verschillende deelen der rijken, welke zij vestigden, regenten of leenmannen aan, die
met zelden naar eigen gezag streefden. Het is een ingewikkelde geschiedenis van
w ordingen verval der verschillende Mohammedaansche rijken, welke na den ondergantr
1 ri11^ T ersc PPÜ komst der Europeanen hier werd geschiedenis, waarvan trouwens weinig hekend is, willen wij onasf gneisepte ebledz. igMhoeut ddenie.
De ethnographische mvloed dier gebeurtenissen hestaat echter in de vestiging van
den Islam m den Archipel; door alle zoogenaamd beschaafde stammen, d. i. Vevan
de geheele bevolking of ± 25 millioen zielen, wordt de Islam beleden. Het oude
geloof werd ^ echter met geheel hierdoor verdrongen: het bleef, met het Hindusche
gkeleloeodf , vdooatr tlzeiveehn .reeds in Siwai'sme en Buddhisme had opgelost, onder het Islamietische
Op Bali vond het Hinduisme echter een schuilplaats, en het bleef er biina onver-
anderd voortbestaaan tot onzen tijd. Toen eenmaal de Mohammedanen het gezag in
handen hadden, maakten zij van hun macht gebruik, om den Islam tot den staats-
godsdienst te maken en aldus een gedwongen proselietenmakerij in te voeren. Dit
ligt in den aard van deze leer. Zoo werd de bevolking vermohammedaniseerd. Doch
de wijzigmgen, welke de Islam in het godsdienstig en maatschappelijk leven der
bekeerden bracht, staan in omgekeerde verhouding tot de mate van ontwikkeling, die
de heidensche bevolking reeds bereikt had, zegt Kern. Hoe lager een volk stond,
des te weldadiger waren de gevolgen der bekeering. Overal, waar de leer van
Mohammed doordrong, werden kannibalisme en menschenoffers, als die nog bestünden,
atgesebaft; bij de meer ontwikkelde, gehinduiseerde volken heeft zii den beeidengdeiefonrsmt
utleegeredn.gegaan en de gelijkheid van alle menschen voor het Opperwezen
* * - *
Gedurende de staatkundige heerschappij der Mohammedanen in den Archipel was
de eeuw der wereldontdekkingen aangebroken, die de West-Europeesche volken over
onbekende zeeen naar vreemde wereldeelen voerde. Het kleine, doch levenskrachtige
Portugal deed het eerst zijn vlag wapperen boven de Indische wateren, en weldra
voigdehet even energieke Holland, om er zijn heerschappij voor goed te vestigen.
bleehts zeer weinige Europeanen hadden, voor Vasco de Gama in 1497 de Kaap de
Goede Hoop omzeilde, den Indischen Archipel bezocht. Marco Polo, de bekende Vene-
tiaansche reiziger, had omstreeks 1290 enkele gedeelten van Sumatra bezocht, maar
komensdtree eJkasv a1 SraIlSle, enw asv adne hItoaoliraeann szcehgeg emn.o nnDike Feerars tOe doEruicroo pveaana nP, orddiee noJnaev,a dobcehre izkiitne
reisverhaal zegt weinig. De Venetiaan Nicolo de Conti, die omstreeks 1413 reisde
zegt, dat hij een jaar op Sumatra doorbracht en later negen maanden op Groot- en
Klem Java (Java en Bali?) doch hij geeft daarvan verwarde voorstellingen. Duarte
tfarbosa van Lissabon, die in den aanvang der zestiende eeuw aan de kust van
eMvaelnawbealr zveelrfb nliijeft hbieelzdo,c hgte.eft eenige nadere berichten omtrent den Archipel, dien hii
Hoewel dus zoo goed als niet door Europeanen bezocht, waren het heerlijk Indig en
de Archipel toch gedurende de middeleeuwen niet geheel onbekend in Europa. Doch
eerst na de ontdekking van den zeeweg volgt de aanraking der bevolking met Euronpeaamneelnij,
k edn atv avnagnt deer ne eEnu rnoipeeuewsc htiejdn pienrvkl oaeadn. in de geschiedenis der Maleische Volkeren,
De Portugeezen waren de eerste Europeanen, die in den Indischen Archipel aan-
kwamen en al spoedig het vreedzame doel, om handel te drijven, voorbijstreefden door
het maken van veroveringen. Zij hebben echter te körten tijd hun gezag'hier geves-
tigd, om blijvenden invloed op de bevolking uit te oefenen. Ook de Eiigelschen
hebben m den Archipel over ’t geheel geen blijvende plaats gehad, doch zieh bovenal
gevestigd op het vasteland (zie II pag. 234). Van de Europeesche volken waren het
de Holländers, die in het grootste gedeelte van den Maleischen Archipel schier voort-
durend heerschappij hebben uitgeoefend, terwijl de Spanjaarden alleen in het noorden
aoapn dde e PVhielriepepmijngsdceh eS teaitleann dveann toNto ovrodo-rA kmoerrti khae tm goeezsatgen h aafdsdtaeann, .dat zij echter in 1898
Tusschen het optreden der Spanjaarden en der Holländers bestond een kenmerkend
LITTERATUUR. 19
verschil. De eersten, ijverige Katholieken, die hun ontdekkingstochten verbonden aan
het doel, om de Katholieke kerk uit te breiden, traden door hun monnikenorden en
bekeeringsijver nader in betrekking tot de inboorlingen. De Hollanders daarentegen
waren handelaars, hun ondernemingen gingen uit van een handelsmaatschappij, en
daardoor maakte hun eerste verschijning zelfs niet den indruk van blijvenden aard
te zijn. Het wekte aanvankelijk zelfs verwondering, dat de Hollandsche en Engel-
sche schepen kwamen en gingen. Maar de omstandigheden, de politieke toestanden
hebben de kooplieden tot veroveraars gemaakt. De geschiedschrijver der Mingdynastie
voorzag reeds hetgeen gebeuren zou. Hij laat een Hollander de volgende gefingeerde
toespraak tot de inlanders houden: „Als gij ons goed bedient met uw koopwaren,
zullen wij de overige vreemden u van ’t lijf houden, en wij zullen uw meester zijn.”
Die woorden geven het verloop der geschiedenis aan.
Wij zullen de geschiedenis der vestiging van het Hollandsch gezag in den Archipel
niet beschrijven: dit ligt niet op onzen weg. Alleen enkele feiten zullen wij hiervan
vermelden bij de behandeling der afzonderlijke eilanden, voor zoover die van belang
zijn voor de kennis der tegenwoordige toestanden en de elementen tot ontwikkeling
der latere toestanden bevatten.
bewNoan edrsit. overzieht vangen wij aan met de beschrijving van de toestanden der
LITTERATUUR.
H. K e r n . Taalkundige gegevens ter bepaling van het stamland der Maleisch-Poly-
3nee sriescehkes , vzoelskdeen .d ee(lV, e1r8sl8.9 .e)n meded. der Kon. Akad. v. Wetensch. Afd. Letterk.
H. K e r n . De Fidjitaal vergeleken met hare verwanten in Indonesie en Polynesie.
(Verh. der Kon. Akad. v. Wetensch. Afd. Letterk. XVI, 1886.)
H. K e r n . Over den invloed der Indische, Arabische en Europeesche beschaving op
de volken van den Indischen Archipel? Leiden, 1883.
R. BDat.a vMia.a nVscehr bGe eekn.. vO. uKd. heedne nW ,v aXnL VJaIv, a1, 8m91e.)t oudheidkundige kaart. (Verh. v. h.
P. HJa. arVleemt ,h .1 89Ja6v. a I. Tweede druk door Joh. F. Snelleman en J. F. Niermeyer.
P. A. v. D. L it h . Nederlandsch Oost-Indie. Tweede druk. Leiden, 1893.
M. L. v. D e v e n t e r . Geschiedenis der Nederlanders op Java. Haarlem.
G. A. W il k e n . Handleiding van de vergelijkende volkenkunde van Nederlandseh-
Indie. Uitgegeven door C. M. Pleyte. Leiden, 1893.