DE ERVEN DER DESA’S. DORPSTYPEN.
wie boerenwoningen ook in ons land kan zien. Deze heggen omsluiten het huis en
vormen een scheiding tusschen het beplante en niet beplante gedeelte. ln den regel
zièt het er voor het huis nogal netjes uit, en wordt de bodem goed schoon geveegd,
hier wordt padi, koffie enz. gedroogd. Bij enkele vindt men zelfs wel een perkje*
waarin een rozestruik en eenige inlandsche bloemen zoo hoog mogelijk opgeschoten
tieren, zonder dat er iets aan gesnoeid schijnt te worden. Dit is met de boomen,
ook de vruchtboomen op het erf, zeker altijd het geval. De pisangboom vooral, met
zijn met genoeg te waardeeren frisch groene, groote bladeren,armelijk uitzien. kan er soms zelfs
Terzijde en achter het woonhuis, vooral in de nabijheid der keuken, ishetmeestal
smerig en modderig ; denkt men zieh dan nog een paardenstal of buffelkraal daarbij
met een put en een padischuur (rijstschuur), dan verkrijgt men eenigszins een voor-
stelhng, hoe het erf er gewoonlijk uitziet. Men moet hierbij in het oog houden, dat
de inlander er geen erf op nahoudt voor zijn genoegen, maar enkel voor het gebruik,
voordeel en nut. Hij möge landbouwer zijn, van tuinieren heeft hij geen begrip, en
dpaeat rthouei sh seoemft s hoijo kg ewene l lunsett. enB ijg emzeelelirg wueitlzviaenar.t en zorg evenwel kan het erf er voor
In den regel zijn de erven der desa’s vrij ruim. Meestal bieden zij den bewoner
nog gelegenheid, aan tot het planten van vruchtboomen, bamboe en het verbouwen
van verseheidene aardvruchten ; soms zelfs zijn zij zoo ruim, dat er suikerriet en padi
op verbouwd kan worden. Het geboomte biedt hem tevens gelegenheid aan, daar-
oten dleart eanl lerürlsetie nw, earlksz ahaemt hveadne nd et ew veeidrrei cihst etne,h ueinsg zeibjnra cvhete. op het midden van den dag
In den aanleg der dorpen bestaat in de onderscheidene deelen van den Archipel
verschil, doch in hoofdzaak kan die tot twee typen gebracht worden. Bij het eene
zijn de huizen op erven gebouwd, zooals wij dat boven beschreven, en dezen vorm
van dorpen vindt men op Java algemeen, bij de Maleiers van Midden-Sumatra, bij de
Alfoeren en de Christenbevolking van de Minahasa. Op Java en in de Minahasa beplant
de mlander zijn erf veel met koffie, en ook de hagen bestaan veelal uit koffieboomen ;
deze van de hagen op het erf geplukte koffie heet officieel pagar-of kampong-koffie,
in tegenstelling met de tuinkoffie, welke in geregelde tuinen wordt geoogst.
Doch naast deze dorpen met ruime erven vindt men bij andere stammen de huizen
der dorpen dicht bij elkander geplaatst op een geheel opene ruimte, in twee of meer
njen. Deze dorpen hebben geen andere boomen dan eenige klapperboomen. Een
dergelijke inrichting der dorpen vindt men bij de Bataks, bij de Redjangers, bij de
bewoners der Padangsche Bovehlanden en bij de Dajaks. Waar de dorpen versterkt
twmogredne,n , env ihnudnt muietwn ednedziegn vsoaoarmkogmederno nigs éne r boooukw ,e veevne ndaolso disnc hE. uropa bij de oude ves-
* *
kaDraek tewrotrneiknkgeenn gdeemr edenes. a Dzeij n Javvaana nv ebrsocuhwiltl eznidjne hbuouisw ooprd ed,e nm baaerg ahneebnb egnro ntodc.h vEeelne '
weinig opgehoogd strekt deze tevens tot vloer binnenshuis. In menige woning is
evcohchtetirg deen kbloedveemri g.n iise te ng edneo ewgo noipngge hdoaoagrdd,o ozro oodnagt ezgoenddu rewnodred t.den regentijd de aarde
De woning der inlanders bestaat slechts uit een hoogte, zonder verdiepingen. In
enkele heeft men nog een ruimte tusschen het dak en de zoldering, als deze er is;
die ruimte heet „lotèng”, en wordt of niet gebruikt, of dient om maïs of iets der-
gelijks te drogen. Yensters vindt men niet in de woning ; alleen in bepaalde gevallen
maakt men wel eens een vierkant gat in den wand, met een klapluik van dezelfde
stof als de wand. Ook wordt de wand wel tot de halve hoogte vastgemaakt, met
ldaea tsbteo vhenehefetl fnt oaolsit lauaink hopegt eehiagnegnelinjk, ez owoodoant hmuiesn pdlaiea tso.p en. neer kan laten. Doch dit
De Javaansche woning bestaat meestal uit twee of drie woonhuizen, aan elkander
verbonden. Het achterste is dan het eigenlÿke woonhuis, het voorste is om dé
gasten te ontvangen. Het voorste gebouw heeft dan wel van die halve wanden. Dit
eveono rsdtoeo regna nga cmhteetr satfez ohnudiesr lijzkÿ nd adka nv erdbooonrd eene.n derde, grooter of kleiner, soms'enkel
WOONHUIZEN OP JAVA. 23
De woning ontvangt haar verlichting door de deur en de wanden. Daar deze laatste
slechts uit vlechtwerk bestaan en niet altijd sluitend zijn, is er overdag licht genoeg
binnen. Dikwijls echter wordt de wand aan den binnenkant bekleed met aan elkander
geregen bladeren. Waar dit niet het geval is en deze niet goed sluiten, dringt echter
behalve licht ook lucht naar binnen, en hierdoor wordt het verklaarbaar waardoor
de inboorhngen veel verkouden zijn. W aar geen tocht waait, heerscht diepe duisternis
mzealfgs zmijind dveruij eonp wdeeng dvaoglg. eSn cihno orsteenen heeft de woning der inlanders niet * de rook
de keuken. Daardoor heeft alles
ook een roetachtige kleur, zwart
geel. Doch een voordeel is aan
die vrije beweging van den rook
verbonden: de rook is een
heerlijk middel tot verdrijving
der muskieten. Met dit doel
wordt dan ook des avonds in
het woonhuis een vuurtje op
den grond gestookt van hout
en rijstzemelen, hetwelk veel
rook geeft. Als het dan buiten
guur en nat is, smaakt men
dnoaat,r bainlsn enm enee no mv odlkaot mveunu rgteje-
is neergehurkt met zijn kin-
deren, een „djagoeng” kan
roosteren of een cigarette roo-
ken, wat betel en tabak kauwen.
Bij avond lcomt de woning van den inlander den Europeaan het ongezelligst voor.
Vooral de siechte verlichting geeft aan het inwendige een spookachtig voorkomen.
Men tast er half in het duister, de wanden zijn donker en weerkaatsen geen enkelen
hchtstraal. Daarom ligt alles m de woning meestal spoedig in diepe rust. Enkelen
evenwel, die gaarne menschen zien en praten, steken des avonds wel een lamp aan.
gLearmaapketn. van Europeesch fabrikaat zijn al naar de woningen der inlanders verzeild
vuDldeigzee eeanarvdobuedvigineg, elni chet egne bouwde houten woningen hebben in een land met veel-
groot voordeel boven gemet-
selde steenen huizen. De
Europeesche gebouwen uit
den laatsten tijd zouden in
deze gewesten in een oog-
wenk door elkander geschud
worden en in puin vallen;
kdue nnweonn inwgaegng edleenr iennla nzdeelrfss
dheeer ni ne nte wsetöerrt eznw. aaien, zonDe
huizen der inlanders 2* orij6-d6e6-gepaq.
op Java komen wel veel met
elkander overeen, maar hebben toch verschillen, wat den uitwendigen vorm en het
innenwerk betreft. Bovenal wordt het verschil bepaald door den vorm van het dak.
n e t Dmnenwerk, voornamelijk het hout, bepaalt de waarde van een huis.
»1. w i SVOmen, worden door Prof. 0; Poensen tot een vijftal groepen gebracht, die
oz,-ijn Vtu !i/^ImP ebno okfduvnonremne nb ewscohroduewn da wanogreddeuni,d e anl sw vaaorlvgat:n 1d eG orviejöri-gliem sales,c h(tgsr iwjöij z=ig ihnugiesn)
aoro-gepaq, 3 — srotongan, 4 — sinom, 5 — bapangan. Voor deze verschillende