aan die
van R i j s en b ur g en Dr i e b e r g e n en daardoor aan die bij
Ma ar n en Do o rn , kan de wandelaar uren aan uren lang tus-
schen het houtgewas zwerven en telkens zijn togten afwisselen.
De eenzaamheid moet hij dan echter niet vreezen, noch al te
veel behoefte hebben aan de verkwikkingen, in herberg of hoeve
te vinden, want huizen zijn er in de ontgonnen heide niet veel.
Nagenoeg alleen waar een groote weg de dennenbosschen snijdt,
tréft hij menschelijke woningen aan, behoudens hier of daar een
;;boschwachter” of een wjagertje” in het hout verscholen. Ook
het Zeisterbosch heeft zijn „jagershuis” en niet ver van daar nog
een tweede uitspanning, whet Zwitsersche huis” . Beiden worden
druk bezocht en ook voor buitenpartijen gekozen. Menigmaal weer-
galmen er in den zomer de stille, woeste boschpartijen van vro-
lijke kinderstemmen en lustige bruiloftsliederen, terwijl de meer
bedaarde wandelaars er uitrusten onder het genot van het fraaije
uitzigt, dat vooral het op een’ heuvel gebouwde „ Zwitschersche
huis” aanbiedt, en de onvermoeiden de zandige hoogten in den
omtrek beklimmen, of in de kronkelende paden tusschen het
kreupelhout en het hooger geboomte zich afzonderen tot ver-
trouwelijken kout en vreedzaam natuurgenot. Dennen en beuken
zijn in het bosch het meest vertegeuwoordigd. De min of meer
golvende bodem is grootendeels. met opslag en struikgewas be-
groeid, of met donzig mos bedekt. Hier en daar blinken kale
zandbergjes. Niet al te veel heeft er de menschenhand gedaan,
om er de wilde natuur van de aanvankelijk bedwongen woestenij
voortdurend in band en tucht te houden. Het Zeisterbosch is er
niet minder aantrekkelijk om. Orde en nétheid is op de talrijke
buitens in den omtrek genoeg te zien, om ook niet de bekoor