bisschop van Luik in bezit genomen, bleef het graafschap, ook
door inlegeringen gedrukt, door binnenlandsche onlusten beroerd,
door landloopers en bokkenrijders geplaagd, een twistappel, tot-
dat in 1794 de Fransche overbeersching er een einde aàn maakte.
De verschillende dorpen, onder Horn behoörende, waren vroeger
en later als afzonderlijke heerlijkheden vervreemd. Het slot met
omliggende landerijen werd als domein verkocht.
Hielden de Hornsche Heeren en graven bij voorkeur hun
verblijf op hun huis te We e r t , de burgt te Ho r n was toch
de zetel der regering. Daar vergaderden de landsstftten — gees-
telijkheid, ridderschap en gemeenten. Daar hield het leenhof zijn
zittingen. Daar woonde de Hoog-drossaert en daar werden de
vonnissen geveld en uitgevoerd.
Rondom den heuvel, die de nog altijd fiere en merkwaar-
dige slotgebouwen draagt, legeren zieh de pachthoeven en wo-
ningen, de schuren en tuinen van een klein, maar welvarend
dorpje. De overoude kerk, wier muurwerk Romeinsche votief-
steenen bevatte, is in 1838 afgebroken en door een nieuw bede-
huis vervangen. In een kapel naast den ingang is de grafstede
der familie Magné. En werpen wij straks van den straatweg
nog een’ laatsten blik op het edele huis, dan nemen wij de
herinnering mede aan zijn ernstige muren, zijn sterke uit de
graeht oprijzende torens, zijn hecht rondeel, gelijk zij daar forsch
en krachtig uitkomen tusschen het weelderige groen, dat de helling
van den heuvel bekleedt en zieh spiegelt in den heldèren
waterplas aan zijn’ voet.
Nog dezen zelfden avond brengt ons de spoortrein naar Beek,
waar wij in de kleine en eenvoudige, maar fnieuwe en nette
herberg van den heer Ja n Bausch den nacht willen doorbrengen.