der bevolking vischt. Het wandelend deel kuijert //de singels om” ,
of »Endegees t om” , of „Boerhaave om” of längs den Rijn
naar de Vink. Leidens vlottende bevolking, meerendeeis door
de Muzenzonen vertegenwoordigd, wisselt zijn wandeltogten van
tijd tot tijd door rijtoeren af, en al is ’t bezoek aan den omtrek
daarbij niet altijd hoofddoel, de wegen en velden en dorpen van
het vruchtbare Ri jnland worden er toch aan deze Spes Patriae
door bekend. Sommigen hunner hebben zieh vereenigd tot een
wandelgezelschap, wiens leden met vluggen voet en telkens nieuwe
kracht in wijden kring hun togten uitstrekken. Een tweetal hunner
, wakkere en welbeproefde voeteerders, met de landstreek goed
bekend, met een hart voor de natuur, met liefde voor oudheden
en geschiedenis, vergezelt ons. Opwekkend gezelschap en hoog-
gewaardeerde gidsen zijn zij ons op de beide frissche voorjaars-'
dagen, die aan de omzwerving bij Leiden zijn gewijd. Een dier
dagen vindt ons in een gedeelte, dat vooral om zijn herinneringen
en zijn overblijfsels uit lang vervlogen dagen belangrijk is, al
wordt het natuur- en kunstschoon er met gemist. Den tweeden
brengen wij door in een landstreek, waar de natuur, door de
kunst geholpen, zieh vooral in haar’ rijkdom en haar liefelijk-
heid vertoont, al worden er ook stemmen uit den grijzen voor-
tijd gehoord.
Ende ge es t , R ijns burg, Oegstgeest , Poelgeest , War-
mond en Te y l i n g e n zijn de Jioofdpunten op het programma
van den eersten dag. S a ss e nh e im, Li s se, Keuk e n h o f ,
H i l l e g o m en Y o g e l e n z a n g zijn de namen, die'op den tweeden
dag den voorrang innemen.
Slechts ten deele kunnen al deze plaatsen gerekend worden,
tot L e i d e n s omstreken te behooren. Maar wij hebben ’t Station
P i e t G ij z enbr ug ter önzer beschikking, om er het eerste gedeelte
van den togt te beslniten en het tweede te beginnen, dat
aan d en Vo ge l en z an g eindigt, terwijl geen van beiden te
groot is, om zonder overmatige inspanning op een’ dag van Leiden
uit te worden gedaan. Sedert den zomer van 1881 is ’t nog veel
gemakkelijker geworden, nu de stoomtram, zoowel naar Rijnsb
ü r g als längs den schoonen straatweg op Haar lem, den afstand
aanmerkelijk verkort.
Ons komt de stoomtram nog niet ten goede. Wel zien wij
de rails nevens den straatweg. Wel staat er zelfs een wagen met
locomotief van de vermoeijenissen van een’ proeftogt uit te rüsten,
maar vooralsnog wordt de weg niet voor ’t verkeer geopend. Wij
zouden er trouwens geen gebruik van maken. De fraaije laan
van iepen, tusschen welige weiden en nette woningen, met het
gezigt op de bosschen van En d e g e e s t en P o e l g e e s t , be-
koeft waarlijk niet haastig te worden doorgevlogen. Echt Hol-
landsch is het vriendelijk landschap met zijn wilgen en elzen, met
zijn uitgestrekte grasrijke velden, waarin het vee zijn voorjaars-
weelde geniet, met zijn deftige buitengoederen, door den rijkdom
van adellijke en patricische geslachten gesticht en onderhouden,
met zijn huizen en tuinen, getuigen van de welvaart der burgerij.
Alleen het groote, naakte gebouw, op eenigen afstand uit de
gioene vlakte verrijzend, maakt een’ somberen indruk op.wie
het weet, dat daar, in het voormalige pesthuis, tal van jonge-
hngen in de kracht hunner jaren boeten voor overtredingen en
vergrijpen in militaire dienst. De tijden. schijnen gelukkig voorbij,
waarin de vreeselijke pestziekten onze steden kwamen teisteren
en de gestichten ter afzondering van de rampzalige lijders ver
buiten de muren moesten worden gebouwd. Kunnen wij rond-
zien in de rüstige, liefelijke landstreek zonder den hartelijken
wensch, dat ook eens de tijden mogten zijn voorbij gegaan , waarin
het noodig was, een menigte van naauwelijks volwassen knapen
zamen te brengen in omstandigheden, waarin de verzoeking tot
desertie en insubordinatie vaak zoo groot, de gelegenheid er toe
zoo veelvuldig, de verleiding tot allerlei kwaad zoo magtig is en
de beste levensjaren soms in een gevangenis moeten worden verloren,
om misdrijven, met de militaire tucht onbestaanbaar, maar
die in de burgermaatschappij niet als strafbaar zouden worden