kaarten, globes, ten behoeve van het onderrigt in de kennis der
natuur in haar’ vollen omvang, ontbreekt het niet. Bijzonder
fraai is de bibliotheekzaal, door een rij groote vensters in den
achtergevel verlieht. Zij is in rococostijl, groen met witte figu-
ren, en de schatten, er bewaard, zijn van hooge waarde. De
kästen längs de wanden bevatten menig kostbaar en zeldzaam
boekwerk en in vitrines onder de vensters liggen merkwaardige
oude Charters, ten deele nog van de zegels voorzien. De be-
langstelling in deze belangrijke oorkonden behoeft ons niet te be-
letten, even de oogen op te slaan van de eerwaardige perka-
menten en het heerlijk uitzigt te genieten over het schoone stuks-
ken der wereld, dat nit de ramen der bibliotheek is te overzien.
Te lang moet het evenwel ons niet ophouden. Daar is nog meer
te zien en wij mögen geen onbescheiden beslag 3 eggen op den
tijd van onzen. vriendelijken leidsman. Een oppervlakkig overzigt
van de belangrijkste Charters houdt ons toch reeds tamelijk lang
bezig. Gelegenheid tot rondzien in den omtrek hebben wij straks,
als wij den toren aan den achtergevel hebben beklommen. Daar
is ’t gezigt rijk en prächtig. Beneden ons ligt de groote abdij,
met haar talrijke bijgebouwen, als in het middenpunt van een
stout en liefelijk landschap. Vooral aan de zijde van He rz og
e n r a t h , waar de welig begroeide hoogte afdaalt naar het
Wormdal, waar het stadje met zijn huizen en torens tusschen
het groen is gelegen, als van ouds onder de hoede van den
Saffenburg, waar bergen en valleijen zieh in rijke verscheiden-
heid afwisselen, zien wij een tafereel, dat ons boeit door zijn
schoonheid. De landstreek daar voor ons en rondom ons heeft
ook voor ons, Nederlanders, haar belangrijkheid, al behoort zij
thans meerendeeis tot Pruisens grondgebied. Immers wij overzien
een gedeelte van de oude heerlijkheid ’s He r t o g e n r a d e ,
in het midden der 12de eeuw door huwelijk met de erfdochter
der Saffenburgs aan het hertogdom L imb u r g gehecht en na
den slag van Woeringen den hertog van Br a b a n t toegeval-
len, maar sedert het begin der lo ‘le eeuw achtereenvolgens aan
B i r g e l , He i n s b e r g en G u l i k verpand. De heerlijkheid
IN DEN TUIN. 77
omvatte de bannen van Vaa l s - V y l e n en Ho l s e t , Ke r k -
r ade , Me r k s t e i n , U b a c h , Simp e l v e l d , We l s d o r f en
Ro e r d o r f , G u l p e n en Ma r g r a t e n , de dorpen Afden en
Bochol z en de vrije heerlijkheden R imb u r g en Al sdor f .
Toen Wi l l e m van G u li k in 1543 zijn hertogdom Gelder aan
keizer Kare! moest afstaan, werd hij erkend in zijn regten als
pandheer van ’s Hertogenrade. In 1609 was het landschap door
de Ye r e e n i g d e S t a t e n bezet :en bij tractaat in 1661 werd
het tusschen hen en den koning van Span je verdeeld. Aan de
Staten werden de .bannen Gul p e n , Ma r g r a t e n en Vaals
toegekend, terwijl in 1816 bij de grensregeling met Pruisen,
Ke r k r a d e , Ub a c b - o v e r-Wo rms , S im p e l v e l d en Boch-
holz bovendien aan het koningrijk Holland kwamen. Wij hebben
dus nog een oude betrekking op het landje, waarvan de
aloude hoofdplaats daar beneden ons ligt en waarvan een groot
gedeelte thans tot ons vaderland behoort. En ook het stadje
He i n s b e r g daar in de verte, even van hier te onderscheiden,
draagt een’ naam, die in onze geschiedenis niet zelden wordt
genoemd. Met moeite onttrekken wij ons aan het heerlijk pano-
rama. Maar een nieuw genot wacht ons in den uitgestrekten tuin ,
met zijn golvend terrein, zijn schaduwrijk geboomte, zijn viertal
heldere, boven elkander liggende vijvers, zijn schoone uitzigten
op de trotsche kloostergebouwen, op het stadje met zijn’ bürgt
aan den voet van den heuvel, op het bloeijend dal, waar de
bogtige stroom zieh tusschen begroeide hoogten en vruchtbare
bouwvelden kronkelt. Waarlijk, de vrome Ai l b e r t had een rijk
gezegend plekje gekozen, om er zijn klooster te stichten en de
choorheeren, die hier naar den regel van den H. Au g u s t i n u s
leefden, konden hun godvruchtige overpeinzingen opwekken of
afwisselen door overvloedig natuurgenot! En voor de tegenwoor-
dige kweekelingen, die er wandelend lezen en lezend wandelen,
is ’t een studeervertrek, dat menigeen hen benijden zou.
Een ruime speelplaats achter het gebouw, door kastanjes be-
schaduwd en van allerlei toestellen voor gymnastiek of speien
in de open lucht voorzien, geeft gelegenheid tot veelsoortige ont