90 NATUURLIJKE GESTELDHEID VAN JAVA.
groote lengte vrij steil af naar den Indischen Oceaan. Daarom werd de zuidkust in
Ä ?rn ?n 0UC^e zeevaarders ook als de „met ijzer omgorde”serde aangeduid. Alleen in het midden vindt men in het zuiden de b roeef ddset e „vgleapkatennt-.
ierwijl de bergenrij meest aan den zuidkant geplaatst is en derhalve de noorde-
delyke helft van de zuidelijke verschilt, bestaat er ook een kenmerkend verschil
tusschen het bergland in het westen en dat in het oosten van Java, In het westen
verheilen zieh de bergen meer op de randen van plateaux of hoogvlakten van groote
uitgebreidheip, terwijl zij in Midden-Java en Oost-Java meer als ketens voorkomen1
sbcehsutaivaennd.e uit afzonderiijke bergen, waartusschen nog kleinere vlakten vooruit
_ Geheei Java is vulkanisch; een reeks van vuurspuwende bergen, meest tot twee
njen vereenigd, loopt over het eiland van het westen naar het oosten, waarvan een
groot aantal nog werkend zijn, terwij 1 andere schijnbaar zijn uitgebrand.
Java ligt in de tropische luchtstreek. De afwisseling der moessons beheerscht hoofd-
zakelyk de weersgesteldheid in den loop des jaars, die zieh niet door temperatuurr
verschillen, maar door afwisseling in den regen kenmerkt. De N.W. moesson.
die van Dec. tot Maart waait, geeft bovenal den regen; voor West-Java is die
regen aanzienlijker dan voor Oost-Java, voor het zuidelijk bergland aanzienlijker dan
voor de noordelijke vlakte. De Z.O. moesson, welke uit het gebied van het droge
Nieuw-Holland komt, en in de maanden Mei, Juni, Juli, Augustus en September
dwaana ita,a nis hoevt eor oshteent , geheel droog, doch geeft aan het westen van Java meer regen
meHno etwocehl dve ertescmhpilelerant uuinr svteermscpheirlaletunu mr eotp ded ijta aeriglaentidjd, edni eb ijazfohnadnekre lgijekr inzgi jnz ijnv,a vn inddet
hoogte. Gemiddeld neemt de temperatuur op aarde met de hoogte af, en wel 1°
Cels. met 100 meter hoogte. Daardoor heerscht aan de läge vlakke kustlanden van
noordelyk Java de echte tropische temperatuur, die naar het zuiden op het bergland
in een meer gematigde of zelfs koele temperatuur overgaat. Men is veelal gewoon
op Java naar de hoogte vier klimaatgordels te onderscheiden: een heeten gordel voor
™27,5° G.b, etneerdweinjl ddee 6v5o0c hmtigehteeri dh odoegs ted, ammpetk reinegn s gdeme ihdidtteeld ev otoerm hpeetr agteuvuore lv anno g2 3d,5ru°—k-
kender maakt; de tweede gordel neemt gedeelten in van 650—1500 meter, met een
gemiddelde temperatuur van 18,5° C., en de derde gordel, van 1500—2500 meter
hoogte, heeft aan de bovenste grens een temperatuur van 13° 0. De hooger gelegen
gedeelten kan men als de koude zone van Java heschouwen; op 3000 M. hoogte
heerscht een gemiddelde temperatuur van ± 10° C., J u s ongeveer als in Nederland.
Echter bestaat er dit verschil, dat op Java de wärmte gelijkmatig over het geheele
jaar verdeeld is en niet een heete zomer door een kouden winter wordt afgewisseld.
de Mteete ltd ivea nv ecrsuclhtuilulernp lainn tehne t ikn limvearabta nvda.n oInos t deenn wlaeasgt,s tevna,n hheoeotgs teenn glaoargd eSl tgaarot eoieonk
voornamelijk rijst, indigo, suikerriet, kaneel, peper en katoen; in den tweeden vindt
emeersnt ek opflfaiae,t s thheeet , gteabbieadk deenr EEuurrooppeeeesscchhee lgoroofebnotoemn,e ne. n hooger op vindt men in de
weDlkist kboerwt oenne rsa lgweimj eneand eorv ezruzlilcenh t ldeeierennt okmen noenns . eenigszins te verplaatsen in het land,
II. D e b ew o n e r s va n J a v a . O v e r z ic h t .
De bevolking van Madoera bedroeg, volgens de officieele opgaven van 1896, in
totaal 26,125,053. Hiervan behoorden 25,791,953 tot de Inlanders, en 3238 tot
andere vreemde Oosterlingen; verder: 17,045 Arabieren, 261,080 Chineezen en 51,737
Europeanen. De oppervlakte van beide eilanden bedraagt 2388,3 vierk. geogr. mijlen
of 131,506 K.M., zoodat de volksdichtheid 197 per KM.a bedraagt (Nederland 159).
Het schoone en rijk bevoorrechte eiland, wordt derhalve dicht bewoond.
De inboorlingen of Inlanders van Java en Madoera, naei welke wij ons
in de eerste plaats bezig houden, omdat zij de hoofdbevolking uitmaken, worden
gebracht tot drie hoofdstammen, welke tot het Maleische ras behooren: de Soendci-
neezen, de Javanern, en de Madoereezen. De Soendaneezen, ook wel Wester-Javanen
VERGELIJKING DER HOOFDSTAMMEN OP JAVA. 91
en Berg-Javanen genoemd, wonen in het westen van Java, in de Soenda-landen
ednit gdeeb igerde. nsDster eJkaevna nevna nw Tonegenal teenn oBoasntejone mvaans, duei tgheinzo, nddieer do nlgäenvgese rf e^‘o®°°ro r</ iek n"vsti. e^re
de Tji-Losari en Tji-Tandoej wordt aangegeven. In het oosten van Java, en de
noordelijke helft van Proholinggo en Besoeki, voor een klein deel m no°r^ h jk Pas
sBoeesrooeekain eenn Popa ssMoeardooeearna egveedneweletle nv invodot rkmoemne nM, awdoaearre eMzeand, oteerreweziejln inm ekte Jt avanen vvearn
mals^ e1<:g4e.5ta:i1st1e.r ktHe iverauni t Mbaldijoketr, eedzaetn , dSeo eJnadvaanneeenz env eerrne Jdaev amneene r,dee*rh0e"idf d!elcrh 3bevol*king
uitDmea kveenr,g edliajakrionpg vvoalng edne zdee vSoolkenendgarnoeeepzeenn henee feti ntdoet lidjke de Madoereezen. v o l g e n d e algemeene resulteten
geleid. Soendaneezen en Javanen verschillen m karakter, m uiterlyk voorkom ,
taal en maatschappelijke instellingen. De Soendaneezen beschouwen zieh als de
„djelma boemi”, de oorspronkelijke bewoners des lands; zy komen ook het meest
met het algemeene type van het Maleische ras overeen. Het is duidelyk, dat de
invloed der Hindoe’s op hen minder blijvend gewerkt heeft dan op de Javanen.
Alles wij st er ook op, zooals wij reeds vroeger zeiden, dat de Hmdoe-overheersch g
zieh het meest bepaald heeft tot Midden- en Oost-Java en op West-Java mmder
lang geduurd heeft. Daardoor zijn de Soendaneezen meer aan eigen ontwikkeling
oveBrigi eldaete nM gaedwoeereesetz eenn mis inhdeetr mveerts cahnild emree te ledme eJnatvenan evne rmmeentg de egne wgoervdoelgn . van den
Hindoe-invloed, maar wel van het isolement, waarin de Madoereezen op h u n eiland
leefden, en waar de schrale bodem hen dwong, in visschery en handel middelen
vanD eb eSsoteanadna ntee ezs oiesk enni,e te ng rozioeth vtaen wgeasgteanlt eo, pe ednei gwszaintesr emne.e ngedrongen, sterk ge,b ouwd,
en goed gespierd, hij heeft -zwaar, niet krallend, zwart haar, weinig baard, zwaar
ontwikkelde wenkbrauwen en smalle, zwarte oogen, die min of meer scheef staan.
Het voorhoofd is vrij hoog, de wangbeenderen en kaken breed, de neus is kort, plat
en breed, de mond vrij groot, met dikke lippen en fraaie, Witte tanden, die echter,
zooals bij vele Maleische stammen, afgevijld en zwart gemaakt worden. De gelaats-
trekken zijn weinig teekenend en wezenloos; de huidkleur is lichtbrum oi
k0De6kJ a v a f e n zijn o v e r ’t g e h e e l ie ts la n g e r d a n d e S o e n d an e ez e n , h u n le n g te is
g em id d e ld 5—51/» v o e t, m a a r d a a rb ij zijn zij r a n k e r v an lic h a am sb o u w , d e a rm e n
e n le d e m a te n z ijn sc h ra a l, d e b e e n d e re n fijn, d e g e w ric h te n le m g ; h e t m id d e l d e r
v ro u w e n is a a n m e rk e lijk d ü n n e r. H e t g e la a t is m in d e r V ierk an t, d e n e u s n ie t zoo
p la t, z e lfs i'is d e h a v ik sn e u s n ie t z e ld z a am ; d e m o n d is m e e r v o o ru its te k e n d , de
g e la a ts tre k k e n z ijn k ra c h tig e r e n h e b b e n m e e r u itd ru k k m g ; d e h u id k le u r is d o n k e rd e r.
D e oogen v a n d e n J a v a a n s ta a n n a g e n o e g h o riz o n ta a l. H e t d ra g e n v a n h o e w el sie c h t
o n tw ik k e ld e k n e v e ls is hij d e m a n n e n v rij a lg em e e n . W at het karakter betreft, wordt de Soendanees meer als vertrouwelyk en open-
hartig genoemd dan de Javaan, en hij toont meer gehechtheid aan bestaande
gewoonten; de Javaan daarentegen buigt meer met in ’t oog loopend vertoon van
onderdanigheid voor zijn hoofden dan de Soendanees. De Soendanees is over t geheel
bijgelooviger dan de Javaan; in zijn levenswijze munt hij door meer eenvoud en
matigheid, door hulpvaardigheid, eerlijkheid en werkzaamheid boven den Javaan ui .
Dit verschil blijkt ook uit de kleeding: de Soendanees is m den regel minder goed
gekleed dan de Javaan, die netter en keuriger voor den dag komt. Zoo draagt bijv.
de Soendanees den boofddoek, dien hij als een tulband om de slapen wmdt, met een
knoop, waarvan de uiteinden los hangen; de Javaan wikkelt den doek veelal zoo om
het hoofd, dat hij alleen door het insteken der uiteinden op zyn plaats wordt
gehouden. Ook zal de Javaan gewoonlijk een vest met opstaanden kraag en mouwen
dragen, wat men hij den Soendanees niet ziet. Onder den sarong draagt de boenda-
neeDse eeJna vkaaönrt e isb roseteke,d ste rgweiwjl apdee nJda vmaaent mziejne r keriesn, wdei jdSeo elnadnagnee ebsr ozeeki ddenra. agAt.lleen als
de Soendanees in Midden- of Oost-Java vertoeft, volgt hij de kleeding en gewoonten
der Javanen; hij voorziet zieh van een kris en draagt een djarit.