172 HAAR BOXTEL.
de avondschemering overvallen te worden. Een wandeling van
een paar kleine uren is niet te veel, na een’ dag van gedwongen
rust. ’t Blijft nög lang genoeg licht, om het landschap te leeren
kennen en als de regen ons verder met vrede laat, dan kan de
avond nog veel vergoeden, want de weg naar Boxtel heeft in
den omtrek zekere vermaardheid door de talrijke buitenverblijven
en de fraaije landschappen.
Wat wij bij ’t begin van den togt van Vugh t nog zien, is
weinig belangrijk. ’t Voornaamste gebouw, de R. C. kerk, heeft
niets opmerkelijks meer. Wel is haar muurwerk welligt ten deele
zeer oud,. want dit is de oude parochiekerk, die reeds vöor de
stichting der tegenwoordige Hervormde kerk bestond en ook uit-
drukkelijk als ,f/de oude kerk” bekend was, maar geele pleister
bedekt alles en de duifsteenen toren, die van oude dagen ge-
tuigde, is omstreeks 1824 gesloopt. De kerk, sedert 1648 onge-
bruikt en slechts met een dak van stroo gedekt — waarom zij
ook wde strooijen kerk” werd genoemd - p werd in 1824 aan
de R. C. gemeente afgestaan en tot de eeredienst ingerigt. H e y 1 -
k e n , „een geestel. persoene, tot Yuecht bij den Bossche, die op
het kerckhof van de* oude kercke plach te wouen” , ontving in
1575 een legaat van drie gülden bij testamentaire beschikking van
Mr. J o a c h i m van Op r od e , bisschop van He b r o n i. p .,
canunnik te Utrecht.
Zooais alle Brabantsche hoofdwegen, 1 is ook die naar Boxtel
breed en royaal en een zandspoor loopt er naast.' Op wat meer
of minder grond is blijkbaar bij den aanleg niet gezien. Eiken
en populieren zijn er längs geplant. Burgerhuizen en arbeiders-
woningen strekken zieh vrij ver buiten het eigenlijke dorp aan
beide zijden uit, afgewisseld door akkermaalsboschjes en aanleg!
Daar is de laan van Le e uwe n s t e i n en ook van hier zien wij
het huis in de verte , met zijn groot grasveld en zijn weelderig
houtgewas. Daar ligt ook het bosch van Maur i c k , met zijn
begroeide vijvers, zijn wild geboomte en zijn van den regen door-
weekte paden. Digt aan den straatweg beginnen zieh de buiten-
plaatsen te vertoonen. Het witte huis van R e e b u r g. in zijn defb
u it e n p l a a t s e n .
tig plantsoen, mede in der t.ijd een bezitting van koning Wil
lern I I , en een nieuw, opgeschikt gebouw, met witte torentjes
en kanteelen — een parodie op de oude bürgten der Brabantsche
edelen, vroeger hier in grooten getale te vinden — sluiten zieh
aan de reeks der dorpswoningen aan. Even vreemden indruk als
het moderne kästeel maakt de groene wal van een batterij, die
den weg bestrijkt. De rol van dat verdedigingswerk is, even goed
als die der middeleeuwsche sterkten, uitgespeeld. De breede zij-
weg over Ha i d e r naar St. Michielsgestel en Schijndel
buigt zieh hier af; schaduwrijke zandwegen en uitgestrekte bouw-
landen toonen ons, dat wij een hooger gelegen landstreek heb-
ben bereikt, dan wij aan gene zijde van Vught hadden gevon-
den. Ook kleiner akkertjes en moestuinelv zien wij, waar kool
en beetwortel groeit en de roode papavers blinken tusschen het
matgoud van de rijpende rogge. Huizen en huisjes liggen hier
en daar verspreid en armoedige, maar schilderachtige schüren
steken met hare bemoste daken boven de veldgeyvassen uit. Ook
de heerenhuizingen ontbreken niet. We l t e v r e d e n en B e r g e n
vertegenwoordigen de meer aanzienlijke verblijven aan dit ge-
deelte van den weg. Voorts zijn ’t weêr bouwlanden, ten deele
met lupinen beteeld, kampjes weiland, boschjes, rijen wilgen,en
bij een kromming van den weg een statig, donker bosch vooruit,
waartegen de witte paaltjes längs de heirbaan vrolijk afsteken.
Wij naderen blijkbaar een aanzienlijk buitengoed. Hooge sparren
breiden hun takken sierlijk uit. Een deftige eikenlaan met breede
grasbanden loopt uit op een ruim, wit gepleisterdhuis. Een groot,
maar siecht onderhouden gazon is van trotsche boomgroepen om-
ringd. Maar de plaats is onbewoond. Het oud-adellijk goed Bleij en-
dijk behoort overigens onder de fraaiste bezittingen in den omtrek.
Ook Boschwijk, hoewel minder uitgestrekt, vertoont zieh günstig
met zijn frissche grasperken, zijn bruine beuken en zijn groene
laan, die naar het tamelijk ver van den weg verwijderde huis
geleidt. De derde plaats op deze hoogte, Vo o r b u r g , spant echter
de kroon. Het groote, rood steenen heerenhuis, de prächtige
boomen waaronder een bruine beuk van opmerkelijke schoon-
. ■ ' 12 -