WAPENS. KNODSEN.
sohieten. Over ’t geheel zijn hun wapens eenvoudig en ruw bewerkt en staan zij
ver achter in kunstbewerking bij die der Polynesische en Maleische naburen. Het
hoofdmateriaal, waarvan zij bewerkt zijn, is overal hout, steen en been, wat bij het
gemis van metalen te verwachten was. Goed geslepen, fraaie steenen wapens zijn in
Australie niet te vinden, zelden zelfs goed behouwen vuursteenwapens en klingen.
In enkele streken punten de inboorlingen hun pijlen met vuursteen en andere steen-
soorten ; uit Queensland kent men zelfs speerklingen van bergkristal, in N.-W. Australie
uit melkopaal. De bevestiging van den houten Steel met de kling door bindwerk en
hars is eigenaardig.
De nadere beschrijving der wapenen vangen wij aan met het eenvoudigste, de knods.
De eenvoudigste vorm van knods is die, welke bekend is onder den naam van
„waddy” ; zij is het geliefkoosde wapen van den Australier, die niet gelukkig
AUSTRALISCHE KHODSEN.
schijnt te zijn, indien hij geen „waddy” in de hand heeft, onverschillig welke wapenen
hij bovendien draagt. Fig. 4 van de afbeelding stelt zulk een „waddy” voor
en rechts Staat De laatste is eeeenn gtwoeede dset araelctjhet ovpa.n de echte Australische „waddy”. Zij is gemaakt
van het taaie en zware hout van den gom-boom en is werkelijk een geducht wapen.
Haar lengte is 90 centimeter en zij eindigt, tooals men op de afbeelding zien kanT
in een scherpe punt; men kan haar dus bij het gevecht even goed gebruiken, om
mede te steken als om te slaan; zij weegt iets meer dan 2 kilogram.
Langs de „waddy” loopen vier diepe groeven, van de punt af tot aan de plaats,
waar zij wordt aangevat; hun doel schijnt te zijn, met de scherpe kanten zoowel
insnijdingen in de huid te maken als met de „waddy” zelf een hevigen slag te geven.
Behalve deze groeven neemt men er nog verscheidene gesneden figuren op waar, die
klaarblijkelijk moeten dienen, om het wapen te versieren. Aan twee zijden ziet men
WADDY’S EN ANDERE KNODSEN.
alleen de dubbele T, die men op de afbeelding kan waarnemen, maar op de twee
andere is dit patroon gewijzigd. De bovenste figuur is op beide de dubbele T ; aan
den eenen kant is echter eerst een T, dan een kruis met gebogen armen, dan weder
een T en eindelijk een figuur, die eenigszins gelijkt op een sleutel, met een oog aan
ieder einde. De vierde zijde is klaarblijkelijk niet afgewerkt; er zijn slechts twee
figuren op, een T en een ruwe nabootsing van de letter B, een bewijs, dat de maker
meMt edt e dbeezsec h„awviandgd ye”e niigs szdien si nibno oaralninragk binegte rw agse wgaepweeneds t.dan de meeste andere lieden
met het scherpste zwaard, dat ooit gesmeed is; hij slaat en steekt er mede met
verwonderlijke vlugheid; hij schijnt, als hij vecht, door een onbedwingbare woede te
worden gedreven. Hij kan haar ook als werptuig met een doodelijke uitwerking
gebruiken; indien hij, zooals meestal het geval is, verscheidene zulke „waddy’s” in de
hand heeft, werpt hij er twee of drie schielijk na elkander weg, en terwijl zijn
tegenstander nog steeds bezig is, de in de lucht rondvliegende wapenen te vermijden,
valt hij op zijn vijand aan met de „waddy”, die hij voor het gevecht man tegen
maDne b„ewwaadarddy ”h eiesf th, et algemeene Australische panacee voor huiselijke onaangenaam-
heden; indien. een der vrouwen van een inboorling zieh vermeet, een eigen gevoelen
te hebben, of op eenige andere wijze haar zwarten heer en meester bel’eedigt, maakt
de „waddy”, die altijd bij de hand is, een dadelijk einde aan den twist, door haar
zulk een slag te geven, dat zij zonder gevoel op den grond neerzinkt. Somtijds slaat
de beleedigde echtgenoot zijn vrouw een arm of een been stuk; hij doet dit echter
alleen, als hij te kwaad is, om te berekenen, dat hij, wanneer hij zijn slavin een
arm of een been breekt, geruimen tijd verstoken is van haar diensten.
No. 1 en 2 der figuren zijn insgelijks knodsen, maar van een anderen vorm; zij
worden ook op een andere wijze gebruikt. Dit wapen wordt niet alleen gebezigd
in het gevecht, maar dient den inboorlingen ook, om bij hun dansen op het schild de
maMate nt ez asll ahaenb. ben opgemerkt, dat het handvatsel van vele dezer knodsen in een punt
eindigt. Dit dient gedeeltelijk, om ze nog beter voor aanvalwapen geschikt te maken,
maar heeft bovendien nog een ander doel. Evenals de helden der Iliade, rüsten ook
hier de strijdenden nu en dan uit en geven elkander gelegenheid, om tot adern te
komen, voor zij het gevecht hervatten. In deze oogenblikken van rust hurkt de
Australier ne&r, wroet den grond om met den steel zijner knods en wrijft zijn handen
met aarde in, opdat het wapen er niet aan zoude ontglippen.
De knods wordt vervaardigd op een zeer vernuftige wijze; de maker zoekt een
knoestigen tak uit en snijdt dien zoo, dat de draad van het hout loopt in de richting
van de bocht, of liever van den 'hoek der knods, waardoor deze aanmerkelijk sterker
wordt. In Nieuw-Caledonie treft men een knods aan, die bijna denzelfden vorm
heeft en insgelijks van een krommen boomtak gemaakt is; indien zij niet oneindig
beter bewerkt was, zou men haar gemakkelijk voor de gebogen knods van een
AuDsetrzael ieeirg eknuananrednig hgoeuvdoernm. de knods is vrij ver verspreid; onder de stammen, die de
oevers der Encounter-baai bewonen, heet zij „marpangije”.
Onderaan de afbeelding ziet men nog twee andere „waddy’s” ; beide zijn geteekend
näIanr evxeleem sptlraerkeenn uvita nh eAtu Bstrriatlsiceh h eMbbuseenu mde. inboorlingen een zonderling wapen, hetwelk
veel heeft van een zwaard. Het is omtrent 1 meter lang, plat, ongeveer 8 centimeter
breed en heeft eenigszins scherpe kanten. Daar het gemaakt is van het vaste hout
van den „gom-boom”, is het zeer zwaar in evenredigheid zijner grootte en in geoefende
handen een zeer geducht wapen.