zij heeft slechts twee schepen, omdat het sphip aan de N. zijde
ontbreekt. Ook in den buitenmuur aan dezen kant is vrij wat
duifsteen te vinden. De .zware toren is van groote baksteenen in
Romaanschen stijl tegen den W. gevel derkerk opgetrokken, maar
in den N. W. hoek is een grof en ruw gebouwtje geplaatst, welks
muren met den N. rnuur der kerk en met het front van den toren
in eene lijn loopen, zoodat de grondvorm zeer onregelmatig is.
’t Inwendige van de kerk is niet minder opmerkelijk door de
zware vierkante pilaren, die de läge kruisgewelven dragen. ’t Is
wel te zien, dat de overoude St. Wi l l e b r o r d u s k e r k niet
voor de Protestantsche godsdienstoefening is gebouwd! Maar ook
voor dat zij op ’t eind der 16de eeuw aan de Hervormden werd
ingeruimd, moet zij door haar’ somberen, gedrukten bouwstijl
veelmeer gestemd hebben tot den ernst, die den mensch tot zieh
zelven doet inkeeren, dan dat zij, als de slanke Gothische tempels,
het hart naar boven voerde. Zooveel is intusschen zeker, dat die
oude bouwlieden in Wijhe een Werk hebben geleverd, waarover
reeds eeuwen konden heengaan en dat nog menig jaar den tijd
trotseeren kan.
Niet minder dan drie graftombes versieren het bedehüis. De
grootste en fraaiste is die, aan de nagedachtenis van Co e nr a a d
"W i l lem baron van De dem van de Gel d e r door zijn echt-
genoote gewijd. De baron van Dedem was in der tijd een wakker
veldoverste, wiens dapperheid en krijgsbeleid in menig veldslag
en menig beleg uitblonk, die in 1702 de vesting H u i s t met
goed gevolg tegen Vauban verdedigde, in 1704 St. Lea u in
weinig dagen veroverde, in den slag van Ma l p l a q u e t met
4000 man een beslissende beweging uitvoerde en, met roem overladen
, in 1714 als generaal der infanterie is overleden. Zijn tombe
is uitstekend van bewerking. Op een voetstuk, dat met een’ zeer
goed uitgevoerden veldslag is versierd, rust een sarcophaag van
rood marmer en daarboven verrijst een piramide, waarop, nevens
de beeldtenis van den krijgsheld, een zwart marmeren plaat met
gouden opschrift is aangebragt. Vrouwenfiguren, engelen, S ym bolen
van het oorlogsbedrijf, als trommen, vaandels, kanonnen,
zijn in overvloed, maar met smaak en kunst, hier en daar geplaatst
en tal van familiewapens getuigen van zijn edele geboorte, gelijk
het geheel van de vereering der weduwe voor den gevierden en
betninden doode spreekt. De geheele tombe is in den zelfden tränt
als de grafteekens van van Dedems tijdgenooten Co e ho or n
en Be n t i n c k in de kerken te Wi j cke l en te Rho o n en
niet onmogelijk is ’t , dat zij van dezelfde hand afkomstig is.
Het tweede monument, er tegenover aan de N. zijde van
het koor geplaatst, is gewijd aan de nagedachtenis van T r a n s i -
s a la nu s Adol f baron v an Yoo r s t , in 1707 overleden. Hij
bezat de havezathen Be r g e n t h e im bij Hardenberg en Hagen-
v o o r d e , in de onder het schoutambt Wijhe behoorende mark Ton-
geren. Aan zijn’ neef Chr i s t o f f e l Aem i l i u s van Yoor s t
vermaakte hij het grootste deel zijner goederen, en uit dankbaar-
heid rigtte deze hem boven het familiegraf een kostbaar gedenk-
teeken op. Zijn buste is er in wit marmer op uitgehouwen, om-
ringd van beeidwerk. Ben opschrift in gouden letters op zwart-
marmeren plaat vermeldt zijn titels en waardigheden, en zijn
adellijke kwartieren ontbreken er niet.
Het derde grafteeken is te vinden in de uitgebouwde kapel
aan den N. kant der kerk, achter den predikstoel. ’t Is het een-
voudigste van de drie en vertoont vooral de wapenschilden en
het grafschrift van Ro b e r t van I t t e r s um, heer van Ni jen-
hui s , eene havezathe in de marke We c h t e r h o l t , mede onder
Wijhe gelegen. Hij was eerst landdrost van Twente, later van
Salland en stierf kinderloos in 1705. Zijne weduwe, de zuster
van Han s Wi l l e m B e n t i n c k , graaf van P o r t l a n d , koning
' Willems vriend, stichtte deze tombe ter zijner gedachtenis.
Het huis van H a g e n voor de is in ’t begin dezer eeuw ge-
sloopt; dat van Ni jenhui s Staat nog, en lag het geen twee uur
van Wijhe verwijderd, wij zouden het zonder twijfel gaan be-
zoeken, want het moet een groot en goed onderhouden gebouw
zijn, uit het water opgetrokken. Sedert 1384 een eigendom der
I t t e r s ums en sinds 1705 der Ben t i n c k s , behoort het thans
aan baron H. A. Z. van Kn o b e l s d o r f f tot de Gelder .