De grondverw wordt op het papier gebragt door een aan-
tal doelmatig geplaatste borstels en aldus regelmatig verdeeld
over de geheele oppervlakte der lange rol, die er langzaam door
een machine onderdoor wordt getrokken. Vervolgens worden
de patronen met alhier vervaardigde lijmverw machinaal of met
de hand er op gedrukt. Bij de eerste bewerking loopt de rol
tusschen cylinders, geregeld naar het aantal kleuren, dat op het
behangsei moet worden aangebragt. Het drukken geschiedt door
middel van vilt, in den vereischten vorm door koperen randen
gehouden. Dezelfde machine vouwt het gedrukte papier in lange
slingers, die verder over de droogmachine getrokken en op.rol-
lengte afgesneden worden. Goud en „velouté” wordt eerst voor-
gedrukt met een taaije kleefstof en komt vervolgens in een kast
met raders, waar de stof er over wordt gestrooid en aan de
kleefstof hecht. Eindelijk wordt het geplet. Op een bijzondere
machine worden de verschillende figuren gedrukt, die geweven
stoffen moeten nabootsen en inderdaad verrassende uitkomsten
geven. Met groote belangstelling volgen wij den stillen, geregel-
den gang der werkzaamheden en slaan wij den arbeid der ver-
nuftig uitgedachte werktuigen gade. Ook de ruime magazijnen
en pakkamers en de werkplaatsen, waar de noodige hulpmiddelen
worden vervaardigd of de machines worden hersteld, höuden
onze aandacht langen tijd bezig. En wagen wij ons ook in het
minst aantrekkelijke gedeelte, — ’t lokaal waar de lijm wordt ge-
kookt, — dan is ’t ons een dubbele verkwikking, een’ blik te wer-
pen in den fräaijen tuin van het aan de fabriek grenzende heeren-
huis, met zijn bloeijende heesters, zijn geurende bloemen, zijn
hoog geboomte en zijn klaterende fontein.
Tusschen een fabriek en een’ middeleeuwschen gravenburgt
is de afstand groot. Tusschen het moderne leven, _door stoorn-
machines en scheikundige laboratoria vertegenwoordigd, en de
maatschappelijke toestanden, waarvan de dikke muren en zware
DE BÜRGT HORN. 29
torens getuigenis geven, ligt een wijde klove. Aan afwisseling
ontbrak ’t dan ook niet bij ons verblijf te Roermond, dat wij
met een bezoek aan het kasteel Hor n besluiten. Onze vriende-
lijke leidsman van vroeger, de heer Mu s q u e t i e r , is ook
thans weer onze gids, door wiens bemiddeling de poorten van
het slot zieh voor ons openen.
Het dorpje Horn met zijn kasteel ligt niet ver van Roermond,
aan de overzijde der Maas. Wij gaan de fraaije ijzeren rivierbrug
over en volgen den straatweg op W e e r t , die tusschen laaggelegen
vruchtbare weilanden doorloopt. Verderop wordt de grond
iets hooger en bij het dorp vinden wij uitgestrekte boomgaarden ,
door groene hagen omringd, terwijl op heerlijke weiden prächtig
vee zieh zelf onbewust ter slagtbank voorbereidt. Te midden van
een’ rijk begroeiden lusthof verrijst het kasteel, van mergelsteen
gebouwd, op een’ heuvel. De breede gracht, die vroeger de hoogte
beschermde, is thans welig met opgaand hout bewassen. Tusschen
acacia’s, bruine beuken, tulpenboomen loopt de slotbrug naar
boven. De vaste bürgt werd sinds lang een vreedzaam woonverblijf.
Toch vertoont zieh het hooge poorthuis met ziju’ gewelfden
doorgang nog krijgshaftig genoeg. Toch spreken de stroeve muren
van het hoofdgebouw nog van een’ tijd, toen het tegen storm-
ladders en brandpijlen bestand moest zijn. Toch verhaalt de dikke
ronde toren en het zware rondeel van dreigende krijgsgevaren,
die de versterkingskunst afweren moest. Al werd dan ook de
voorgevel van het slot in eenige bijzonderheden veranderd, zooals
een afbeelding van het huis in 1740 | | | | i n een der kamers be-
waard — ons laat zien, nog altijd maakt het een’ diepen indruk,
omdat, het zijn middeleeuwsch karakter in menig opzigt heeft
behouden. Zijn wij de poort, waarin de sleuven der oude valdeur
nog over zijn, doorgegaan, dan komen wij op een ruim binnen-
plein, nagenoeg geheel in zijn’ oorspronkelijken Staat bewaard.
Het woonhuis aan onze linkerzijde, door een zijgebouw aan de
poort verbonden en met een’ kleinen uitspringenden vleugel aan
den tegenovergestelden kant, is eenvoudig van stijl, grijsgeel ge-
pleisterd, met drie verdiepingen en een hoog dak. Eigenaardig