palen met den naam K le i n J a g t l u s t wijzen ons aan, dat de
eikenlanen, bij wier ingang zij staan, tot een der drie groote land-
goederen van het Oranjewoud behooren. Wij slaan echter nog
geen dier lanen in , maar houden den zandweg tusschen de wilgen,
elzen, peppels en eiken, de doorn- en beukenhagen en de groene
grasranderi, waarover het vrolijk doorvallend zonlicht speelt. Bij
een huisje maakt de weg een scherpe bogt en nu treden wij het
bosch zelf binnen, ’t Is een donkere laan, met een digt belom-
merd voetpad er nevens. Zwaar is het geboomte er niet, maar
de forsche vormen der eiken, de blanke berkenstammen, de
boschjes van elzen en hakhout, tusschen wier digt gebladerte
de gouden gloed der zonnestralen wemelt, geven ons telkens
tafereeltjes vol liefelijkheid en kalme schoonheid te aanschouwen.
De kamperfoelie, die in weelderigen overvloed de boomen om-
rankt, vervult de lucht met haar geuren. Tallooze insecten zwer-
men en gonzen in de verkwikkende wärmte, die de late zomer-
middag voor ’t eerst weer sedert vele, vele dagen verspreidt.
Zoo naderen wij, stil en dankbaar het lang ontbeerd genot in
volle teugen genietend, het punt, waar bij de günstig gelegen
en anders druk bezochte, maar heden nagenoeg verlaten herberg
He i d ewo u d verschillende wegen in allerlei rigtingen uiteen-
loopen. He i dewo u d is een der middelpunten van het bosch.
Men kan er ook logies bekomen en bij langer of korter opont--
houd van hier het woud doorkruisen. Wij vertoeven er niet, al
ziet het er uitlokkend genoeg uit. Den tijd, die ons rest, heb-
ben wij te veel noodig. Als wij den weg tegenover het huis kozen
en dan regtuit gingen, zouden wij naar het fraai gelegen 01 d e-
berkoop doorwandelen. Dat ligt echter niet in ons plan. Daarom
slaan wij een zijlaan in, eveneens bestraat, die bij een bogt ons
brengt aan het heldere water, waarover aan den overkant de breede
takken van prächtige boomen neerhangen. Aan die zijde ligt een
aanzienlijke buitenplaats, met broeibakken en volleres, een’ smaak-
vollen aanleg en heerlijk geboomte van allerlei aard. Dit rijke
plantsoen behoort tot de overplaats van Or a n j ewou d , het land-
goed van den heer de Blocq van S c h e l t i n g a , en als wij de