verblijf des heeren v an Suchtelen. De toren is voor een ge-
deelte van duifsteen en blijkbaar van hoogen ouderdom. Men
brengt de stichting er van tot het begin der 12de eeuw en misschien
zelfs tot het einde der l l de eeuw terug. Het bovengedeelte is
veel jonger en heeft niets opmerkelijks. Ook de kerk heeft in
den loop der eeuwen vrij wat herstellingen noodig gehad, maar
in de muren is toch nog vrij wat duifsteen te vinden. Een stuk
van den voet eener oude doopvont ligt verwaarloosd en ver-
geten in het gras. Niet ver van de kerk vinden wij het Station
en s - wat ons voor ’t oogenblik meer belang inboezemtgSS het
stationskoffijhuis. Want wij beschouwen onzen wandeltogt nog
volstrekt niet als geeindigd en den trein laten wij zijn’ weg gaan;
maar eenige rust en versterking willen wij ganschelijk niet ver-
smaden. Ons wacht nog een stevige marsch eer wij D ie pen-
veen hebben bereikt.
Onmiddellijk aan het dorp paalde in der tijd de havezathe
Aver ber gen. Wat daarvan overis, — het witte huis in het digte
plantsoen, door een hooge geschoren haag afgesloten, — ligt nog
op dezelfde plaats, maar de spoorbaan scheidde het buitengoed
van het dorp en doorsneed de laan van eiken längs den grint-
weg, die het bosch der havezathe aan het geboomte binnen de
dorpskom verbond. O v e r b e r g e n , zooals thans de naam luidt,
schijnt nu vrij wat minder tot Olst te behooren. De ,/bergen” ,
waar het tegenover heet te liggen, zijn in den omtrek verre te
zoeken. Men meent dan ook, dat het zijn’ naam ontleende aan
een oud geslacht U lt r a mon t e m (over den berg) , dat in
1260 in Overijsel moet hebben gebloeid. Jaren lang was ’t een
bezitting der uitgebreide en magtige familie van Voor st. ’tNog
overgeblevene van huis en goed werd in 1812 geveild, en al bleef
van het oude niet veel gespaard, gelukkig behoeft Averbergen
nog niet gerekend te worden onder het groote getal der adel-
lijke huizen van deze aan havezathen eens zoo rijke landstreek,
die met den grond zijn gelijk gemaakt. De plaats strekt zieh
tamelijk ver längs den lommerrijken grintweg en achter de daar-
nevens geschaarde huizenreeks u it, en tot haar behoort niet weinig
van het hooge hont, dat de bouwlanden ter linkerzijde van den
weg omzoomt, terwijl het statig geboomte vöör ons het huis
Hoenlo omringt. Iets verder rijst een kerktorentje op. ’t Is dat
van de R. C. kerk van Olst, gebouwd op de plaats, waar tot
in het begin dezer eeuw de havezathe Boskamp lag. Van deze
havezathe sliep het reg t, zoolang zij behoorde aan de R. C. familie
Kn o p p e r t , die onbevoegd was, in de vergadering der Stuten
zitting te nemen. Het huis had weinig aanzien. ’t Was een een-
voudig gebouw van twee verdiepingen, met een hoog dak tus-
schen twee puntgevels. In een- aan den achtergevel uitgebouwde
houten schuur hielden de Roomschgezinden uit den omtrek hun
godsdienstoefeningen. Toen koning Lodewi jk in Maart 1809
Overijsel bezocht en zieh op de reis van Zwolle naar Deventer
ook te Olst ophield, had hij gelegenheid, den predikant en den
pastoor een woord van lof toe te spreken om hun krachtige en
hartelijke zamenwerking bij gelegenheid van den watersnood, die
het dorp geteisterd had en beloofde hij tevens een ruime bijdrage
tot opbouw eener nieuwe R. C. kerk. Hoe haastig de koning
plagt te reizen als hij zijn gebied doortrok, hij gunde zieh toch
overal den tijd, naar de belangen en behoeften zijner onderdanen
onderzoek te doen. Zoo had hem te Wi n d e s h e im de ver-
vallen toestand der kerk getroffen en maatregelen ter voorziening
had hij toegezegd, terwijl hij in Wij he ’t gemis aan genees- en
heelkundige hulp had opgemerkt. Koning Lodewijk meende het
goed met zijn volk — te goed naar den zin van zijn’ keizerlijken
broeder, — en had hij de teugels van het bewind niet uit de
hand moeten geven, dan had ons vaderland zeker eenige jaren
van eilende en vernedering niet gekend. Maar welligt was dan
ook de zucht naar een onafhankelijk volksbestaan en de liefde
tot de ballingen uit het huis van O r a n j e -Nas s a u niet zoo
krachtig ontwaakt, en'sterker hand dan de zijne was noodig, om
zoo menig ingeworteld misbruik te vernietigen.