Tusschen Gou t um en Wi r d um, niet ver van de plaats,
waar de spoorbaan den straatweg snijdt, ligt een klein huisje,
met een’ gevel in renaissancestijl, op een vrij groot, door een
gracht omringd terrein. Tegenwoordig is ’t niet meer dan een
spoorwacbterswoning. Maar ’t is toch wel te zien, dai het een
overblijfsel is van een vrij wat aanzienlijker gebouw. ’t Is trouwens
bet schamele overscbot van het eenmaal vermaarde Barrahuis.
Het klooster, onder dat te Be r g am behoorende, waar die
van Oostergoo in den tijd der woeste binnenlandsche twisten hun
landsdagvergadering hielden, is lang verdwenen. Dit huis was in
1507 de geboorteplaats van den welbekenden Wigle van Ayt ta
van Zwichem. De groote boerderij van Ni e uw- B a r r a h u i s ,
die door den soldaat en den ruiter in haar’ bloemtuin algemeene
bewondering wekt, heeft vrij wat meer aanzien. Sic transit gloria
mundi.
Van de talrijke stinsen en staten, nog in de vorige eeuw
onder Wr i r d u m gelegen, is niets meer over. Tusschen den heeren-
weg en het dorp vond men Unia-, Jouwsma- , Camst ra- ,
Oenema-, Cammi ngha- en nog een paar kleinere staten. Ten
deele waren het sterke huizen geweest; Unia althans weerde in
1498 de Leeuwarders af en werd door de Saksers in 1502 met
krijgsvolk en geschut belegerd. De oude stins werd op het einde
der vorige eeuw gesloopt. Eenige terpen, uit de vlakke velden
oprijzend, herinneren aan den tijd, toen de bevolking er veilig-
heid zocht, als de Middelzee het land overstroomde. De dagen
komen, waarin ook deze overblijfsels uit den voortijd vergeefs
gezöcht zullen worden, want de boeren graven hen af, om de vette
klei over hun akkers en weiden te verspreiden.
De buurt Wi j t ga ar d, met een fraaije R. C. kerk, ligt aan
den straatweg. Het dorp Wi r d um, waaronder het behoort, is
er tamelijk ver van verwijderd. ’t Is nog een groote, welvarende
plaats, al verloor zij door veranderde omstandigheden haar’ rang
als eerststemmend dorp van Le euwa r d e r a d e e l . In de breede,
met klinkers bestrate en met linden beplante dorpsstraat staan
vrij wat kloeke woningen en deftige heerenhuizen. En al verloor
de groote, in 1716 vernieuwde, kruiskerk in 1680 een van haar
beide torens, terwijl de tweede in 1806 werd herbouwd, zij
blijft nog steeds een zeer aanzienlijke dorpskerk, wier van Friesche
moppen opgemetseld koor met een aantal rouwwapens prijkt, terwijl
onder de zerken der E eytema ’s, Her i ng a’s en Cams t ra’s,
die de grafsteden veler edeien dekken, merkwaardige proeven
van steenhouwe'rskunst worden gevonden. Vooral opmerkelijk is
de prächtig bewerkte, misschien wat al te veel met beeidwerk
overladene zerk van Wi j tze R i e n k s van Cams t ra, gestorven
in 1555. Een bevoegd beoordeelaar noemt dezen arbeid van Vi ncent
Lucas (/een pronkstuk in dit vak van kunst, dat in het
midden der 16de eeuw optreedt met een volledigheid, waarover
wij ons moeten verbazen.” Zulke steenen moesten in den muur
worden gemetseld, om gezien, bewonderd en voor ondergang
bewaard te worden. Buiten de kerk is de grafstede der weduwe
van Ru u r d Carel van Cammingha en van den Heer von
Glock man , overleden in 1832.
Een uitstapje naar Zwi ch em, hoewel op slechts een goed
kwartier afstands gelegen, durven wij ons niet te veroorloven.
Trouwens, Ay t t a h u i s aldaar is gesloopt en het door Viglius
gestichte gasthuis heeft veel van zijn belangrijkheid verloren, al
draagt h e t, naar men ons zegt, nog eenige teekenen van oudheid.
De sieraden uit de kapgl werden reeds voor lang naar Wiarda-
state overgebragt.
Behalye het voorgenomen bezoek aan Zwichem hebben wij
onze plannen, ondanks de aanvankelijke teleurstelling, kunnen ten
uitvoer brengen en bij tijds bereiken wij ’t Station Wi r d um —
een goed kwartier van het dorp — waar de trein ons opneemt,
om ons af te zetten te Oudeschoot , vanwaar wij het Oranje-
woud ingaan.
Wij mogten daar een’ heerlijken zomeravond doorbrengen.
Maar daar wij ons niet hebben verbonden, om een doorloopend