lijkheid van znlk een landschap hoog te doen waardeeren. En
doet de herfstzon de geele bladeren der forsche beuken stralen
van gloed tegen de donkere kroonen van het altijd groene naald-
hout; werpt zij haar’ glans op het. bruine mos, geschakeerd met
het gond van het afgevàllen loof en het rood, dat de heesters en
struiken siert, dan heeft het eenzame, zwijgende woud een pleg-
tige schoonheid, een verheven majesteit, die ons onweerstaanbaar
boeit en, als wij noode scheiden, een’ onvergetelijken indruk ach-
terlaat. Telkens meer grond verovert de beschaving in het bosch,
al is er vooreerst nog geen vrees voor, dat -zij het gebied der
woeste, haast ongerepte natuur geheel zal innemen. De weg, die
tegenover het weeshuis, längs het uitgestrekte terrein van Choisy,
naar de lange «Donkere laan” voert, is reeds met villa’s bebouwd
en aan die fraaije beukenlaan zelve vinden wij buitenhuizen en
lustplaatsen. Vi l la Lac ta, Ru s t o o r d , R u s t e n b u r g , B a g a -
t e l l e , den Hoek, Bos c h o o r d , bewijzen dat in de laatste
jaren de stroom dergenen, die Zeist tot hun zomerverblijf kozen,
nog niet ebde. Niet het minst schoone gedeelte van het bosch
is trouwens ook in htm nabijheid te vinden. Hier groeijen trotsche
beuken en statige sparren. Hier leiden slingerpaden ovër glooijende
heuvels en door digt begroeide laagten. Hier blinkt een vriende-
lijke waterpartij .in de diepte, tusschen bemoste kanten in het
lommer van acacia’s en eiken. En van hier loopt een breede
zandweg, van hooge beuken omzoomd, längs het wilde bosch
van P a via, met zijn sierlijk heerenhuis, en den schoonen aanleg
van Hoo g b e e k en Roi jen, met zijn lanen en zijn vijvers,
naar de vrolijke dorpsstraat.
Tusschen Pa vi a en Ho o g b e e k en Roi jen zou een zijweg
längs den zoom van het bosch en den achterkant van de buitens
aan den straatweg, ons naar R i j s en b ur g en Dr i e b e r g e n
kunnen brengen. Maar al verdiende die weg ter afwisseling aan-
beveling, de groote heirbaan belooft ons meer.
Een groot aantal, meestal aanzienlijke, buitengoederen vinden
wij aan beide zijden van den breeden straatweg, maar daar-
mede zijn nog niet allen gezien, waarop het schoone dorp mag
roemen. Wat meer landwaarts in, regts van den weg, liggen er
nog eenigen, deels, als het fraaije Wu i p e r h o r s t , om sierlijken
aanleg en statig houtgewas opmerkelijk, deels, als B l i k k e n -
b u r g , om zijn’ rang als voormalige- ridderhofstad merkwaardig.
Bl ikken.bu. rg, thans een niet groote buitenpjaats met een
modern huis, grenst nagenoeg aan het park van het Hu i s te
Zei st ; en als het oude kasteel van Zeist. g^feiooals wel waar-
schijnlijk is — op de plaats van het tegenwoordige slot heeft
gestaan, dan trof men tot het midden der 16^e eeuw drie rid-
derlijke huizingen in elkanders onmiddellijke nabijheid aan. De
Stichtsche adel toonde dus reeds vroeg een’ voorkeur voor dit
oord , waar hij veilig woonde, als in het hart des lands, ver ge-
noeg van de grenzen, om niet gedurig voor een’ vijandelijken
aanval te vreezen, niet ver van de fiere, bloeijende bisschopsstad
en met overvloedige gelegenheid voor het edel weispel ;; dat hun
hart lief had. Naar het .schijnt, hebben de bürgten alhier in de
talrijke Geldersche oorlogen weinig geleden. Er is althans niet
veel meer van bekend, dan de namen hunner bezitters. Blikkenburg
, een Gaasbeeksch leen, naar men zegt door een’ edelman
uit het geslacht van Wu l v e n gesticht, heeft ook aan den wijd
vertakten stam der Z u i l e n s behoord, evenals Ker sbergen en
Zeist . Edelen .uit de huizen G r o e n e v e l d , de Voog t van
Ri jneveld, B r a k e i , Rene s s e van - B a a r en Vo o rs t zijn
er achtereenvolgens mede beleend geweest, totdat de nieuwe Heer
van Zeist, de graaf van Nassau-Odijk, het in 1687 kocht. Sedert
bleef het aan die heerlijkheid verbonden. In de vorige eeuw was
het huis reeds verdwenen en door een boerenwoning vervangen. ■
De voorpoort met zijn k'oepeltorentje bleef nog een aantal jaren
de herinnering aan de oude ridderhofstad bewaren, maar thans
is ook hiervan niets meer over dan de naarn, terwijl de boer-
denj weêr tot een heerenhuis werd verheven. Oudheden zoeken
wij vergeefs in den omtrek van Zeist en om de wille daar-
- Y I . 9