H O O F D S T U K X.
HET STAATKUNDIG EN MAATSCHAPPELIJK LEYEN OP JAYA.
Wij moeten nog nader een blik werpen op de kleinste groepeeringen in het
staatkundig leven op Java, en bij enkele volksgewoonten en toestanden stilstaan,
mede tot aanvulling van hetgeen wij daarover vroeger zeiden.
In de eerste plaats moet dan de desa als staatkundige eenheid besproken worden.
De Inlandsche bevolking van Java en Madoera wordt, zooals wij zeiden op pag. 83,
ingedeeld volgens distrieten en de districten worden weder ingedeeld in desa’s. De
desa’s vormen aldus de kleinste staatkundige eenheden der Inlanders. Wij hebben
de desa’s als dorpen reeds beschreven; thans willen wij die hun staatkundige beteekenis. nader beschouwen in
Onder desa verstaat het Nederlandsch gouvernement een Inlandsehe staatkundige
eenheid, administratief verbonden en tot een zelfstandige organisatie vereenigd. De
desa op Java komt in dit opzicht veet overeen met de gemeente volgens het Nederlandsch
staatsrecht, wordt ook in de Nederlandsehe verordeningen „gemeente”
genoemd en is gedeeltelijk op democratische grondslagen opgebouwd.
De vraag omtrent het ontstaan van de staatkundige vereeniging der bevolking tot
desa’s in de Inlandsche maatschappij valt niet gemakkelijk te beantwoorden, en
verschillende hypothesen zijn hierover uitgesproken. Nauwkeurige historische gegevens
hierover ontbreken uit den tijd der Compagnie zoowel als uit ouderen tijd. De
Oost-Indische Compagnie kwam bijna niet in aanraking met de Inlandsche huis-
houding, zij had daardoor voor de organisatie en werking der desa’s weinig belang-
stelling, en droeg hiervan ook geringe kennis. Zij bemoeide zieh sleohts met de
vorsten en hoofden, niet met het volk.
Eerst Raffes was het, die onder het Engelsche tusschenbestuur in de desa de
beteekenis zag, welke men er later aan bleef hechten, en die de desa voor het eerst
tot een territoriale eenheid maakte, met het uitdrukkelijk recht, om zelf haar hoofden
te kiezen, mits die gekozenen inwoners der desa waren, en het geschiedde onder
goedkeuring van den resident. Aan deze hoofden werden apanagevelden toegekend,
die echter niet, zooals vroeger, afgezonderd bleven van de overige gronden, doch
daarmede langzamerhand vermengd werden. Deze hoofden werden beschouwd als
de desa-eenheid te vertegenwoordigen; zij werden als huurders der dorpsgronden
met de verdeeling en inning der landrente belast.
De desa’s vormden aldus administratieve eenheden en dit beginsel is, zooals wij
zullen zien, onder het latere Nederlandsch bestuur gehandhaafd en zelfs uitgebreid.
Zij is naar den oorsprong een eigenaardig instituut in het Javaansche volksleven,
een nationale instelling van de Javanen, die hun eigenaardige rechten en plichten
bepaalt, en gebaseerd is op de historie. Daardoor is de desa met zijn adats zoo
nauw aan het volksleven verbonden. Dit is een der oogpunten, van waaruit men
de desa beschouwen kan, en in dit opzicht is de kennis der desa’s van groot belang
voor het Gouvernement.
Welke was de oorsprong der desa’s? De heer Van Baak geeft daarvan de volgende
voorstelling.
Aanvankelijk leefden de volken in den Indischen Archipel, de Polynesiers, overal
in stammen verdeeld, zooals dat in een aanzienlijk gedeelte van Sumatra, Borneo,
Celebes, Ceram, enz., in het binnenland nog het geval is. De aanraking met
vreemdelingen had het meest plaats aan de kusten. Door den invloed van deze
evnre ewmedrdeleinn gdeen lvlnedrkscrehgaepnp edne inst asmtamteenn evne erliajlk eene nv emraenedr emrdo. dMerente nd ev o^rfmm rvradne rbse sd ezer,
natien sloot het Gouvernement van Nederlandsch-Indie overeenkomsten. Toch zijn
die hervormingen meer schijn dan werkelijkheid, en in het volksleven praedommeere
nog de voorvaderlijke, patriarchaal-democratische staminstellingen. Nergens bestaan
in den Indischen Archipel potentaten, die alleenheerschers zijn, ^ostersche vorsten,
die alle Staatsmacht in zieh vereenigen en eigenaars ^jn van alle g™nden m hun
rük Dit bliikt ook hieruit, dat het Gouvernement nooit traetaten heeft aange?aan
met den vorst alleen, maar altijd met den vorst en zijn njksgrooten; met het stamh°
Il> zhnitaten^die' ontstaan zijn uit een enkelen stam ; andere hebben hun ontstaan
te danken aan een vereeniging van stammen, die nu eens vrij willig, dan weer g ed w o n g en to t s ta n d k w am , d o o rd ie n d e s tam m e n o n d e r o v e rh e e rsc h in g v a n e en
bveresetamadt elsilnegc htzsi jnp rgiveraaaatk te. igIenn deoemn sdreecrhgte liojkpe nd eSnt aaotn, tugiotn neeenn enkelen stam gesproten g r o n d ; d e Staat ,s met
verdeeld in een aantal gemeenten met eigen bestuur en grondgebied, maar al de
groAnlds bdeeh oovrot rsata n edne n ziSjnta atr,i jdkes gvroeortteegne nvwroeoemrddigeenr vzaijnn , heMt aallegieemrse, enB. oegmeezen of
Makassaren, Hindu-Polynesiers, en meerdere stammen o n d e r hun gebied vereen g
hebben zooals op de kusten van Borneo, met het rijk van Ternate en Tidor, hier
en daar op Celebes het geval is, dan hebben soms stammen hun bestaan eemgszi s
gehandhaafd, zijn Vasallen geworden van het rijk, en in het bezit hunner grenze
gebleven S^ms ook hebben de stammen zieh door vermenging opgelost in een Staat,
waardoor hun grenzen vervallen zijn. In het eerste geval is de stam eigenaar gebleven
van den onontgonnen grond, in het laatste geval is de Staat in de rechten getreden
¡»M liiMMlB d ,t ta t oorepronkelijke ■RS » n &&£>§
gronden gebleven is aan de stammen, ook al werden de leden van den stam doo
lKaterel regelingen van het gouvernement in verschillende gemeenten ingedeeld. rechteng evmaene nhteelti jkgeo uivnedreneelminegn t,h avdo omr epeor liteieenzo ragd, ministratieve beteekenis voor de m a a r daarbmnen bleven de oude
rechten op den grond op de patriarchale stamrechten berusten. In de Minehasa
binegsetödnedeeldn estna momndener, dhieet orencdhetrs trheeetk sgchez agge zvaagn van het Nederlandsch bestuur staa ,
echter de stammen hebben daardoor hun grenzen met verloren en leiden nog een
zelfstandig bestaan voort met eigen grenztn. De rechten op den woesten grond
komOpe n Bdoaarnr eoa anh ehbebt edn istzriiecht tobei,j noan tgoovnenraeln vgrreoenmd daealinn gpeini,v aHte enidgue-nPaoalyrsn.esiers zelts
Aworaebsiteer egnr ognedveens tibgdeh, oödrieen dhe ieDr ajaaaknsc hdee srtaemspmecetnie vaea ns tazmiehm eonn doefr waaonrp ehne t hreibjkb,e na.l s Ddee HMHHh I SB— H •»»-¡SS ia”nsd eeeleinn g sdpoeor rb evvaonl kdinegn inp rsimtaimtimeveenn, etone hsteaenfdt ,m geenw hijazairg da lsd ozooro dvaemrsgc hniolgle nted eb eisncvhloouewdeenn
Op Java hadden bovenal de Hindu’s invloed op de ontwikkelmg der desa s en gave
Z1^Bhaaded oudeaffindu’s in Hindostan heette het hoofd van een district of landschap,
hdoaot fdm evta nd ee eonn tdveasnag, stv odoerr wbeellkaset inbegneanm bmelga slta twera,s , onder het rijk van den ¿Moo^g’ooll , 'de
beTnaomeni ngd ez eHmiinnddua’rs kowp amJa. va kwamen, vonden zij hier* waarsc.h.i.j nnhjk de bevolking
nAorgc hiipne l.s taDmiem setna mvmeredne ehldad, dzeono aeles n npua trinaorgc haoapl -dveemleo cpralatiastcsehn b ehsteut urg. evHael t ^sta m!n h odoef"d
werd verkozen en oefende het bestuur uit in overleg met de oudsten, die een
grooten soms overwegenden invloed hadden. Het volk genopt een groo e ma e v
M en onderlinge gelijkheid. Noch adel, noch slavermj, noch pandelingschap
behoorden tot de stam-instellingen. Men leefde in den grootsten eenvoud, en, zoo al