Van U trecht naar D oorn........................... : .......................................................... ®lz* 9 7 .
De trams. — Op weg naar Doom. — Door Utrecht. — Het fort. De eerste
buitens. — Zandwijk -en het klooster. Het nonnenklooster. — Een onde steen-
weg. — De Bilt. — Een vrolijk dorp. — Een najaarswandeling. — Herfstpracht. —
Honderinge. — Oostbroek. — Beerschoten. — Vollenhoven. — Vollenhovens
roem. — Alles nieuw. — Tal van bnitens. — De kerk. — Geschiedenis. —
Een ontevreden reiziger. — Het Broederhnis. — De Hernhutters. Het kasteel.
Wat onze hnizen voor hebben. — Bezitters van het huis. — Kersbergen. —
Bethanie. —- Het Zeister bosch. — Nieuwe buitens. — Blikkenburg. — Van
Zeist naar’t station. — Steeds bnitens,. — Tot Rijsenburg. — Oud-Rijsenburg. —
Een kunstmatig dorp. — Een treffend kunstwerk. — In ’t bosch. ^ Woeste
landschappen. — Sparrendaal. — De tweede dag. — Driebergen., — - Op weg
naar Doom. — Hoofd- en zijwegen. — Buitengoederen aan den weg. — Moers-
bergen. — Restauratie. — Door bosschen en velden. •— Doorn. — Verschillende
uitstapjes. — Het hnis te D o om .g - Geschiedenis. — Heidelandachap. — Ver-
gezichten. -— Aanteekeningen.
T e V ught en naar Bo x t e l Blz . 1 5 7 .
Een ongeluksdag. — De trein te laat — regen. — In den Bosch. :4r Enkele licht-
stralen. — Een bloeijend dorp. — Sophia’sburg en Parva Domus. — Zionsburg.
Kerk en toren. — Onde heerenhuizen. — Alles onder water, lij- Maurick van
buiten. — Maurick van binnen. — Het onde kasteel. — Familieverhalen.
Naar Boxtel- — Buitenplaatsen.^^- Fraaije landgoederen. — Boxtel.1 ^-- Kerken
en kasteel. — Heeren van Boxtel. — Laatste telenrstelling. — Aanteekeningen.
I n N ijm eg en ’s omstreken Blz . 1 8 1 .
De beste tijd. — Mogelijke teleurstelling. — Ons plan Groote veranderingen. —
Even in stad.ig - Ondheden. — Gesloopte poorten.g- Naar Hees. — Buitens. —
Bij de R. C. kerk. — Neerbosch.^r- De weesinrigting. — Verschillende gebou-
wen. — Ziekenzaal en kerk. — Leuvenhof en Dukenburg. — Hnlsen. — Morituri
salutant. —r . Hnlsen’s verleden. — Hatert. — Kerk en kapel. Weezen in t
huisgezin. — Bedwongen woestenijen.jvry--St. Anna. — Op het Valkhof. Naar
Groesbeek. — Vergezigten. — Grafwegen. — De vloek der grenzen. • Het
Rijkswald. — In het Wald. — Naar den St. Jansberg. — Vijvers en vergezigten. —
De Plasmolen. — Terug naar Groesbeek. — Naar Berg en Dal. — Klimmen en
dalen. — Klassieke grond. — Half in Dnitschland. — Noodzakelijke beperking.
Rijke verscheidenheid.j-r-Nieuw Berg en Dal. — In den „hollen weg . Beek.
Vossenhutje en Duivelsberg. — De Meerwijken. — Herinneringen. — Ubbergsche
henvels. — Afecheid. — Aanteekeningen.
B ij L e id e n ......................................................' Blz. ||||’
Wandelingen om Leiden. — Een pijnlijke indruk; — ^Mogelijke vergissing. Het
park van Endegeest. — Het hnis van buiten en van binnen. — Naar Rijnsburg. —
Een onwelriekend oord. — Eerwaardige oudheid. — De bloei der abdij. Ver-
dwenen heerlijkheid. — Verdachte zerken. — Merkwaardige grafsteenen. — Het
dprp Rijnsburg. — O.egstgeest. — Armoedige holde. — Oud-Poelgeest. — Edele
uamen. — Abtspoel. — De tolbrug. — In Warmond. — Verdwenen kloosters. —
De kerkru'ine. — *t Huis te Warmond. — Heeren van Warmond. — Oud-Alke-
made. — Sassenheim. — Een hoogst belangrijke mine. — Wie Teylingen be-
woonden. —■ Hoc Jacoba er leefde. — Teylingen in 1 596. — Verdwenen luister. —
Herstel en verval. — Lentemorgen. — ’t Huis ter Leede. — De Leeghwater. —
Bloemen op onzen weg. g g - Wassergeest. - Teleurstelling. — De toren van
Dever. jaggjljDe moderne trekschuit. — Het dorp Lisse. — De Lisser kerk. —
Naar Keukenhof. — In ’t bosch. — De wilde duinstreek. — Het heerenhuis. —
Het Keukenduin van Teylingen. — De overplaats. — Veenenburg. — Lapinen-
burg. — De tuin van Holland. — Buitenplaatsen. — Naar Vogelenzang. —
Aanteekeningen.
V a n W i j h e n a a r D i e p e n v e e n ................................................................ Blz. 289.
Wat wij verwachten mögen.' — Windesheim. — Lotgevallen van het klooster. —
Havezathen. — Een nieuwe buurt. — Wijhe. — De oude kerk. — Graftombes. —
Op de Gelder. — Het heerenhuis. — De kanonnen. — „Het slot.” — Dijk-
gezigt. —- Längs den dijk. — Scherpenzeel. — Olst. — Averbergen. — Koning
Lodewijk. — Dingshof. — Oude rijkdom. — Hoenlo. — Nijendaal. — Een
heerlijk landschap. § 4 - Wijnbergen. — Diepenveen. — Het oude klooster. —
Oud-Rande. — Roobrugge.^4~^De Haere. — Oude gebruiken. — Verborgen
schoonheden. — Aanteekeningen.
E e n i-g e t o g t j e s d o o r F r i e s l a n d .................................................................................... Blz. 321.
Wat ons terughield. — Wat werd toegezegd. ¡g l Wat ons aandreef. — De oude
Middelzöe. — Vaart met hindemissen. — Huizum. — Eindelijk op weg. — ■
Wiardastate van buiten. — Wiardastate van binnen. J-4- Het oudste en het nienwste
gedeelte. — Wat er vroeger was. — Overleverin gen. — Gesloopte staten. —
Wirdum. — Naar de Schierstins. — Ongegronde v rees.p§ - Regen en storm. —
De Schierstins. — Wat zij vroeger was. — Naar Bergum. — De Friesche boer. —
Een tijd van krachtig leven. — Albertina Agnes. — Klimmende luister. — Mary
ken Meu. — Vemedering. — Jagtlust||j§— Bij Oudeschöot. -rr-. In het bosch. —
Oranjestein en Oranjewoud. — De Tent en Klein Jagtlust. — Onzekere plannen. —
Stellingwerf. — Een stil dorp. — Verbeteringen. — Een fraaije plaats. — Kerkhof en
plantsoen. — Lycklama-stins. — Een achterweg. — De kerk. — Lindenoord. —
Prächtige aanleg. — Treurige herinneringen. — Afscheid van Wolvega. — Op weg
naar Gaasterland. — Een vriendelijk landschap. — Vergezigten. — Aankomst te
Joure. — Fraaije dorpsgezigten. — De kerk der Hervormden. — Ivoor en klok. —
Herema-state. — In üoniawerstal. — Langweer. — Osingastate. — Kerk en dorp. —
Vriendelijke wegen. — In Sloten. — Wyckel. — Meerestein. — Naar Balk. —
De bloeijende hoofdplaats. — Teleurstelling. — Sondel. — Felle strijd. — Nijemir-
dum. — Oldemirdum. — De bosschen van Rijs. — Een heerlijke laan. — Ver-
rassende schoonheden. — Wildemarkt en Rugahuizen. — Harich. — Hoe wij Gaasterland
zagen. — Aanteekeningen.
V V. RBETERINGEN EN BIJVOEGSELS Blz. 397.