peanen ziet men hier rondloopen, om zieh van allerlei benoodigdheden te voorzien,
want in de Chineesche wijk kan men voor alle zaken terecht. Wilt ge een barbier,
hier ziet ge er een zijn arbeid buitenshuis verrichten; boekenstalletjes helpen u aan
allerlei geschriften, en ook theaters vindt men hier voor hen, die er van houden,
den schouwburg te bezoeken. Vooral als het Nieuwjaarsfeest. (zie deel II-pag. 319)
gevierd wordt, .waaraan veel geld wordt besteed, is het druk en levendig in de
straten der Chineesche wijk.
De Chineezen in den Archipel vinden hoofdzakelijk hun middelen van bestaan door
het bewerken der goud- en tinmijnen, den handel, dien zij met woeker drijven,
fabrieksarbeid, allerlei ambachten, waarvoor zij zieh uitstekend leenen, het pachten
van belastingen op de passers of markten en andere inrichtingen, in een woord, zij
nemen alles ter hand, wat voordeel kan opleveren, en niets is hun daarvoor te gering.
Door zijn physieke, intellectueele en moreele eigenschappen is de Chinees üiterrnate
geschikt,' om het ver te brengen in de wereld, zegt Mr. Nederburgh (Tijdschr. v. Ned.
Indie 1878), die recht heeft er over te spreken. En hij vervolgt: „Java, de geheele
Indische Archipel, Amerika en Australie getuigen dat. Taai en vrij sterk van lichaam,
leenen zij zieh zoowel tot den zwaarsten als tot den fijnsten arbeid. Of zijn hersen-
gestel aauleg en geschiktheid heeft voor hooge, intellectueele ontwikkeling, voor
diepe, afgetrokken studie, is op Java nooit uitgemaakt, wel, dat het uitnemend geschikt
is voor het praktische leven. Helder van verstand en steeds wakker, is hij schrander
in het ontdekken van zijn voordeel en in de keuze der middeleh, om zijn doel te
bereiken. Men heeft hem wel eens vindingrijkheid ontzegd, maar toch heeft hij nooit
gefaald bij het zoeken naar middelen, om ’s lands wetten en rechten te ontduiken,
zieh invloed te verschaffen en den Inlander uit te zuigen. IJver en spaarzaamheid,
de twee hoofdvereischten voor een jager naar rijkdom, zijn den Chinees in ruime
mate toebedeeld. Geen winstgevendei arbeid is hem te zwaar, te gevaarlijk of wel
te onaangenaam. Hij munt uit in zelfbeheersching; zijn handelingen worden door
zijn verstand, niet door zijn hartstochten en lusten geregeld. Alleen het spei is in
Staat, zijn verstand te benevelen. Buigzaam en zonder hinderlijk eergevoel of voor-
oordeel, weet hij zieh in alle omstandigheden te schikken. Geen doeltreffend vleien
en kruipen is hem te laag. Onze begrippen van zedelijkheid zijn hem veelal vreemd.
Gewetensbezwaren en medelijden staan hem zelden in den naar rijkdom.” weg bij zijn streven
Doch onze zegsman laat na dit ten deele ongunstig oordeel volgen: „Dit min günstig
oordeel geldt de massa, waarop velen een günstige uitzondering maken. Tal van
Chineezen zijn eerlijk en trouw, en, ook naar onze begrippen, hoogst fatsoenlijke
lieden. Maar men kan evenmin het gros der Chineezen naar hen eerlijk doopen als
men de Chineezen over het algemeen dom en lui kan scheiden, omdat er luiaards
en botterikken onder zijn.”
W aar een dergelijk oordeel over de Chineezen geveld wordt, is het begrijpelijk,
dat de regeering, al naar de verschillende toestanden en inzichten waren, nu eens de
deur wijder openzette voor de Chineezen, dan weer hen meer in vrijheid en optreden
beperkte. Vooral heeft de regeering er steeds naar gestreefd, de aanraking der
Chineezen met de Inlandsche maatschappij zooveel mogelijk te vermijden, uitgaande
van het beginsel, dat de intellectueel en physiek zwakkere Inlander tegen den enkel
op voordeel bedachten Chinees moest beschermd worden.
„Wil men echter billijk zijn tegenover de Chineezen, dan mag men niet ontkennen,
dat zij welkome medewerkers geweest zijn voor de ontwikkeling des lands, zoowel
voor ons als voor de Inlandsche bevolking op het gebied van handwerk, nijverheid
en handel,” zegt de heer Groeneveldt.
In algemeenen zin en onder een nader uiteen te zetten voorbehoud stelt deze
dit vervolgens in het licht, en aan dien deskundige geven wij het woord, om den
invloed der Chineezen op de Inlandsche maatschappij te leeren kennen.
„Wanneer men er op let, hoe de Chineezen op het gebied van de tweede hand in
den handel, zoomede in vele takken van handwerk en nijverheid op Java zelfs geen
concurrenten hebben, dan moet men aannemen, dat zij daarvoor de geschiktste personen
zijn en' dat al deze zaken ten rechte aan hun handen toevertrouwd zijn; zijn er
anderen, die daarvoor ook in aanmerking wenschen te komen, dan is hun de mededinging
vrij en hebben zij niet meer te doen dan ook hun geschiktheid te toonen.
nieHt iehrtaedgdeenn , is dvaat akd aana ngdeev oIenrlda,n ddearts heetn anddee rms iznodue zriej n Eguelroooppeeann,e anl s zwieijh ew el lt ot een
behoorlijke vervulling der thans door de Chineezen mgenomenpositie :zou hebben
ontwikkeld. Deze bewering kan alleen theoretische waarde hebben, want de Chineezen
zijn er nu eenmaal, en wij kunnen hen noch verdnjven, noch in hun wettig stre e
beperken, maar ook als veronderstelling kan de juistheid ^ h ß w e i u ^ ni^o n v o o ^.
waardelijk toegegeven worden; geheel onzeker blijft het namelijk, of die anderen de
taak der Chineezen even goed uitgevoerd zouden hebben, wat natuurlyk w or d
Wonetwl ikwkoerldinegn ddeoro r Inddei scvhoeo rsmtaanadtsecrhs apdpiiejr gbeeewn eroinnvge rescnhkiellheg ev o^orbeBiden aangehaald,
ontleend aan wat zieh elders heeft voorgedaan, maar het spreekt vanzeli, dat daar-
mede voor de Javanen niets bewezen wordt dan misschien alleen dit, dat zij die
elders aangetroffen geschiktheid niet bezitten.
aanInletug,s saclhse nd ookra nd e onmiest tawndoirgdheend eonn, twkeanadri,n zdiaj tz iedhe hiCerh iznaegeezne ng,e rzäoot s4t °i0n1 v”e^^ Xc“ l‘ ‘lein“dee opzichten op bedenkelijke paden geraakt zijn. Ik wil trachten, enkele M f e m t f p ä g
heden aan te geven; minder, om daarm verontschuldigmg te *?eken, dan wrt.omte
doen uitkomen, waar de blaam en de maatregelen ter repress« behoore:n te wallen
In de eerste plaats kwam de Chinees bij vele zijner transactien m nanÄ ipg^m et
een volk van minder ontwikkeling, dat wemig talent heeft voor het dbenvan
maar integendeel daarbij een groote mate van zorgeloosheid en onbedac^äamheid
aan den dag legt, zieh voornamelijk hierin openbarende, dat voor het voordeel van
het oogenblik onbekommerd de toekomst verbonden en belast wordt; cen
dien, dat zieh niet licht keert tegen wie het te kort doen of drukken, maar dat z c
met groote gelatenheid bij veel neerlegt. Zulke omstandigheden hebben te id ‘“ Hide
en overal een nadeeligen invloed geoefend op het bilhjkheidsgevoel, ja, op de eerlykheid
van de sterkere partij, en wie zal durven beweren, dat wij daarvanwni zijn g®bleven
W at de Chineezen betreff, vindt men vooral aanstoot m de omstandigheid,dat, j
avlasn opdkeono pInerlas nddeerr pbreovdouocrtdeene levna,n hdeetn m Ienelastn ddsocohre ng elbarnudikb otuew m zaiekhe na lv aten zdeee rn ^ood z^a°k,^e e
liikheid tot leenen, waarin de Javaansche landbouwer zieh vaak bevmdt, en va
tdwieenesd en epiglainatgs, zoimjn ddiet opoakc httee nd oedne, Calh iins edeziee nn okoodmzaekne hjkheid niet aanwezig. I d m r i o r a h s e e r e n Zij waren de
aangewezen personen voor de gestie daarvan, omdat ze konden beschikken ove - het
noodige talent van organisatie en beheer, terwijl zij tevens als Aziaten dicht gen g
bziaja kd evno oInrtlvalnodeieern .s toEnidnedne livjko orh. added emne mzeg vdualadribgiej bbiojzvoenn doernes ahaentr avkomorgdeene,l dviaen unl ^e td eto^t
het overheerschende ras te behooren. Van al deze günstige omstandigheden hebben
adles dCiht ineeldeezresn haelst gpeavcahlt eirss geeewne eijsvt,e rhigu ng erberpuuitka tgiee mvaana krt eeenh tszcijh ahpeebnbheeni dd e^na ^ee1rJh’j.k®h. e”id1
i"ni mden mlaatstmen timjd acmhteruilt is gegaan. Deze klacht schijnt memtI SongeIgrond te zijn
en kan zelfs gereedelijk worden verklaard. Vroeger was de rechtstreeksche aanrakmg
met de Europeesche handelshuizen bepaald tot een klasse van gezeten en eemgszms
gegoede Chineezen, maar sedert eenige jaren hebben die relaties zieh belangrijk naar,
de laagte uitgebreid; vermoedelijk tengevolge der concurrent« kunnen de kleinere
hCahdindeeens cehne dwusin bkiejl iherusn, ldained gvernooeogteern tbeirj ecdhet Emuoreospteene sckhoem eimn,p ozirethhu tihzeann sg reeecnh tsctrreede ks
bij de Europeesche handelshuizen voorzien, en daardoor is in de tweede kand ee
edlaeamrveannt ohpeglfetn ovmeremn,i nddaetr, dn ieent hopa azr ijono kb evheorodrelirj kien pallaleartslei opzichten heeft geschaad Eindelijk zijn al de hierboven vermelde misstanden nog belangrijk verergerd door
ddee rtvirgi jgjeavriegne. bDepaaarlibnigj enh eoepft hmeet ns tuuikt vhaent oimogm vigerrlaotriee nv, adna, t lahaett omnes tz ewgegnesnc, heeli jk kon
wezen, de Chineezen tot in het onbepaalde zieh te laten vermeerderen, omdat zij
niet de eigenlijke bevolking des lands uitmaken, maar een bepaalde rol vervullen,