men den loop der zaken en de uitbreiding van het geloof met onverschilligheid aanzag.
Zulke doode getijden kan men waarnemen in de ontwikkelingsgeschiedenis van elk
begDioncshel .met de uitbreiding der Europeesche koloniale bezittingen na het midden dezer
eeuw, toen de Westersche natien de hand uitstrekten naar landen en volken, die tot
dusverre buiten het wereldverkeer hadden gestaan, ontwaakte. ook het Islamisme uit
zijri dommel. En sedert eenige jaren is het, alsof het bevel van den Profeet, om het
geloof te verbreiden, opnieuw geklonken heeft, van Mekka uit door het Oosten naar
het Westen, van den Stillen Oceaan tot den Atlantischen Oceaan.
In de laatste jaren openbaren zieh in de half-Mohammedaansche landen verschijn-
selen, welke er op wijzen, dat er een propaganda-heweging voor de leerstellingen van
den islam gemaakt wordt, en dat er iets gist en woelt in den kring der wäre aan-
hangers van den Profeet. De Islam is tot nieuw leven gewekt. Wel zijn het nog
kleine feiten, lichte gelfjes in het niveau der historie, maar daardoor zijn zij juist
teekenend en moeten zij niet onwaarschijnlijk als de voorboden van een naderenden
storm beschouwd worden. * * *
In Juni 1897 vermeldden de bladen, dat in het kleine landstadje Beja van noord-
Tunis, in een gewest, waar verdraagzaamheid heerschte tüsschen Mohammedanen en
Christenen of andersdenkenden, de als vreedzaam bekend staande Bedoeienen op het
onverwachtst met de wapens in de hand de stad binnehdrongen, de vreedzame markt-
bezoekers overvielen en de winkels plunderden, eerst wijkende voor de overmacht
der Fransche beambten en Soldaten, die ijlings opgeroepen werden. Deze gebeurtenis
bleek weldra niet op zichzelf te staan, want weinig later kwamen onrustige stammen
uit Oran in beweging, en kort daarna ontstond een kortstondig oproer in .Kabylie,
eveneens een uitvloeisel van het Mohammedaansch fanatisme, dat daar wakker werd.
Ongeveer gelijktijdig hiermede kwamen er berichten van een opstand uit Madagaskar,
waar de Sakalawa’s, echte Negers aan de westkust, het Fransehe leger overvielen,
iets, wat aan de samenwerking van Mohammedaansche goud- en slavenhandelaars
met fanatieke Maraboets (Mohammedaansche heiligen) uit Mekka werd toegeschreven.
Daarenboven had in Britsch-Indie een opstand der Mohammedaansche Afridi’s en
Orakzais plaats en vond men ook in Nederlandsch-Indie sporen van onrustige beweging
bijD daet dIselzaem bieijtnisac hgee lbijekvtiojldkiign gp.laats gehad hebbende verschijnselen in de Islamietische
wereld op zichzelf stonden en toevallig samenvielen, is niet aan te nemen, te meer,
daar nog andere feiten er op wijzen, dat er onrust broeide. De overwinningen der
Türken op de Grieken in den laatsten oorlog werden in schitterende tafereelen door
woord en beeid aan de Mohammedaansche volken van Noord-Afrika en elders bekend
gemaakt, en hierdoor werd de historische roem van de zegevierende Halve Maan weder
in herinnering gebracht bij de Mohammedanen, werd het besef van religieuse
kracht opnieuw wakker en geexploiteerd door geestdrijvers, die politiek en religie
samensmolten tot verheffing van eigen grootheid, tot roem van den Islam, en die tot
dat doel de Islamietische volken wilden scharen om den persoon van den Sultan van
Turkije. Zoo ontstond er een richting en streven in de Islamietische wereld, die men
als pan-islamisme 1) aanduidt. Hieronder verstaat men het beginsel, om alles, wat
Islamietisch is, te vereenigen door een band, te bezielen door een streven, te vervullen
met een doel, te maken tot den geheel. Aanvankelijk had dat pan-islamisme onge-
twijfeld een religieuse beteekenis, meer op zuivering der leer doelend, zonder directen
invloed op de politiek, maar bij een godsdienst als de Mohammedaansche, waar
politiek en religie zoo nauw verbonden zijn, kon het theoretisch streven niet buiten
de praktische Staatkunde blijven staan, en enkele personen streden onder een religieuse
baMnieenr vnoooerm ete nd es tanaatmkuennd igv ando eele. n Scheik Senussi en van een Scheik Dhaffer, van
dez1e) lfde pwanijz e= w earldle s,g egveohrmeedl: ppaann--silsalvaimsmisem, eh e=t sbtreewveegni,n gd ayta ni n geEhuerèolp ad e beIsstlaaamni ethisecehfet, woemr eldal. le Op Slawische volken te vereenigen onder Busland.
welke de eerste uit de diepten van de Lybische woestijn, de laatste uit het paleis
van Yildiz-Kiosk te Konstantinopel de draden in handen zouden hebben, welke zieh
als een net om de wereld spannen, teneinde de pan-islamietische beweging te leiden.
Welke beteekenis deze personen in werkelijkheid hebben, hoe zij leiden en tot welke
der Islamietische broederschappen zij behooren, is niet geheel bekend, maar juist de
onzekerheid omtrent hen heeft ten gevolge, dat hun beteekenis nu eens overschat,
dan weer onderschat wordt, en dat door de vrees voor het onzekere op allerlei wijze
de leiders der pan-islamietische beweging omhuld worden met een macht, welke zij
misschien niet bezitten, of dat het optimisme hun invloed te gering telt. Doch een feit
is het, dat het pan-islamisme bestaat, werkt, telkens opduikt, arbeidt door zendboden
en door de pers.
* * *
Het is niet met beslistheid te zeggen, wanneer de pan-islamietische beweging een
aanvang genomen heeft. Volgens Gabriel Charmes 1) zou in de jaren na 1870 aan
het hof van Bokhara een soort ligue ontstaan zijn, welke ten doel had, den Sultan
Abdul Hamid in een verbond tegen de Engelschen in Afghanistan en de Russen in
Turkestan te betrekken. Een hoofd uit Khokqnd, Kudhair Khan, zou destijds als
agent gewerkt en in Mekka en Bagdad voor Kurdische en Arabische Scheiks een
anti-Russischen-Engelschen kruistocht gepredikt hebben.
Aanvankelijk trad dit pan-islamisme tegen Europa op en was het eenigen tijd de
bron van talrijke intriges in het Oosten. Doch in den tijd van het Berlijner Congres
(1877), toen het Turksche Rijk in Europa verbrokkeld werd door de oprichting van
het vorstendom Bulgarije, den afstand van Bosnie en Herzegowina, de onafhankelijk-
heidsverklaring van Montenegro en van Servie en Rumenie, waardöor de macht van
den Sultan van Turkije een gevoeligen slag kreeg en hij in de oogen der Muzelmannen
zeer vernederd werd, in dien tijd richtte zieh de pan-islamistische heweging zelfs
tegen den Grooten Heer. De Turksche Sultan, dien men als een voorvechter van den
Islam beschouwd had, was niet in Staat geweest te voorkomen, dat Rusland in
Turkestan zijn gebied door overwinningen op Khanaten en Emiraten uitbreidde over
bdeew iIjssl avmaine tizswchake tel.anden, en dat was in de oogen van de echte Muzelmannen een
De Sultan van Turkije vereenigt nog altijd de macht van wereldlijk Sultan over
de Turksche landen met die van Khalif van den Profeet in zijn persoon. In de
lmaaotestt gehnijo eamand e dqeu aspliittesi ts tbaeazni t vhainj ddee hgeoloogosvtieg egne,e sitse lhijikj eo mpvaoclhgte rh ivj adne dMeonh aPmromfeeedta. nNenu,
was reeds in de laatste regeeringsjaren van Abdul Azis (1861—1876) bij de jong-
Turksche partij het heginsel opgekomen, om het Khalifaat te scheiden van het
Sultanaat van Turkije. Na den Russisch-Turkschen oorlog kwam dit heginsel weder
als politiek programma op den voorgrond in Arahie en in andere Turksche landen,
bij partijen, die den Sultan vijandig gezind waren. Zoo richtte zieh in den tijd,
toen de Sultan zwak was, de pan-islamistische beweging zelfs tegen Turkije. Men
wilde den Sultan zijn wereldlijke macht laten, doch hem den titel van „Imam van
alle geloovigen en Khalif van den Profeet” ontnemen, een recht, dat, zeide men,
door de Türken was geusurpeerd en alleen toekwam aan een natuurlijk nakomeling
van Mohammed. Die Stelling, welke met de beginselen van den orthodoxen Islam
zeer goed is te vereenigen, was destijds het beginsel, waardoor zieh de Scheiks van
Hedsjas en Jemen vereenigden, en zij won spoedig aanhangers. Van Mekka uit werd
dat beginsel door talrijke pelgrims naar alle deelen der Islamietische landen verbreid.
Bij de Noord-Afrikanen, die de Türken niet vriendschappelijk gezind waren, vond
die leer een goed bereide aarde, en bovenal dewijl de Koran ook vele bewijsplaatsen
voor die leer aanbiedt, vond zij er spoedig ingang.
Die beweging bleef den Sultan niet verborgen, te meer, daar ook in Konstantinopel
stemmen opgingen, welke voor de scheiding van het Khalifaat van het Sultanaat
1)verden. Thans besloot de Sultan krachtig op te treden, wijl hij de gevaren der
beweging voor zijn heerschappij inzag. Een brochure, waarin Kheredin Pacha de
2) La situation en Turquie, Bevue des deux Mondes 1881.