delijke dal van de Jeker. Nog steeds zijn wij in de gemeente
Oud-Vro e nh o ve n. Dien naam zoudt gij vergeefs op een
kaart, oader dan het jaar 1839, zoeken. Wei was Vroe n ho ve n
reeds eeuwenlang bekend. Misschien jwas het in den Carolingi-
schen tijd een gouwgraafschap, met Maastricht als hoof'd pi aats;
zeker was het in de middeleeuwen een graafschap, dat, behalve
de dorpen W i l r e , Mo n t e n a k e n e nHe u k e l om, ook een deel
der tegenwoordige stad Maa s t r i c h t , het voormalige dorp Lin-
c ul en, bevatte en uitsluitend aan Br a b a n t onderhoorig, ter-
wijl in de stad de heerschappij door den hertog en den Luik-
schen bisschop werd gedeeld. Tot vermeerdering van de ver-
warring, uit de tweeheerigheid der stad geboren, droeg niet
weinig bij, dat de Maastrichtenaren, voor zoover zij op. Vroen-
hofsch grondgebied woonden, niet voor de stedelijke regtbanken,
maar slechts voor hun eigen schepenen betrokken konden worden.
Ten overvloede had de St. Servaas binnen de stad nog
haar eigen gebied, de b a nk van Twee b e r g e n en was de
Ni euw s t a d , op den regter oever van de Jeker, een deel der
Luiksche heerlijkheid St. Pieter . Tot de Fransche omwenteling
duurde deze zonderlinge ingewikkelde toestand voort. Bij de
scheiding van Belgie werd een gedeejte van het Vroenhofsche
territoor, met eenige stukken van de gemeente La n a e k e n en
Ca nn e, op den linker oever der Jeker binnen het aan Nederland
verbleven rayon, tot een gemeente vereenigd, die ter herinne-
ring aan het voormalige graafschap den naam van Oud-Vroen-
hoven ontving.
Een vriendelijk en vrolijk dal is het- Jekerdal. Tussehen ak-
kers en weiden, boomgaarden en boschjes stroomt het riviertje
voort. Witte huisjes zijn als in de ruime vallei gezaaid en zelfs
de fabriek van geweerloopen, al herinnert zij aan den oorlog
met al zijn verschrikkingen, verstoort de kalmte van het liefelijk
landschap niet. Wie haar krijgshaftige bestemming niet kent,
die.groet haar voor een gewone werkplaats van vreedzame nijver-
heid. Op den achtergrond, waar de bergen wijken, ligt de hoofd-
stad, onder wier muren de Jeker zieh met de Maas vereenigt.
Vöor ons naderen de hellingen elkander en wordt het dal enger.
De boschrijke hoogte van Neer Canne rijst aan de regterhaud
van den landweg op. Aan den anderen kant verhelfen zieh de
zijden van den Pietersberg, met de huizen en de torentjes van
het dorpje Op Canne. In den bergwand' nevens ons zien wij de
openingen van mergelgroeven, waaruit de bouwsteenen voor het
kasteel en de verspreide hoeven in het dal zijn gehouwen. Een
vrolijke, opwekkende muziek weerklinkt in den stillen avond.
Op den breeden landweg nadert eene feestelijke optogt van den
kant van Maastricht. Een aantal mannen, met bandelieren getooid,
omringen een’ grooten, rijk met bloemen en vlaggen versierden
oogstwagen, waarop een troepje lustige landlieden, eveneens met
sjerpen en bandelieren omhangen, heeft plaatS genomen. De groöte
banier, met ' goüden en zilveren zinnebeeiden en letters, die in
tal van medailles van behaalde zegepralen getuigt, wordt statig
vooruit gedragen. ’t Is het fanfare-corps van Ba s s a n g e , terug-
keerend van het concours in Maastricht, met een opgewektheid,
door den regen van den feestdag niet uitgebluscht. Wij hadden
des morgens dergelijke optogten zieh zien bewegen door het
rüstige Valkenburg, om de harmoniegezelschappen uit den om-
trek te brengen naar ’t station. Wij hadden ze bij Maastricht
gezien, op de wegen, die uitloopen op de stad. Maar zoo eigen-
aardig en zoo geestig Stoffeerden zij toch het landschap niet, als
hier, waar de kleurige stoet voorttrekt aan den voet van het
hooge terras, waarop het deftige kasteel, van donker groen
geboomte omlijst, zieh verheft en waar hij verdwijnt achter de
graauwe- muren der kapel, aan den landweg gebouwd.
Het kasteel N e e r Ca nn e, ook onder den naamAgimont
bekend, werd in 1839, tengevolge van stappen, daartoe door
den toenmaligen eigenaar gedaan, bij het Nederlandsch grondgebied
ingedeeld. Het dorpje, waartoe het van oudsher behoorde ,
werd Belgisch en onmiddellijk bij den tuinmuur zijn wij ook „bui-
tenslands” . De grens loopt in deze streken wonderlijk. Velerlei
wenschen en belangen van groote heeren en grondeigenaars werden
bij de regeling in aanmerking genomen, . Tot 1794 was het kasteel