geheele terrein rondloopen, en wel linksom, terwijl hij hier en daar eenig zout strooit.
Het gebed luidt „0 God, laat Uowngeenv ezeerg eanls nveodlegrtd:alen op Uwen dienaar door Uwe barmhartigheid.
0 TBoacrhm mhaargti gmsteen dneire tb zaermggheanr, tidgaetn !d”e Javaan de grondsoorten niet kent; zooals de heer
Mayer aantoont, heeft hij zelfs talrijke benamingen voor verschillende samenstellingen
van den bodem, maar in de toepassing van deze bij het gebruik voor den landbouw
gaat hij niet ver en wordt hij beheerseht door bijgeloof en de „Adat”, de van vader
op zoon overgegane gewoonte. Toch mögen wij den Javaan daarover niet zoo hard
vallen; hoe lang werd ook in ons land trots alle onderwijs de boer beheerseht door
de gewoonte, van vader op zoon overgegaan I De boer is conservatief in zijn natuur,
zoowel hier als elders; een kalme voorzichtigheid doet hem steeds vreezen voor overijling.
Bij den landbouw in Nederlandseh-Indie Staat de rijst-cultuur zoozeer bovenaan,
dat men aan haar trap van ontwikkeiing die van de maatschappelijke toestanden
eenDeer rliajsn.dtbsotruewe kk okmant tvooeotrs einn. verschillende Stadien van ontwikkeiing. Als den meest primitieven vorm kan
men den gaga-oigogo-
bouw besehouwen, in
de Soenda - landen
hoema-bouvo en op
Sumatra ladang-
bouw genoemd. In
het aanzienlijkst' ge-
deelte der buitenbe-
zittingen verheert de
rijstbouw nog in dien
toestand.
De gaga-bouw is
eigenlijk niets dan
een roofbouw, en
werd vooral toege-
past in den tijd, toen
de bevolking noggeen
vaste woonplaatsen
had, maar een meer
of minder nomadisch
leven leidde. Dezen
bouw vangt men aan,
door woeste, onge-
bruikt liggende landen
te ontginnen.
Met groote kraehtsinspanning worden de zware, woudreuzen geveld, wordt het harde
alang-alang (rietachtig gras) gekapt, het onderhout verwijderd, en waar die taak te
moeilijk is, steekt men de planten in brand, om den bodem opente maken. De zware
stammen, die aan het vuur weerstand bieden, laat men staan. Zij blijven zieh als
hoAogJes , dzew abrtoed, evme rkzoooo ldeeen isgtoszminpse nv rbijo vegne,k homete nv eeldn veeernh ewlfeeinn.ig geeffend is, worden in •
den regentijd door de ontginners met puntige stokken gaten in dien bodem gestoken;
de vrouwen of meisjes werpen hierin eenige rijstkorrels, en hiermede is alles verricht.
Nu wacht men op den oogst, die na vier of vijf maanden valt, en de zware arbeid der
ontginning wordt door een geringe opbrengst vergoed. Eenige jaren blijft de nomadische
rijstbouw op dien grond duren, en als de bodem is uitgeput, verlaat de nomade het land,
dat spoedig -weder met alang-alang of bosch bedekt is, zoodat men de vroegere bouwlanden
niet kan herkennen. De zwervende landbouwer zoekt intusschen elders weder bosch-
grond, waar hij denzelfden rijstbouw uitoefent, om ook dezen na eenigen tijd te verlaten.
De gaga-bouw wordt buiten Java, en op dit eiland tot voor weinige jaren, gedreven
door de meer vlottende bevolking, die geen eigen velden, noch aandeel in de desa-
TEGALS. ONTGINNING. PLOEGEN.
o-ronden bezit Primitiever ontginning en bebouwing is niet denkbaar; tegenover een
Snaastte !toe’vkaonm satr. beDide erne gJegennfg Swtaeartd ohoike reveann ook overtuigd, zoodat Jzij mB iö/Ä# een
ovnerteoirndne“nningg v eurigtvuananridnigg dvee reoips chdte woonrdtgt.i nVnidndgr 1v8a7n4 wwaose setee n gdreorngdeehnjk ew vaearrgbuijn mvonogr odoke
wel n Ä doch er waren geen straffen op overtredmg gesteld zoodat het gebod
veel werd overtreden. Toch is het euvel ook thans nog met geheel uitgeroeid, en
vele naakte bergen op Java wijzen zelfs daar aan, dat met zelden op wandalistische
Bwiize ml et bdeel aonngt gviannn idneg^ Swtaeartdsb oosmscgheesnp,r odnige ehni.e rdDooocr hm mete veer rmene tmigeienrg wboedrdret igzdy wbeeprderekn
D e oorspronkelijke, primitieve gaga-bouw heeft zieh in de eerste plaats ontwikkeld
tot den tegal- of tiparbouw, een overgangsvorm tot die d e r s a w a h ’s. Teqal is de a lg em e e n e n a a m , d ie n m e n a a n d e n m e t te D evioeien
b o u w g ro n d in d e v la k te o f op d e b e rg h e llin g e n g ee ft. V e rte g e n w o o rd ig t d e g a g a
e e n tiid e liik e , een v o o rb ijg a an d e w a a rd e , d e te g a l d a a re n te g e n is e e n b e p a a ld e a k k e i,
d ie op e e f g e re g e ld e e n g oed e b e w e rk in g k a n re k e n e n e n v o o rn am e ly k ook v o o r de
a a n p la n tin g v a n palawidja o f zo o g en aam d „ tw e e d e g ew a s d ie n t, d .i. v a n a lle la n d -
b oVu woonrr o dduenk teana, nbleegh alvvaen p aeerin (eneienu rwij sttesogoalr-tv).eld kiest de J a v a a n gewoonlyk een stuk
ara-arä grond, d.i. een nooit bewerkt geweest zijnd grasveld, dat niet of slechts
weinig met kreupelhout begroeid is. Nadat hij het kreupelhout, als dit aanwezig is,
eekapt heeft is het zijn eerste werk, längs de grenzen van het veld zoden testeken en
die omgekeerd op de piek te laten liggen; dikwijls doet hy dit ook Jn g s de diagonalen
van het veld, zoodat er een kruis van zoden over ligt. Dit is yoor anderen
een teeken, dat het veld reeds door iemand m bezit genomen is. Bij houtterrem
duidt men dit aan door het wegkappen van boomen en streiken om de grenzen van
heDite a°Oef gaat looraf, soms langen tijd. Als de tijd der beplanting nadert wordt
het aangewezen terrein nader ontgonnen. Soms wordt de overdekkende graslaag y
zoden afgestoken, om die tot een soort van wal längs de grenzen van het veld te
vormen. Bijna op dezelfde wijze vangt men ook in ons land de ontgmmngen aan
er wordt een wal om de ontginning gelegd, meestal gevormd uit aarde van een sloot
die er om gegraven wordt. Op Texel en elders op de zandgronden ziet men de
stuAklkse nd el anodn tgniongn imnge tz oaoa rdveern gweavlolerdtjeersd oism, rbineggdm. t men den ploeg te gebruiken. Bij
den gaga-bouw wordt geen ploeg gebezigd. Op vlak terrein kan men met de gewone
Iwlomekoe tMerecht, owp loheeklolien giesn egeenb rluiickhtt em pelno edge, bbreosetdajaonedl,e a lusi td idt nmeo gsteulikjkk eins, heno nat n: deeerns
boom, een roer of staart en een omwoeler met een ijzeren schoen aan de punt. De
karbouwen worden z o o aangespannen, dat elke bewegmg van den ploeg aan
wordt medegedeeld. De broedjoel heeft veel overeenkomst met den vorigen ploeg
doch de schoen loopt glad af en heeft den vorm van een voet. De patjoel is een
houweel, waaraan het ijzer met een scherpen hoek aan den steel zit en wordt
met de hand gebruikt, om den grond om te werken; kleine velden worden hier
m H e t bv e ld r w o rd t o n d e rsc h e id e n e m a le n g e p lo e g d : tw e e ä d rie m a a l, e n m e n tr a c h t
te lk e n s zooveel m o g e lijk d w a rs d o o r d e re e d s g e tro k k e n v o ren te pilcegen A >s fiet
te rr e in e r z ieh to e le e n t, w o rd t e r d e e e rs te m a a l w el in e e n k-ring g ep lo eg d , zo o d at
d e v o re n sp ira alsg ew ijze n a a r h e t m id d e n lo op en. Na e lk e b e p lo e g m g w o rd t d e
■ dVgrondelvoldoende is omgewerkt en fljn gemaakt, wordt er voor de Jaatste
maal <megd; daarna gaat men over tot het trekken van njen door het ve d, om
daarin te poten, of wel tot het zetten van pootgaten met denpootstok, terwijl soms
ook lange, smalle beddingen worden opgeworpen. Dit hangt af van de soort van
naVlaawni didae, wvoelekdei ngmsemni dwdeelnesnc, htd itee pallas ntpeanl.a widja worden geplant, S^t aat d, e mai■s off
gTeuprlkasncth ei nt arstwreek e(mn,a isw, adajra jodeen gr,i jmst'i lonei)e tb oavaerndaeann . wiDl.e zeO wp oSrdutm oac£tra wordt zij soms