strijd met Spanje zoo menigmaal bij afwisseling de huurbenden
der oorlogv oerende partijen waren gelegerd en dat jaren lang zoo
zwaar onder hun’ druk heeft geleden, —- da t, naauwelijks her-
ademend gedurende ’t bestand, in 1613 zijn droevig aandeel had
te leveren aan het veertigtal ongelukkige vrouwen, van hekserij
beschuldigd, waarvan er dagelijks twee te Roermond //tot polver
werden verbrand, •— tot bet latere Swalmen zelfs, waar in 1791
Franschen en Pruisen handgemeen werden, behoort het gedeelte
aan den straatweg niet- Aan den aanleg van dien weg dankt het
zijn ontstaan en het draagt dan ook een gansch anderen Stempel.
Hier vinden wij ook een //estaminet’ , waar ons in een nette kamer
een voedzaatn maal wordt bereid, en in den hupschen kastelein
treffen wij een’ man aan, met de landstreek en hare geschiedenis
genoegzaam bekend niet alleen , maar ook gaarne bereid, ons naar
het eigenlijk doel van ons vertoef alhier, het vorstelijke kasteel
Hi l l e n r a a d , te begeleiden.
Hillenraad ligt een klein kwartier van het dorp, omringd van
een fraaije, vruchtbare landouw. De hoofdtoegang'is door een
breede iepenlaan, die van den straatweg uitgaat, maar wij slaan
een binnenpad door de velden in , dat er ons veel spoediger.brengt.
Vorstelijk mag inderdaad het trotsche gebouw worden genoemd,
vooral wanneer wij *t ons voorstellen, zooals t zieh eens m zijn
vollen luister vertoonde. Van de heerlijkheid zijner //plantagien
is niets meer over. De groote vischvijver aan ons pad, ,het
bosch, dat bij het huis zieh uitstrekt, het laantje van geschoren
linden, dat naar de poort van het voorplein leidt, zijn nog maar
enkele overblijfsels van wat de weelde hier eertijds had tot stand
gebragt. Maar het gebouw Staat nog in zijn geheel, al verloren
drie der torens hun sierlijke kappen.
Een zeer groot voorplein, aan drie zijden door hechte stal-
lingen en economie-gebouwen omringd, geeft reeds terstond den
indruk van deftige pracht. ’t Is in volle overeenstemming met
het statige, streng regelmatige kasteel, dat door een lange stee-
nen brug van vijf bogen er aan verbonden is. Vier zware Vierkante
torens prijken op de hoeken, en in het midden van den
HILLENUAAD VAN BINNEN; 15
achtergevel springt een kloeke uitbouw uit. De roode baksteenen
muren spiegelen zieh in een breede gracht en een hoög leijen
dak bekroont het schoone bouwwerk. Van de brug geleiden twee
ruime trappen naar het terras tusschen de beide vleugels aan
het front, waar de hoofdingang is, met gebeitelde wapenschilden
versierd en, nevens het jaartal 1767, de bede dragend:
Do m i n e hinc f u l g u r a qua es o repel l as .
Onder het terras is de ingang voor de uitgestrekte kelderge- - 1
welven, de lange gangen, de ruime keukens en dienstbodenver-
trekken. Hier worden ons ook de drie kleine, donkere gevangen-
kelders getoond, wier enge luchtgaten de geweldige dikte der
muren te beter doen uitkomen. De hoofddeur komt uit in. een
zeer groote vestibule en ligt regt tegenover de zaal, aan den achtergevel
uitgebouwd. Rondom de vestibule, waaruit de breede trap
naar boven loopt, zijn de fraaije vierkante vertrekken geschaard.
Ook de bovenverdieping bevat een even groote vestibule, waarvan
een deel tot kapel is ingerigt, en een groot aantal kamers.
ledere toren zelfs heeft plaats voor eenige vertrekjes, entresols
en trappen, in de hoeken, door de aangrenzende kamers gevormd.
Sinds lang staat het prächtige kasteel ledig. De eigenaar, de
graaf van en t o t Ho e n s b r o e k , woont meestal op zijn goe-
deren in Duitsohland en maar een enkele maal kwarn in de laatste
jaren iemand van de familie er eenige dagen vertoeven. Het
ameublement is dan ook geenszins in overeenstemming inet het
gebouw. Wel zijn hier en daar nog fraaije voorwerpen van por-
selein, marmeren beeiden, schilderijen en portretten over; wel
staan er nog ouderwetsche tafels en zetels in sommige vertrekken;
wel hangen in de vestibule nog kaarten en plans van het goed,
schilderstukken en jagttrofeen; wel bewaart nog de kapel allerlei
herinneringen aan de vroegere bezitters, maar ’t geheel is toch
een droevig tooneel van verlatenheid. Het rood damasten behäng
der groote zaal werd door ingelegerde troepen afgescheurd en
enkele lappen slechts hangen nog aan de kale wanden. De prächtige
gobelins, die vroeger hier en daar prijkten, zijn door den eigenaar
zelven weggevoerd en nog maar een, van weinig waarde, is er