van behoeven wij dus niet af te wijken van den grooten weg
Eenigszins ouderwetsch is het laatste huis van het dorp, op
den hoek der Blikkenburgerlaan, dat met zijn koepelvormige uit-
bonwsels den stijl van een vroeger tijdvak vertoont en met zijn’
uitgestrekten tuin als den overgang van de dorpshuizen tot de
buitenplaatsen vormt. De prächtige oprijlaan van Hoo g b e e k en
Roi jen ligt er tegenover, en aan die zijde zijn wij reeds geheel
in het gebied der landgoederen. Van hier zien wij ook het heeren-
huis en de schoone waterpartij dier aanzienlijke bezitting, waar-
onder een groot deel van het Zeisterbosch behoort. Indrukwek-
kend is de vorstelijke straatweg, door hooge beuken overschaduwd.
Links ligt S p a r r e n h e u v e l , regts, op eenigen afstand, het witte
hnis van S c h o o n o o r d , met de groene weide en de fraaije
boomgroepen er voor en het digte bosch er nevens, - ’t Behoort
onder de oude heerlijkheid St oet wegen, thans een der gehuch-
ten van Zeist. Aan Sparrenheuvel grenst Mol en bo sc h, dat
met een roodsteenen huis met witte pilasters prijkt en een smaak-
vol waterwerk en statige lanen bezit. Dwarswegen tusschen bösch-
jes en velden leiden naar het Zeisterbosch en naar de läge vrucht-
bare landen, die de Rijnspoorweg doorsnijdt. Een nieuwe sierlijke
chalet zonder zigtbaren naam, —- het grijze huis van He e r e -
wegen, met zijn’ vijver en zijn van lanen omringde weide, — het
ijzeren hek van Ri jnwi jk, dat den toegang geeft tot de lange
laan naar het huis, op grooten afstand tusschen den spoorweg
en den krommen Rijn gelegen, — het vriendelijke Ei k e n h o f
in een bogt van den weg, — de steenen palen, de waterpartij en
het wifte huis van het deftige landgoed de B r e ul —^ de elegante
Tal ly ho Cot t a g e , afgewisseld door hakhout, dennenboschjes,
akkers en weiden, volgen elkander op. Ook de landelijke schaaps-
kooi, de uitgestrekte boomgaard, de met riet gedekte boeren-
hofstee ontbreekt er niet. Verscheidenheid is er genoeg van fraaije
buitens, met bloemen en heesters, lanen en vijvers, grasperken
en boomgroepen, ook van eenvoudiger tafereeltjes, zooals de
zorgvuldig ontgonnen zandstreek ze te zien geeft, en eer wij het
weten zijn wij bij de nieuw aangelegde villa Bor n i a , zoo vrolijk
uitkomend tegen het donkere dennenhout op den achtergrond ,
en bij het logement Woud- en Be r g s o o r d , waar de spoor-
baan den breeden, lommerrijken straatweg kruist en aan de over-
zijde van den ijzeren weg het station Ze i s t -Dr i e b e r g e n dag
op dag tal van reizigers binnen zijn muren ontvangt.
Wederom buitens — „Toujours perdrix” ? f |i | Men kan van
het goede oök te veel hebben! Maar vooralsnog verveelt ons de
lange reeks van bloeijende lusthoven in geenen deele. De wande-
ling door de trotsche beukenlaan tusschen al die sierlijke tuinen
en zorgvuldig onderhouden heerenhuizen blijft boeijend, ook door
hün afwisseling. Want geen twee zijn gelijk. De aanleg, de vorm
en de ligging van het huis, de lijnen der waterpartij de ver-
deeling van bloemperken, heesters en boomgroepen p p dat alles
verschilt en houdt. de aandacht levendig. Maar voor een beschrij-
ving leent het zieh niet. In bijzonderheden te willen treden om-
trent ieder buitenverblijf zou zijn, een ondankbare taak onder-
nemen. Wie in werkelijkheid met ons wandelde, zou ons zonder
moeite getrouw blijven tot het einde toe, maar de medewande-
laar op den stoel zou t den halven weg niet uithouden. Toch
behooren' streken als deze tot het eigenaardige van ons vaderland.
Zij geven een beeid van de welvaart, waarin zieh de natie ver-
blijden mag. Zij toonen, hoe groot het aantal is clergenen, die
zieh de weelde kunnen veroorloven, zulke landhuizen te bezit-
ten , of althans voor de zomermaanden te huren. En de vreemde-
ling, die zieh een voorstelling van „Holland” wil vormen, moet
niet alleen enkele groote steden hebben gezien, mitsgaders het
huisje van Czar P e t e r en Br oe k in Wa t e r l a n d , maar ook
de zomerverblijven der gezeten burgerij moet hij leeren kennen,
gelijk hij die, te midden van de groote landgoederen der aristo-
eratie, in grooten getale bij Ar n h e m, bij Ha a r l em en niet
minder tusschen Ut recht , en Door n ontmoet.
Steeds buitens. — Welbekend aan alle reizigers op den Rijn