vormen heeft men in de onderseheidene streken andere benamingen, waarop wij hier
niet kunnen ingaan. Van elk dezer zullen wij een körte beschrijving geven.
De grijô-limas is onmiddellijk te herkennen aan het hooge, in een zeer körte nok
uitloopende dak, rondom met alang-alang (een drie à vier vöeten hoog gedekt. Dit huis heeft acht dekstukken. Bij dezen en iederen andergenro evioernmd rvieatng rhaest)
inlandsche huis is de deur altijd in de längste zijde of wand geplaatst, d. i. de zijde,
die parallel met de nok loopt en waar het dak bij de vormen, onder 2 en 3 genoemd,
het laagst afhangt. Deze
zijde is dus tevens de voorzijde
van het huis, welke
men in den regel naar
het noorden plaatst, doch
ook wel naar het zuiden ;
alleen uit noodzaak of
dwang rieht men dien
kant naar het oosten of
westen. Een huis van
dezen vorm kan een langkwwerapdirga
atv izeirjnk.ant of een
derDsec hgeriidjôt -dzôireôh- gdeopoarq odnelange
nok en het' daarbij
hetrekkelijk hooge dak, uit
gestem; ae twee laagste zijn altijd aan de voor- en achtezerzs ijddea kvsatnu khkeetn husiasm. eDnehuisvorm
der grijô-srotongan is terstond te herkennen aan de vier dakstukken; de
vöör- en achterzijde van het huis zijn daardoor even lang als bij 1 en 2, maar de
wanden aan de zijden sluiten met een driehoek aan de nok. De gvijô-sinoYïi is
bijzonder geschikt, om een ruim huis te vormen; het dak bestaat uit acht stukken,
is hetrekkelijk laag met een lange nok'. De grijö-bapangan is een vereeniging van
de onder 3 en 4 genoemde ; het dak bestaat uit zes stukken, waarvan twee tot de
nok reiken en de vier
andere beneden deze
längs de vier zijden van
het huis loopen.
* * *
De inlander, die een
huis wil bouwen, zorgt
in de eerste plaats voor
materialen. Deze zijn :
hout, bamboe; alang-
alang en rotan, soms
ook touw. De stijlen of
palen maakt men meestal
van een houtsoort, waar-
bij men het minst of
in het geheel niet het
é. GBIJÔ-SINOM.
mieren behoeft te vreezen. Vooral djatihout, galik en enkele anddoeorrev rheotuents oodrteern lewenitetne
zieh hiertoe. Enkele huizen hebben massief houten deuren, soms met fraaie omlijsting
van snij- of beeldhouwwerk. De waarde van een inlandseh huis wordt hoofdzakelijk
bepaald door de soort en hoeveelheid hout, die er voor gebruikt wordt. Het bamboe
is van groot belang voor den bouw der huizen; het is noodig voor het dak en de
wanden, en bij gebrek aan geld, worden de buitenstijlen er ook van gemaakt. De
bdee rgvblaekwteo nhear algt amate nd ikhweti jlvsa ns leecighetsn nearaf ro fh ekto onpatb umriegn whoetu.d, om bamboe te halen; in
Alang-alang, een strookleurig rietgras, dient tot bedekking; rotan wordt gebruikt,
om de verschillende deelen aan elkander te binden, waarvoor men in sommige
gevallen ook wel gespleten bamboe gebruikt of wel tali-doeq, d. i. touw, gemaakt van de
harige vezels van den arenboom, een soort van palm. Ook het alang-alang moet men
koopen of zelf gaan snijden; dit laatste is wegens den afstand dikwijls moeilijk.
aInla ngde-a labnegrg. streken, waar veel bamboe groeit, vervängt dit voor het dak dikwijls
Het bewerken van de bijeengebrachte materialen verricht de inlander in den regel
zelf met zijn gezin. Toch raadpleegt hij dikwijls iemand, die meer verstand van het
bouwen heeft, of neemt hij zoo iemand in zijn dienst. Voor het bewerken van het hout
wordt een soort van timmerman aangenomen, en als die het hout bewerkt heeft,
begint men met de stukken in elkander te zetten, waaruit dak en wanden gemaakt
worden. ledere zijde van het dak en de wanden bestaat uit den stuk. Dat in
elkander zetten geschiedt. op dezelfde wijze. Eerst maakt men een geraamte van
gespleten bamboe, dat vorm en omtrek aaDgeeft, en dit wordt vervolgens aangevuld.
Als zoo de verschillende stukken van. dak en wanden gereed zijn, dan begint men
met het opzetten en in elkander zetten van het huis. waarvoor men ook gaarne een
dheelspkeunn dieglek arnadaedrp lebeigj t, doch bij de meesten geschiedt het zonder diens hulp. Vrienden
die taak, en onder
veel gepraat en be-
weging wordt het huis
opgericht en in elkander
gezet. Als dit ge-
schied is, werkt de
heer des huizes het
verdere af. De vrienden
gaan zieh baden,
en worden daarna ten
eten genoodigd. Die
gewoonte volgt op
vele plaatsen, als er
hulp is aangeboden;
ook in de oostelijke
svtirnedkte nm veann donits lnaongd.
De deur van het
huis wordt van bamboe
gemaakt. Men
heeft er drieerlei soort van deuren: een hangende deur, die heen en weer kan
ggeeoscpheonvde nw owrdotr.d en, een draaiende deur en een h.a ng9 ende .deur, die als een klepdeur
De indeeling van het huis is verder een zaak van veel belang. Natuurlijk verschilt
me naar de wenschen van den bewoner, doch gewoonte wordt ook hier veel gevolgd;
naardoor is de algemeene inrichting en verdeeling ongeveer dezelfde.
Als een woning bestaat uit drie verbonden huizen, wordt het voorste, de „saloe”, gebruikt
om de gasten te ontvangen. Bij een meer bescheiden erf met een huis dient daarvoor
«en galenj. Het achterhuis is het eigenlijke woonvertrek, zooals wij zeiden. Het is
een gesloten galerij, die aan de achterzijde slechts een uitgang heeft en verder
gemeubeld is met drie amben’s of rustbanken, de slaapplaatsen. Hier is de gewone
tn , 611 ^erzamelplaats der vrouwen en kinderen; hier gebruikt de familie haar maal-
,b pr®on ’t. 7hebabe0no.k A'wcehrtkeer n ded e woonnginegh uzwijdne ndoogc heteenrs ,d rdiieet adl evne rltereefktikjden d, edro ohru weebna adrhoeoird-
bRiiii v,n 6I? ,war ui. mvtaen t'ogte nsolaeampdpela avtes,r trzeokokdeant dgaeasrc hdeaidne no.o kH dete rmuisdtbdealnskte g veapnla adteszt ew doirednt.t
bhnnniiHl °frt'1 n eiA iW* Owrceite rszijdernu im'vatne deeczhet ekra mhoeor fdvzinakdet limjke ng edber ubiketw aalasr psltaaaattsseienv veratnr ehku bisi-j e J zaken. De keuken, een bamboehuisje, dat er in den regel smerig uitziet,