STEEG IN HET CHINEESCHE KAMP.
waarvoor een beperkt aantal voldoende is. Door hierop niet te letten, heeft men een
talriik Chineesch proletariaat in het leven geroepen, dat zieh bij voorkeur op de
gewraakte praktijken, liefst nog op exploitatie van den Inländer toelegt, en voor de
anderen den strijd om het bestaan aanmerkelijk Om die bezwaren en nadeelen, welke aan het isv ekrobmlijefn dvere rCzwhianreeenz.e”n in Indie vei-
bdouns doeonk zhijine,r tneo bge paearnk edne, iosr dme.e nV oeprs cmhailaletrnedgee levno obrsetdeallcehnt .d iHeneat aCnghainaenedzee zni-jvnr eara ggsetduaka nis.
In de eerste plaats wordt noodig geacht een belangrijke beperking der immigratie
van Gdeeh eCeih ibneehezoeonrt. zij niet geslöten te worden, omdat dit niet noo•d ig i.s en omdat het
goede element onder de Chineezen in gehalte en waarde achteruit zou gaan, als het niet
meer uit China werd aangevuld. Een regeling tot beperking der immigratie in dezen
zin zal wel niet zoo heel moeielijk te treffen zijn,” zegt de heerGroeneveldt. Verder:
„’De pachten moeten worden afgeschaft, niet, omdat ze in de handen van Chineezen
ziin, maar omdat ze pnvermijdelijk met kwade praktijken zijn omgeven, aan welken
landaard de gestie ook mocht. zijn toevertrouwd. In deze richting is reeds een
belangrijke stap gedaan door de proeven met de opium-regie, (zie pag. 122) die,
hoewel aarzelend uitgevoerd, het pleit toch onherroepelijk gewonnen hebben. De
andere pachten zullen nu wel volgen, zij het ook, dat voor die der pandhuizen, voor
zoover mij bekend, nog niemand een vertrouwbare oplossing heeft kunnen leveren.
, Een zeer moeielijk vraagstuk is het, hoe een einde te maken aan de exploitatie
van den Javaanschen landbouwer door de Chineezen, zieh voornamelijk voordoende
in den vorm van onereuse voor schotten, die bij den opkopp der producten van den
Inlandschen landbouw een zoo groote rol speien. Velen willen het redmiddel alleen
daarin zoeken, dat de Chineezen zooveel mogeiijk uit de binnenlanden, althans uit
de desa’s worden geweerd. In sommige gevallen kan dat inderdaad nuttig wezen,
maar hierbij vergete men niet, dat de Inlandsohe landbouwer den Chinees in velerlei
opzichten noodig heeft en dat men hem geen dienst zou bewijzen, door zondermeer
de aanraking te verbreken met de personen, die hem zijn product afkoopen en hem
heUlpietn haeatn bgoevlde,n satlasa nhdije dabtl ijbketh oreefetd.”s , hoe moeielijk het is, het, Chineezen-vraagstuk
voor Indie op te lossen: billijk voor de Chineezen, en zonder nadeelen toe te brengen
aan de economische ontwikkeling des lands. De Chinees toch is een zoo integreerend
deel van de Indische maatschappij geworden, dat hij in vele opzichten moeielijk kan
gemist worden. Zoowel de Europeaan als de Inlander in de binnenlanden zien den
Chineeschen „klouter” gaarne, omdat bij dezen goedkoop gekocht wordt. Indien de
Chineezen plotseling verdreven werden, zou er stoornis komen in het Inlandsch
maatschappelijk raderwerk. Zij zijn het, : die de producten, welke de groothandel
invoert, onder de bevolking brengen. „Neem den Chinees weg,” zegt Dr. de Groot,
„en de gansche invoerhandel, waarvan o.a. Twente bestaat, wordt onmogelijk. En
hieDrmaaerdene bSovtaeant mofa vg almt eene no ogko endi edte evle rdgeerte nv,a ddearlta ndde secxhpel oniitjavtieer hdeeird .I”nlanders geenszins
uitsluitend door de, Chineezen is geschied; dat zelfs het Nederlandsch bestuur in de
bloeiende dagen van het cultuurstelsel eveneens daartegen zondigde. W at geschied
is, mag echter niet tot verzachting van den bestaanden toestand dienen. Möge het
Nederlandsch Gouvernement de Inlanders tot die ontwikkeling kunnen, brengen,
dat zij bestand zijn tegen de Chineezen en anderen in den ecönomischen strijd, .en
möge verder het Gouvernement ophouden, de Chineezen als pachters der belastingen
te gebruiken: daarmede zou veel gewonnen zijn,
II. A rabieren.
Van de vreemde Oosterlingen noemen wij in de tweede plaats de Arabieren.
Hoewel de Arabieren sedert eeuwen Nederlandsch-Indie bezocht hebben, schijnt toch
het ontstaan van bepaalde Arabische nederzettingen eerst van het begin dezer eeuw
te dagteekenen. Het aantal Arabieren in Indie is merkbaar toegenomen, sedert de
opening van het Suez-kanaal een nader verkeer tusschen Indie en Arabie tot stand
heeft gebracht.