Over de beteekenis van het Christendom bij deze bevolking wordt wel verSchillend
geoordeeld ; algemeén is men echter de meening toegedaan, dat, al mögen er ook
nog sporen van het oorspronkelijk Heidendom bij de bevolking gevonden worden,
flit daarom den heilzamen invloed van het Christendom nog niet uitsluit. In een
jonge Christenmaatschappij kan de kern van het Heidendom niet zoo spoedig ver-
dwijnen. De vele verbeteringen, die in de Minahasa sedert éen halve eeuw bij de
bevolking werden aangebracht, zijn ongetwijfeld voor een gedeelte aan den invloed
van het Christendom en van den zendingsarbeid toe te schrijven.
In de Minahasa vindt men thans reeds een groot aantal scholen; ongeveer 80
gouvemementsscholen en 140 particulière scholen, meesf zendingseholen. De eerste
worden bekostigd door de regeering, de andere door het Rotterdamsch zendeling-
genootschap of door de gemeenten zelf. Het onderwijs is in alle hoofdzakelijk van
denzelfden aard en wordt deels door Europeanen, deels door Inlandsche onderwijzers
gegeven. Verder vmdt men te Tondano sedert 1880 nog een school voor Inlandsche
hoofden van Gouvernementswege, een kweekschool onder het beheer van het Neder-
landsch zendehng-genootschap te Tanawangko en Tomohon en sedert 1881 op laatst-
genoemde plaats een particulière dag- en kostschool voor dochters van Inlandsche
hoofden en aanzienhjken. Deze opsomming dient enkel, om te geestehjk leven op Noord-Celebes bloeit. doen zien, dat het
* * *•
„De Minahasa is in een halve eeuw ongeveer geheel veranderd. Waar men vroeger
de tn'andsche kampongs vond, ziet men thans reeds nette negorijen. De riien
heielijke huisjes, elk op zichzelf een toonbeeld van netheid en sierlijkheid en omringd
door een tuintje van bloemen en heesters ; het rüstig en ordelijk gedrag der bewoners,
die bij het voorbijgaan hun hoeden afnamen en ons met hun „Tabeh, toean” (wees
gegroet, mijnheer!) _ vriendelijk groetten; het nette marktplein; de groote kerk met
haar flinke lclok, die de eenvöudige en stemmig gekleede inwoners naar de gods-
dienstoefenmg riep — dat alles waren mij Symbolen van den toestand van vrede en
voorspoed, die in het landschap bij het Meer van Tondano heerschten. En dan
te bedenken, dat bij de heugenis van de bejaarden in ditzelfde land voorheen bijna
sutiete dosv ero nnrouosrtd eelnij kw Canëolerbdees .heerschten I” Aldus laat een reiziger (S. J. Hickson) zieh
Wij zullen bij de oude Heidensche gewoonten en toestanden dezef Alfoeren niet
sbteilssttuauarn , dedzoecrh genmoge ehiettesn .mededeelen omirent de tegenwoordige toestanden en het
Elk der 18 districten van de Minahasa (zie pag. 216) heeft aan het hoofd twee
Inlandsche hoofden, een eerste of kapala districtshoofd met den titel Majoor of Hoekoem
besar en een tweede met dien van Hoekoem kadoea’s. De eerste districtshoofden
worden op voordracht. van den Resident benoemd en ontslagèn door den Gouverneur-
Generaal ; de tweëde door den Resident. Deze ambtenaren genieten van Gouverne-
tmeeeknetsnw eisg e eeenen rvoattsitn gtr amkteetm ez nwta, reenv eknnreodpi,g baija nd eh uhno owgestreknk rivnagn. gHouudn, obnidj erdsec hoevideriniggesn-
ovfa np ajzoinlvge.r, waarop het Nederlandsche wapen is gegraveerd, en een zonnescherm
Elke negerij of dorp heeft zijn eigen hoofd met den titel van Hoekoem toea, die
door de bevolking gekozen en, na goedkeuring der keuze door het districtshoofd, door
den Resident benoemd en ontslagen wordt. Deze dorpshoofden hebben, al naar de
grootte der negerij, weder een of meer mindere hoofden onder zieh. De onderschei-
ddiisntgrisctetsehkoeonfedne n.dezer hoofden zijn zonneschermen, doch minder prächtig dan die der
De Inlandsche bevolking wordt door het' Gouvernement onderscheiden in Burgers
en Inlanders, een onderscheiding, dagteekenend uit de tÿden der Compagnie. JBuvgevs
z 11 n viije«: lieden of zoodanigen, die niet tot heerendiensten (cultuur-werkzaamheden
voorheen) worden opgeroepen; Inlanders zijn zij, die tot bovengenoemde diensten
verpheht zijn. De heerendiensten worden in de Minahasa, behalve bij rampen of
rgeeevdasa rd, ootor t bbeleansetidnegne n3 ind aggeelnd pveerrv amnagaennd, dboecphe rnkot.g Elnankgel en ibeet laaslltein. gen in arbeid zijn
LITTERATUUR.
Hbescüha vbinegw ohae®brb® end ezri„j Mecihntaehra shae t bAehlfoooerresnc het okt ardaek teArl fgoreoroente, ndzeeeidlse nv erwloijr.e n Door hun
h .? s „ k * 4 " ;Pe3 , n' " h,t bin” nl“ d ™ 0d'b»
LITTERATUUR. -
B. K Ma t t h e s . Bijdragen tot de ethnologie van Zuid-Celebes. Den Haag, 1875.
(Iiid Gids M1883) elidke toestand in het gouvernementsgebied van Celebes.
Archipel. (Bijdr.I evt.s h.o vIenrs t.d ev . sTc.h eedne lVve.,r e1e8r8in9g). b•ij de volken van den Indischen
• eFn- mMeadtetdh. edse. r OKovner. Adek aadd. avtsa no fW geewteonosenhte.n edne rL Metatekraks.s,a r1e8n8 e5n). Boegineezen. (Verh
1 . B. v a n S t e d e n t e n B r in k . Zuid-Celebes. Utrecht, 1884
Haarlem!'1898. D6 Minahasa’: haar vérleden en haar tegenwoordige toestand.
G (Bijdr.'^tnst!' v ^ L*6£ T T v ) " MakaSSaren’ Linguistisehe en ethnologische studiën.
A’((R'TH N LI BX X X Ilfen bijdrage t0t de anthropologie der bevolking in Gorontalo.
RV(^ur.A iTnnsöt?. RvU.G mIE. Lt . Beens cbVr.i,j vreinegk sQ 8). zeden en gèwoonten der bewoners van Minahasa.
Mfür Ethno^r n / i"Igggo)phiSOhe Skizzen über Flores und Gelebes. (Intern. Arch.