Een zoodanige baard wordt in prijs gelijk gesteld met een geweer invoering van vuurwapenen, even hoog geschat. en werd, vdör de
De oorsieraden der inboorlingen zijn zeer zonderling. Een eenscbalige schelp van
een dofwitte kleur wordt cirkelvormig gesneden en gevulcf met een soort van
cement, vervaardigd van de hars en het hoüt van den broodboöm. In dit eement
•wordt een met verheven figuren gesneden ivoren staaf gestoken, zoodat het geheele
sieraad er uitziet als een spijker met een grooten, witten kop. Deze staaf wordt door
een opening van de oorlel gestoken, zoodat de kop van den spijker naar'voren uit-
nstaeaemkt ;i s m„teani aknaan” . dit zien op de figuur, rechts van de afbeelding op bladz. 306. De
Versierselen, vervaardigd van walvisehtanden, zijn onder de bewoners der Mar-
quesas-eilanden evenzeer in zwang als bij de andere Polynesiers; zij worden door de
opperhoofden om den hals gedragen. Zij maken ook gebruik van wit-gebleekte
houten sieraden en van andere, die van schelpen zijn vervaardigd. Een sieraad,
waarop zij bijzonder verzot zijn, wordt gemaakt van hout, was en zaden. Het heeft
den vorm van een hoefijzer; het geraamte is van hoüt, waarop een dikke laag was
is aangebracht. Hierin worden de fraaie zwarte en roode zaden gedrukt van de
„Abrus precatorius”, in rijen, die van het midden uitstralen. Op onderstaande
afbeelding ziet men zulk een halssieraad. Het
heeft een middellijn van omtrent 24 centimeter.
Men heeft bij het schikken en plaatsen der zaden
groote moeite genomen; zij zijn geplaatst in ge-
regelde reeksen van dubbele rijen. Het zwarte
gedeelte der zaden is in het was gedrukt, zoodat
alleen het schitterende roode gedeelte zichtbaar
blijft. Meer dan 800 zulke zaden zijn bij het ver-
vaardigen van dit sieraad gebezigd, zoodat het den
inboorlingen veel hoofdbreken heeft gekost.
verEsniekresleel , ophpeetrwhoelokf dedne dprlaagaetns esecnh izjnete r tzeo nmdeoreltienng
innemen van het haar, dat zij hebben laten
wegscheren; het is niets meer of minder dan een
groote haarbos, gesneden van het hoofd eener
vrouw. In den regel verwijdert een inboorling al
het haar van zijnjichaam, behalve dat van zijn
hoofd; slechts enkele zeer oude lieden laten eenige
weinige hären om hun kin groeien.
HALS-SIERAAD.
voorval plaats, hetwel„k hierop betrekkOinpg d he eerefti.z eInn vdaine Ldaanggesnd owrfafs h abde et einn vEerumroapkae lidjke
gewoonte zieh glad te scheren, zoodat de officieren, toen zij aan wal kwamen,
geheel m overeenstemming waren met de op deze eilanden heerschende gewoonte.
Zij waren zeer vriendschappelijk met elkander aan het spreken, toen plotselin»' een
opperhoofd een der officieren sterk aankeek, eensklaps, met afgrijzen op zijn gelaat
geteekend, op hem aanstoof en hem stevig beetgreep. De officier dacht natuurlijk
mets anders, of men wilde hem vermoorden; het bleek echter, dat het opperhoofd
teaenng hwaialrd e oup itztrijenk kaeann.g ezicht had ontdekt en dit m' et zijn vavn schelpen vervaardigd.e
Als zij bijzonder goed gekleed willen zijn, dragen de hooger geplaatste klassen
eInen dzee eer eursittev opelnaga tsb ewvleerckhttee nm zuitjs , egenem baraeketd vnaent wpelarkn tevnavne zkeolekno,s nvoeodt-evreezne leenn ,s cdhaetl poenm.
het voorhoofd gaat als een muts zonder bodem. In het midden hiervan wordt een
groote plaat parelmoer bevestigd, die uitvoerig gesneden is. Op het midden dezer
plaats is een kleinere vastgemaakt van schildpad —- en hierop een nog kleinere
shceht ijgf evvaaln isp abriej lmdaote, r.h etBwije lsko mopm idgee vkoalpgseenlds e zaieftb emeledni ndgr iies zvoooodragneisgteel ds.ieraden, zooals
In het net worden een aantal vederen uit den staart van een haan of een anderen
vogel zöö bevestigd, dat zij, wanneer het net om het voorhoofd wordt vastgebonden,
recht overemd staan. De vederen van den „phaeton” hebben hiervoor een bijzonder
groote waarde; de inboorlingen bezigen die voor verschillende versierselen en spreiden
een groote vaardigheid ten toon, om ze zieh te verschaffen. In plaats van de vogels
te dooden, overrompelen zij ze, als zij slapen, en trekken hun op een händige wijze
de twee lange staartvederen uit. Na verloop van tijd groeien deze vederen weer aan,
waardoor zij dus een nieuwen voorraad knjgen. Wij halen deze gewoonte slechts
aan, omdat zij zoozeer in tegenspraak is. met de weinige zorg voor de toekomst, die
meDne gheuwiozeonn lijdke zbeitj nèailtaunudrevrosl kzeinjn aavnrtirj efbt.ijzonder, vooral die van betere soort. De
Inlandsche bouwmeester begint
met een plat van groote steenen
te maken, waarvan enkele zoo
groot zijn, dat tien of twaalf
menschen noodig zijn, om ze te
verplaatsen. Dit plat is omtrent
3 meter hoog en 10 meter lang,
tOepg end ite epnl abt reweodrtdet vhaent 4h umise tgeer-.
böuwd ; het achterste gedeelte
is veel hooger dan het voorste,
zoodat het dak een aanmerkelijke
helling heeft; van achteren is
het wellicht 4 of meer meter
hoog en van voren slechts 2. De
zdoeoudra ti s mneantu urlijk slechts klein, e r niet dan bukkende
in kan komen. De muren zijn
aan het eene einde niet hooger
dan aan het andere; er blijft dus
een groot gedeelte van het huis
open. Bij de gelijkmatigheid van
het klimaat der Marquesas-eilan-
den is dit eerder een voor- dan
eenIn wnaednedeilg. is het huis in twee
afdeelingen verdeeld ; het eene
gedeelte wordt gelaten, zooals het
is, zonder eenige bedekking van
den steenen vloer, terwijl het
andere als de gewone woonplaats
wordt beschouwd, waarvan men
den vloer met matten bedekt.
Ook de muren zijn met matten
bekleed. Bij den achtersten muur
staat het zonderling gevormde
familie-bed. Twee horizontale
palen liggen omtrent 5 voet van
elkander en ongeveer een voet
hoog boven den grond; de tus-
schenruimte is opgevuld met ge-
droogd gras en bedekt met matten.
De slapers liggen op de
ball
OPPERHOOFD DER MARQUES AS-EILANDEN.
matten, inet hun achterhoofd op den eenen en hun
voeten op den anderen oais; zziijj burreenuggeenu udemn nacht door in deze rho--u--d-i-n-g, die uitgevonden schijnt te wezen met het opzettelijke doel, het den slapers zoo ongemakkelijk
mogelijk te maken. Rondom hangen aan de muren de wapenen en de
gereedschappen van den eigenaar, zooals speren, knodsen, stelten, trommen, slingers,
bijDleen ehnu izdeenr gesltiajkane vaoltoirjdw eirnp end.e nabijheid van boomen, om de schaduw hiervan