met de lindenlaan bij het huis. De kerk, een ruim, oud kruis-
gebouw, met goed bewerkte grafzerken, is oorspronkelijk de kerk
van het rijke en vermaarde Be r g k l o o s t e r geweest. Zij ligt
op eenigen afstand van de kom van het dorp.
Hadden wij tijd en lust, om Bergum en zijn’ omtrek in bij-
zonderheden te zien, wij zouden niet onvoldaan er van scheiden
en ligt zetten wij dan den togt door de laan tegenover de herberg
wel voort tot de Bergum er dam men, de uitspanning, om
haar baars beroemd. Mogelijk gingen wij wel, tusschen de bijna
onafgebroken reeks van boerderijen en kleinere woningen, door
tot het aanzienlijke S u a m e e r en wij hadden dan epn paar kloeke
dorpen en een opwekkend landschap gezien. Maar het weer over-
vloedig neerplassend hemelwater drijft ons binnen de herberg,
waar wij aan den muur een afbeelding van de thans afgebroken
O r x m a s t a t e bij Mena l dum vinden en naar aanleiding daarvan
gelegenheid hebben, ons te verbazen over de kennis van hun
land en hun geschiedenis, die den Erieschen boerenstand onder-
scheidt-, Hoe goed is deze min of meer aangeschoten veekooper,
die ijverig bezig is in nuchterheid aftenemen, in de kronieken
te huis! Feiten en jaartallen kent hij op zijn duimpje, en was
de duisternis niet in aantogt en lag ’t ons niet te ver uit den
weg, wij zouden naar zijn aanbod ’t er gaarne op gewaagd
hebben, onder zijn spraakzaam geleide, een bezoek te brengen
aan het weinige, dat nog van de oude Gro v e s t i n s op een half
uur afstands is overgebleven. Men behoeft doorgaans in Friesland
in de dorpsherberg, in den wagen, in de trekschuit, om
discours niet verlegen te zijn. En als wij straks in S ch oo noor d
terug zijn gekeerd, dan kunnen wij met een paar doornatte en
schamel gekleede landbewoners, die er even komen uitblazen,
genoegelijk een uurtje keuvelen over allerlei dingen, die wat
hooger en wat dieper gaan dan een gewoon koffijhuispraatje.
Het Friesche ras kenmerkt zieh door zekere fatsoenlijkheid en
een mäte van gezond verstand en ontwikkeling, die elders bij
boeren en arbeiders veel zeldzamer worden gevonden. En als
nu onze vriend Sw ar t s ons toont, wat zijn huis den reiziger
kan voorzetten; als nu ’t gezellig lamplicht schijnt over den
welvoorzienen en uitstekend toebereiden disch, terwijl daar buiten
met verdubbelde woede de regen klettert en de stormwind giert,
dan heeft werkelijk de droevige middag nog een gezellig en aan-
genaam slot.
Tusschen de dorpjes Oude Schoot en Br o n g e r g a in
de Grietenij S c h o t e r l a n d vond men tot in de tweede helft
der 17de eeuw een uitgestrekte heide, woest en eenzaam. De hand
des mensohen had deze wildernis nog niet aangeraakt. Wel was,
sedert een eeuw, in haar uabijheid het kloeke geslacht- van ver-
veeners en ontginners met ijver en kracht aan het werk. Voor
Friesland was een nieuwe tijd gekomen. De lange strijd tusschen
Schieringers en Yetkoopers, met al zijn gruwelen en eilenden,
was ten einde. ’tWas geen schade geweest voor land en volk,
dat zijn ruwe edelen door een krachtig opperbestuur een’ tijd
lang gedwongen waren, het zwaard in de schede te steken en
te rüsten van het onderling verdelgingswerk, waardoor niets
dan haat en hartstogt werd gekweekt. De werken des vredes
met hun zegeningen bleven niet uit. De afstammeling der edele
De k ama ’s was er niet minder om, nu hij zijn hart op andere
dingen zette dan op ’t'verwoesten van de stinsen zijner vijan-
den, en zieh met eenige burgers verbond tot vreedzamer arbeid
dan rooftogt en verdelging. De „compagnieschap” , waartoe jonker
P i e t e r van De kama , ridder en raad in den Hove van
Friesland, behoorde, kocht in 1551 groote, nog; onontgonnen
veenen in Schoterland aan. Yaarten werden gegraven en sluizen
gebouwd; turf werd gestoken en verzonden heinde en ver. Bragt
de loop des tijds ook zijn onrust en verdeeldheid mede, toen
de Hervorming doordrong en toen partij moest worden gekozen
voor of tegen den Spaanschen Koning; deelde ook deze land-
streek in de gevaren des oorlogs, die voor de heiligste goederen
des volks moest worden gevoerd, het groote werk der vereeniging