I I
voorplein, een vrolijke. rijk gemeubelde zitkamer zieh aan de
Chinesche kamer aansluit. De breede trap, regt tegenover den
ingang, is versierd met een reusachtige, verwonderlijk uitvoerige
en voortreffelijk bewerkte kopergravure, — een gezigt op Rome —
en een fraaije antieke kast. B o v e n de vestibule is een klein, smaak-
vol versierd vertrek, met gobelins, eikenhouten beschot,, geschil-
derde glazen, porselein, oude kästen en andere meubelen, en
afbeeldingen van En d e g e e s t in zijn’ voormaligen toestand, toen
het zijn galereijen en zijn ouderwetsche plantages nog bezat.
Onder de bovenkamers verdient vooral de biljartzaal boven de
eetzaal opmerking, om de oude en ten deele zeer verdienstelijke
schilderijen aan de wanden. Herinneringen aan Ca r t e sius worden
er niet gëvonden en de geschièdenis schijnt van het kasteel
niets te verhalen te hebben. Maar Endegeest behoort tot de fraaije
heerenhuizen, uit den bloeitijd onzer Republiek afkomstig, die,
met zorg onderhouden en met smaak gemoderniseerd, nog de
zeer begeerlijke woonplaatsen onzer hedendaagsche edelen en aan-
zienlijken kunnen zijn.'
Waar nu heenP Daar ligt op niet al te grooten afstand van
Endegeest een dorpje van hoogen ouderdom en grooten naam,
eeuwen lang vermaard om de vorstelijke abdij, onder wier be-
scherming het tot eenig aanzien geraakte en aan wier nabijheid
’t een hooge mate van bloei en levendigheid dankte. Die herinneringen
lokken ons naar R ij n s b u r g , dat overigens weinig
meer over heeft, om voor wandelaars den toch altijd vrij grooten
omweg te regtvaardigen. De Leidenaars maken er nog wel eens,
te voet of met rijtuig, een uitstapje heen. Sinds de stoomtram
naar Katwi jk op Zee er längs loopt, is ’t bezoek aldaar zelfs
zeer gemakkelijk gemaakt. Zulke togten geschieden echter bij
voorkeur in den zomer. Thans is ’t voorjaar. En: dat maakt ver-
schil. Wanneer wij de R. kerk voorbij en de Gr oe ne s t e e g
met haar huizen en buitentjes uit zijn, komen wij in een groote