308 KANNIBALISME. STANDEN. STAATSWEZEN.
hebben, die vroeger menschenvleesch hadden gegeten. Dit alles bewijst ons, dat het
Paradijs_van onschuldige natuurmenschen niet in Polynésie moet gezöcht -worden.
Ook de menschenoffers waren -vroeger in Polynésie algemeen verbreid; zij werden
gebracht by gewichtige ondernemingen en werkzaamheden. Krijgstochten werden op
vele eilanden door menschenoffers voorafgegaan. Op. Nieuw-Zeeland o. a. bracht men
voor den oorlog een menschenoffer en ook de eerste gevangenen in den striid werden
geslacht en den goden geofferd. Slaven werden zelfs geofferd, als een hoofd ziek was,
en menschenoffers werden ook gebracht op de graven der hoofden. Ook moet vödr
de ontdekking op sommige plaatsen de zede bestaan hebben, dat enkele menschenlijken gegrondvest werden. gebouwen boven
* * *
Standen, regeeringswezen en rechtsverhoudingen Waren in geheel Polynésie tamelijk
wel gelijk in grondbeginselen. De maatsehappij yertoonde overal twee 'sçherp -gescheiden
standen: adellijken en gemeenen; tusschen deze beide had zieh op de meeste
eilanden, alleen. met op Nieuw-Zeeland en Hawaii, een derde stand, die der grond-
bbeesztiottnedrse,n ,u ikta nd enm eene rasltse nv isetradnedn osntatwndik kbeelsdc.h oDuew selna.ven, die meest uit kriigsgevangenen
Vrij algemeen yond men er een toestand van leenwezen. Er waren vele leenmannen
die van mächtige hoofden afhingen. Alleen op Hawaii, Tahiti en Tonga vond men
e6n 9 * 3 Sdcentraliseerde regeering en een vas,ter inrichting van het bestuur.
11 j hoofdstanden, adellijken en gemeenen, waren overal zeer scherp van
ewlkaraennd eor vegreaslc hme idheent; uhitestl uimteinnds t bseczhite rvpa no pa llSea mreocah te, na lNlei emuwac-Zhte,e laalnledn. eDigee naddpemlli j; kezinj
alleen stonden met de goden in betrekking, want alleen zij hadden een ziel; zij waren
de vertegenwoordigers der godheid op aarde. De gemeenen waren geheel van den
adej afhankelijk; wat zij .bearbeidden en bezaten, behoorde den edelen, als die het
wilden nemen. Het leven der gemeenen had in ’t geheel geen waarde, en daardoor
iS het ook verklaarbaar, dat menschenoffers en menscheneterij er zoo algemeen waren.
Met de goden stonden de gemeenen niet in betrekking, daar zij geen ziel hadden.’
Door dit alles, waren de aanzienlijken en alles, wat hun toebehoorde, ten strengste
dpovoerr traredl,i gwieauss ed ebs adnowoedtst esnc hgueldscigh.eiden van de gemeenen. Wie der gemeenen deze
eerBdeehna, lveee nd erzeeli goineudseers cohnedideirnscgh eviodnindg ,m ewna anroogp dwiei j inn agdeetra ttoeuruegerkdoemn eenn. nDieet vgreotuawtoeun-
behoorden;over ’t 'geheel tot de. niet-getatoüeerden.
Het staatswezen op alle Polynesische eilanden verheert sedert lang in een toestand
van ver.val, welke reeds voor de komst der Europeanen was aangevangen, terwijl
onder hun invloed dit procès is verhaast. De politieke instellingen der Polynesiers
berustten, volgens Fr. Müller, op de oud-Maleische staminstellipgen, welke op hun
beurt weder een uitbreiding vormden van de familie-instellingen. Daardoor waren
de gemeenten, d. i. de. door verwante familiën bewöonde dorpen, oorspronkelijk
onafhankelijk van elkander. In vroeger tijd, toen het nog wilder- toeging op de
Zuidzee-eilanden, hadden de inboorlingen hun dorpen op de bergen, om daar veiliger
te zijn, doch in deze eeuw verplaatsten zij zieh meer en meer naar de kusten.
Aan het hoofd van elk onafhankelijk dorp Staat een hoofd, die in oorlog en
yrede een zeker gêzag uitoefent, doch overigens door geen teeken van de overige
dorpelmgen is onderscheiden. Alleen in het aanspreken komt dit verschil in
rManalge isacahne rhase.t licht; een bepaalde titulatuur heeft men ook hier, evenals bij het
Somtijds vindt men ook een vereeniging van dorpsgemeenschappen tot een eenheid
van hooger orde, en een hooger hoofd, een opperhoofd, voert dan het bestuur. Een
dergelijke uitbreiding van het gezag van eenig hoofd komt door verschillende
omstandigheden tot stand, nu eens door opstand, dan weer door machtsuitbreiding
van den sterkere. Op sommige eilanden zijn de opperhoofden door uitbreiding van
macht werkelijk koningen geworden, o.a, op Tahiti, Hawaii en de Tonga-eilanden.
In de grootere staten verzamelen zieh de gemeenten bij de.behandeling van gewichtige
zaken op een met broodvruchtboomen beplant. plein. Op deze bijeenkomst vormen
MYTHOLOGIE. TANGALOA. 309
dan de familiehoofden een soort van parlement; de hoofden en het opperhoofd zitten
zwijgend er bij. Zulke bijeenkopisten duren dag en nacht en veel tijd wordt er bij
verkwist met allerlei vormendienst.
De Polynesiers bezitten een zeer ontwikkelde mythologie, welke uit den aard der
zaak op de onderscheidene eilanden verschilt. Uit den grooten rijkdom van goden
en geesten zijn er eenige te noemen, die men op vele plaatsen terugvindt. Hiervan
noemen wij Maui, die hemel en aarde
gescheiden heeft en die, evenals Tan-
garna op Nieuw-Zeeland, elders Tan-
galoa genoemd, als schepper en
onderhouder optreedt; Tat/i is de
linkshändige, die de aarde doet
schudden, en N u is de hemelgod.
De beschrijving der Polynesische
mythologie gaat met veel moeielijk-
heden gepaard. In de eerste plaats
is het de buitengewoon groote menigte
goden en geesten, welke men bij hen
aantrof, niet minder dan de Indo-
Germa'ansche mythologieen ons leeren
kennen, doch bovendien is het
moeielijk en dikwijls onmogelijk ge-
weest, omtrent de Polynesische
mythologie juiste berichten te ver-
krijgen. De bevolking zelf hield den
godsdienst grootendeels geheim voor
de vreemdelingen, en nadat de zen-
dingsarbeid hier is aangevangen,
werd het dikwijls onmogelijk, uit
hun overleveringen, onder vreemde
invloeden gewijzigd, de echte volks-
mythe te leeren kennen. Het is
dan ook gebleken, dat niet zelden
reizigers verklaringen en berichten
gaven, die op hoogst oppervlakkige
waarneming of op onjuiste mededee-
lingen der inboorlingen steunden, of
reeds het resultaat waren van vreemde
invloeden. Wij bepalen ons hier
slechts tot een paar mededeelingen
omtrent den godsdienst, die geheele
boekdeelen zou eischen bij volledige
behandeling. (Zie vooral: Gerland—
Waitz, Anthropologie der Naturvölker
I, 1872, met de bronnen- O p g a v e . j YKKF.EX AFGODSBEELD YAN HA WAU.
Tangaloa schijnt de eigenlijke
hoofdgod der Polynesiers, geweest te zijn, daar hij op alle eilanden vereerd werd ;
hij gold voor heiliger en hooger dan alle mede-goden, en men schreef hem de
schepping van andere goden en menschen toe. Die hoogste god werd gedacht als
zwevende boven de andere goden, welk laatste meer persoonlijk en menschelijk gedacht
werden. Hieruit is het verklaarbaar, dat men niet veelvuldig tot hem bad; de
opperste god was hiervoor te heilig, stond hiervoor te hoog. Wereldschepper en
wereldonderhouder, dat is. de taak van den hoogsten god; hij zou met zijn vrouw,
O-te-Papa, een rots, alle goden hebben voortgebracht, uit welke daarna de maan,
sterren, zeeen en winden ontstonden.
AUSTRALIE. 20