deze streken rondwandelt vindt zieh bevestigd in zijne overtui-
ging, dat het goede land onzer inwoning voor hem, die weet
te zoeken en te vinden, nog rnenig plekje heeft, ten volle waard
te worden gekend om zijn’ rijkdom aan natuurschoon, Verbünden
met allerlei herinneringen uit dagen, die reeds lang achter
ons liggen.
A A S T E E K E I I N G E N .
Behalve de gegevens in den T e g e nw. S t a a t v a n Ov e r i j s s e l , den
0 v. A lm a n a k , de B i j d r a g e n t o t de ge s ch . v a n 0 . , de werken van
R a c e r en D um b a r , de g e s l a c h t k u n d i g e a a n t e e k e n i n g e n van
Mr. I. v a n D o o r n i n c k e. d. verspreid, knnnen de markeboeken R a n d e ,
H e n g v o r d e n enz. voor naanwgezetter Studie van den ouden toestand der
landstreek nog wel bijdragen leveren. In de werken d e rVer . t o t b e o e f e n i n g
v a n Ov. r e g t e n g e s c h . zijn zij te vinden (3äs deel, 14de en 15de stuk).
De leengoederen der proostdij te Deventer zijn in bet l l a° stnk opgenoeind.
Daaronder bebooren velen in dedoor ons bezochte streek. De goederen wis-
selden vaak van naam. Zoo beette Hersen eerst L a m b e r t s g o ed of
B r a n d s h o e v e , later H o o g e r b e e k .-•• de Krijtenberg vroeger Wi j h e r -
m a r s e h e — de bof te Hengforden later R e n t e k o l k — Roobrngge eer-
tijds d e B r ü g g e .
Over bet geslacbt van Wi j h e verg. de N a v o r s e h e r 1876 bl. 523 e. v.
(Bl. 301 r. 16 v. b. Staat 15d« eenw, lees 13di).
Inlicbtingen ontving ik bovendien van den archivarihs v a n D o o r n
i n c k , en de H.H. baron v a n ' K n o b b e l s d o r f f v a n de G e l d e r en
Ds. L. v a n Di j k te Wijhe. De vondst van betj kinderlijkje in de pnin-
hoopen van het slot te Wijhe werd mij in der tijd medegedeeld door nn
wijlen Dr. M ü l l e r , die bet nienwe slot heeft gebonwd.
Afbeeldingen van H e r x e n , Z u t b e m , H a g e n v o o r d e , D i n g s h o f e n
R a n d e zijn op t arebief te Zwolle; eene van B o s k a m p bernst in de (ook
voor Overijselsche kasteelen belangnjke) verzameling op de gemeentebibliotheek
te R otterdam.
E ENI GE T O G T J E S IN F R I E S L A N D .
Wii zijn reeds geen vreemdelingen meer in de belangwekkende
irovincie, met wier naam voor eenwen een groot gedeelte van
>ns tegenwoordig vaderland werd genoemd. De prächtige bosschen
n den omtrek van Beet s t e rzwaa g hebben wij doorkruist.
Bloeijende vlekken en dorpen, die aan het nederig maar nuttig
verk der verveening hun ontstaan te danken hebben, leerden
,vij kennen. Onafzienbare weiden en vette kleilanden hebben wij
rezien, waar vroeger wilde wouden groeiden, of de Middel -
see golfde. Over groote meeren en door lange, stille vaarten
droeg ons stoomboot of zeilschip en in geheimzinnige, tusschen
riet en biezen verscholen plassen zagen wij het gloeijend avond-
rood of fantastisch gevormde wolkgevaarten zieh spiegelen. Wel-
varende boerderijen, nette buitenverblijven, deftige landgoederen
kwamen wij voorbij, en enkele i /Staten , eertijds door edele
geslachten bewoond, hebben wij bezocht. Van overoude dorps-
kerken vonden wij nog velen gespaard. Sommige eigenaardigheden
uit het volksleven ontgingen ons daarbij niet. Het spreekt echter
van zelf, dat daarmede de stof nog op verre na niet is uitgeput..
Slecht.s enkele streken van het gewest werden door ons bezocht