H O O F D S T U K X X V 1 1.
A U S T R A L I E E N T A S M A N I E .
Ü Y E R Z t 0 H T.
Wij eindigen onze beschouwingen van de bewoners der vreemde.werelddeelen met
die van het vasteland van Australie, het werelddeel, in welks ontdekkingsgeschiedenis
de Nederlanders een belangrijke roi hebben vervuld. Het aandeel der Nederlanders
in de ontdekking van Australie is op grond van vele gegevens laatstelijk op weten-
schappelijke wijze in het licht gesteld door Prof. J. E. Heeres 1).
Als den eersten ontdekker van het vasteland van Australië moet men den Nederlander
Willem Jansz. met het schip „het Duifken” beschouwen, die in 1605 Banda verliet,
met bestemming naar Nieuw-Guinea. Op grond van verschillende gegevens, zegt
Heeres, kan men als vaststaand aannemen, dat „het Duifken” de zuidwest-kust van
Nieuw-Guinea op + 5P Z.Br. bereikte, die kust längs ging in zuidoostelijke richting
en de zeeëngte, die thans Toi'resstraat heet, passeerde. De vraag, of hier een inham
in het land gevonden werd dan wel eep zeestraat, wist Willem Jansz. blijkbaär nog
niet te heantwoorden. In elk geval is hij door de straat gezeild, waarlangs eenige
maanden later Luiz Vaez de Torres van het oosten naar het westen zou zeilen, en
die naar dezen haar naam zou ontvangen.
Willem Jansz. heeft verder de oostkust der Golf van Carpentaria verkend tòt ongeveer
13° 45', en dit punt, het uiterste door hem bereikt, noemde hij Kaap ICeerweer.
De kennis van de landen ten oosten van den Indischen Archipel was in dien tijd!
zeer gering. Men stelde zieh voor, dat hier het groote Zuidland gelegen was, hetwelk
Nova Guinea genoemd werd. De Nederlandsche Oost-Indische Compagnie had er
belang bij, die oostelijk gelegen landen te leeren kennen, en zond met dat doel
ontdëkkers uit. Doch tevens verkreeg zij door de schepen, die sedert 1611 op weg
naar Indië van de Kaap de Goede Hoop of voor grooten afstand eep oostelijke route
namen, en daarbij op de west- en zuidwestkust van Australië stuitten, kennis van de
west- en zuidwestkust van laatstgenoemd werelddeel, Zoover thans bekend is, werd
geheel de kustlijn van Australië van Prins Wales-eilanden het schiereiland York längs de
Golf van Carpentaria, de noord- en noordwestkust van Australië, geheel de westkust,
en de zuidkust tot de eilanden St. François en St. Pieter, in de 17e eeuw ontdekt
door Nederlandsche schepen. Daardoor waren deze kusten op de oude kaarten bekend
onder Hollandsche namen, als Carpentarialand, Arnhemsland en Van Diemensland,
in het noorden, de Wittsland, Eendrachtsland, Edelsland en Leeuwinsland aan de
westelijke, en Nuytsland aan de zuidelijke kust, Wij noemen van de ontdekkers dier
kusten na Willem Jansz, Frederick de Houtman met Jacob Dedel, 1619, F. G. de Witt,
1628, J. Carstensz., 1623, Van Colster, 1623, P. Pietersz., 1636 en Dirk Hartogs, 1616.
En in 1642 was het de Nederlandsche zeevaarder Abel Tasman, die Nieuw-Holland
ten zuiden rondvoer en het eiland ontdekte, dat door hem Van Diemensland (later
naar Tasman Tasmanie) genoemd werd, waardoor hij aantoonde, dat het nieuw
ontdekte land geenszins deel uitmaakte van het fabelachtige Zuidland, waarvan men
gedroomd had, maar een op zichzelf staand werelddeel was. Bij dien tocht ontdekte
Tasman de westkust van Nieuw-Zeeland (Statenland genoemd) en de eilanden ten oosten
van Australië, maar niet Australië’s oostkust, hoewel het feit van een oostkust ten
1) J. E. Heeres. Het aandeel der Nederlanders in de ontdekking van Australië 1606—1765. Leiden, 1890
ONTDEKKING VAN AUSTRALIE. BINNENLAND.
westen dier eilanden daardoor bewezen was. Aan het nieuw ontdekte werelddeel
werd in dien tijd de naam N imw-Holland gegeven, welke naam later door dien
van Australie (— Zuidland), een herinnering aan den droom van het antarktische
continent, vervangen is. In 1644 herhaalde Tasman zijn ontdekkingsreis, om het
verband tusschen de landen te vinden, welke hij ontdekt had, en hierby vond hy de
afscheiding van Nieuw-Holland van Nieuw-Guinea, daar Tasman vroeger de Torres-
straat voor een In de eeuw naz eTebaosmezaenm’s hoienldde.r zoekingen werd er weinig verricht voor de uitbrei.-
ding der kennis van Australie; alleen noemen wij voor dien tijd Vlaming’s ontdekking
van de Zwanen-rivier in 1696, Dampier’s onderzoeking van de Haaiensond 1699, en
Martin ■van Delft’s onderzoeking der noordkust, 1705. Eerst de beroemde Engelsche
zeevaarder Cook nam de onderzoeking van Australie weer ter hand; hij leerde de
oostkust van dit werelddeel in 1770 beter kennen, en deed meerdere onderzoekingen,
waardoor de grenzen van Nieuw-Holland nader bekend werden. Door Bass, den
ontdekker der Bass-straat in 1797, en Flinders, die met Bass Tasmanie omvoer, en
anderen, werd in de vorige eeuw de kust van Nieuw-Holland in kaart gebracht.
De onderzoeking van het binnenland van Nieuw-Holland dagteekent eerst van de
19e eeuw. In het begin der 19e eeuw was nog weinig daaromtrent bekend, doch
van de nederzettingen aan de kusten ging het verder onderzoek in het binnenland
uit en zette zieh langzäam voort. De eerste verkenningen van het binnenland van
Nieuw-Zuid-Wales waren een gevolg der grondvesting van de stad Sydney in 1788
en werden door de offieieren van den eersten stadhouder, kapitein Phillip, metijver
uito-evoerd. Evenwel stuitten zij op de zware keten der Blauwe Bergen, welke hier
evenwijdig met de kust loopt, en eerst in 1813 werden die door Lawson enW enth-
worth overschreden, waardoor zij de schoone weiden leerden kennen, te midden
waarvan thans Bathurst ligt, welke gelijktijdig ook door Evans ontdekt werden, die
länWgsi j dme öLgaecnh lhaine re nd e Moanctqduekarkiien ginsg ehsecth ileadnedn ids ovoarnd rhoentg .binnenland van Nieuw-Holland
niet in bijzonderheden nagaan. Slechts enkele feiten kunnen wij hier noemen. In opdracht
van de regeering van Nieuw-Zuid-Wales onderzocht Sturt van 1828 1830 de westelijke
landschappen van dit gebied en volgde de Murrumbridgee tot haar monding in
de Murray en deze tot haar uitmonding in de Encounterbaai. Mitchell vereemgde
door zijn reizen in 1831—1836 de reeds afzonderlijk ontdekte rivieren tot een groot
stroomstelsel en kwam in het gebied van het tegenwoordige Victoria, dat hij „Australia
Felix” noemde. En in 1840 trok de Pool Strzelecki van de Murray zuidwaarts ovei
de InAtuusstsrcahliesnc hew aAs lpaeann end er eSist.d eV vinecrvenotlggoenlfs ddeo okro lTonasiem aZnuieid. -Australie gegrondvest en
van de hoofdstad Adelaide drong Eyre in 1840 door tot de zoutmoerassen en in 1841
längs de Groote Australische Golf door een troostelooze, waterarme woestijn naar de
in 1829 gegrondveste kolonie West-Australie. Sturt en Leichhardt drongen in het
binnenland door; den laatste gelukte het, in 1844 van de Condamine-rivier in Queensland
naar het N. W. trekkende, na 14 maanden de oostkust der Carpentariagolf te
bereiken. Hij is hierdoor de ontdekker van Queensland in Noord-Australie geworden.
Van de ontdekkingsreizigers noemen wij nog Mac Douall Stuart, die na veel weder-
waardigheden in 1862 van het zuiden uitgaande de Britsche vlag plantte aan de
Adambaai (in het noorden):) :het door hem ontdekte gebied werd bij de kolonie
Zuid-Australie ingelijfd. Dit was aanleiding tot den aanleg van de groote telegraaflijn
dwars door het land, van het zuiden naar het noorden, welke later de basis van
talrijke onderzoekingen werd. Nog altijd worden de reizen in het binnenland van
Australie voortgezet, om de vraagpunten omtrent de natuur des lands beter te
beantwoorden. * * *
Het Australische continent, veelal ook Australie genoemd, hoewel de naam Nieuw-
Holland nog geenszins vergeten is, wordt geheel door de zeeen ingesloten. Het ligt
als in een uithoek, op zichzelf staande, en bleef daardoor lang buiten aanraking met
de overige wereld, zooals wij uit de enkele gegevens der ontdekkingsgeschiedenis
reeds kunnen afleiden. Terwijl Australie op geologisch gebied reeds als een mnseum