teweegbrengUen.en 200 kunl,en' epidemieen.eenjgeheele ..verandering- in het land
De kabosenja het hoofd van een Pososche kampong, kan niet bevelen: alleen zaken
e t T a a Z 1^ g0edvinden. ™ d e n geregeld, "kan hij ten moet daarom ook zyn eigen rystveld bewerken en zijn eigen pruaiutvwoeenr bHreebnbneenn Doffcihj’
aangezien de kabosenja als hoofd der familie meestal de vermögendste In in zijn
dv[aen“ ?dne nd e knkbanmcn nn ‘ w0“e1nS ’ en dus ver“weaenrt tzey nZ 6mggeetn h edta nh ooBfd, Rbehioo reDno tcoht ddee nv srtiajennd, van den kabosenja en derhalve tot den adel.
vane• h, e*t VPpnons«onmnde eSr.t aapG e^sla gleana gswt;o redvte nhwije l zheeldeefnt deen slahiajf gbeeehno ehfta rdn ielot t viene hl ewt gerekb ietde
hwhe ttoignedreerd' edne gc el os tcrhi . e d t . f/a miileleden’ ^die m^ et zteu llde°n° dgeenz’ omgeanar, . odoakt bdieitr inz osntdaeart
8ebeurt het, dat een hoofd trouwt met een slavin. De kinderen, uit dat
ahaunw ezhyjnk fgaemspilrioe,t ewn,a ahredhoooorr edni et oktm ddeenr esnl avine ndsetann da,d etle nwzioj rddeen voapdgeer neoemne nk arbouw g°eeft
De vrye Alfoer wordt dikwijls zeer gehecht aan zijn slaven, n.l. wanneer het
beehhoooorrddeenn. NNoooolitt 3gaat Bhij Ie r Ptoel oiv eWr, 16ere n° uvdaonrS deenz eng roaof toteu dsetrasa nre eodf st ea avne rkdoe ofpaemn.ilie
* * *
Dat de Staat in een rechtzaak als eischer optreedt, zooals bij ons het onenbaar
AlfnlSvAlleV’- lVnHd+t ™emn6 ne enm 6Ht m „de r edcihet shPirearamk eddee r oIvnedriesecnhkeo mvot.l keAnl. s Dero cnha mbeijl ijdke ePrgoesnos- lefstal gepleegd is, wordt die den kabosenja der kampong medegedeeld en deze
kngerkaan ddeuren°0lang ^ ^ di<?f °V6r de Zaak’ tot dia gerege.d 1 ? wat so rn tt^
zteiinZh inhhhlnpenn p¡ntaMit j U'dj aene nw oair>ddte rzeunl ks teaemn, zdaiea km beeewneana rbde, leteodt igedr dter izei jonf omf edeernakaennk loancrhetcehnt zbyenid e bpmanretynegne kboymeeenn. zuDllaeanr nkao mweonr,d eonm prelacahtts tee ns pdraegk ebne paald, waar de nhoooofrdaeenn cdteerr
oonokk hheit Ttei pSlreoCphkitS s1te9lle nS. 0°D^ee nv oornaaSmtrsatfe: adretnik edloeond, wena adrem bedoee teb;e bino eetn kweolerd gte, vzayllne n■
dInrena Anm Ar i rdeJ fiaemf i’l ieI NvaIn d?en° d bkelfetoedeDig’d eb.e laHtje°t ei se nd ekno pAelrfeone rebno rdeecnh.t eDr emzei nbdoeer tetne
ii * om den loop van het recht. De doodstraf wordt alleen in
h p k ^ r / v ' , t0e- er>as‘ : bi) overspel (op heeterdaad betrapt), bloedschande en
verze^ tegen hurT Imeren J gemeenschaP met vrije vrouwen of brutaal
«wEa ÜAtw ialai r.J° rdat!,. 'si n™ d,legnt : r^ergneelt gveisjtfr avfti nmgeerts eiesn dbeo edtaea dv avne rvriijcfh kt,a rmboeut wveijnf. kMarebno urewdeen-
¿(hi karbouw. dief een stamgenoot of familielid, dan is de boete doorgaans
Ido oOdv evraspne lm amne te ne evnr oguewtr obuewiddeen . vrouw wordt, op de daad betrapt, gestraft met den
De Alfoer is een mensch van den dag; hij leeft voor het oogenblik en met bespie-
haar ledeorev edj aege nv oeonr ahnedme r,g ewhjakt .ziso ua aknu ndneenn vgoeobrgeauarnend,e nh, oiusd th ehti jn izeiet ht en vieetr wveoenl dbeerzeing .
ddoact h hnya mzieenh gooeekf tm heyt taoaenl edget ovpe rsticjhdarlelkenednek umndaea.n dDeen Anilefot.er rekent bij maanmaanden
Een paar bijzonderheden, welke met den oogst in verband staan, moeten wii nog
behandelen. Het opgeven van raadsels en het verteilen van fabelen is namelyk in de
maanden tussehen den oogst en het openen van den nieuwen tuin streng verboden.
Ihmouuddtt men elkaeaern lbgeeznig mm ebt eh* ett uoinphguevise nz ijvna nv erraeaednsieglds, eonm h eotp vbeertt egilee wn asv atne fpabasesleenn ,
vOoookr ahles t inbeenw eorpk eene nv aann ddeerne epilgaeantsli jkbeijne entu iins, ggeesbteeludr.t dit, maar nooit buiten dentiid’
Men. z.it bijeen en een uit het gezelschap geeft een raadsel op. Daarna zegt hij:
„vischt de oplossing uit! ’ en nu regent het van alle kanten antwoorden, en de opgever
van het raadsel heeft werk, op alle „banja, banja” (neen, neen!) te zeggen. Eindelijk
heeft een het gevonden, en dan roept het gansehe gezelschap: „doet onze rijst uitkomen,
adaonegt esupitrkookmene nw ovredttt,e isa reecnh,t erz-o onwieetl diuni dedliej k.langten als op de hoogten.” Wie hierbii
Eigenaardig is het nog, dat het gedurende den oogst verboden is, de dagelijksche
taal te gebruiken. Dit geldt echter alleen voor hen, die zieh in den tuin bevinden.
Men maakt dan alleen gebruik van een afzonderlijke taal, die met de dagelijksche
slechts hierin overeenkomt, dat enkele woorden omschreven worden met woorden
uit de dagelijksche spraak. Zoo bijv. „panaäpu”, de vuurvoortbrenger, voor „panaguntü”,
den dondervoortbrenger (d.i. geweer); „bedingga”, hinken, voor „melindja”, d. i. loopen.
Het verschijnsel van een geheime taal treft men onder vele volken van den Archipel
aan. Zeer duidelijk vindt men dit bij de Sangireezen, waar die geheime taal Snssahara
dgeenr ovemarde ndweonr datf etne alulliesetenr eonp ezne et ew overdrst tgaaebne. zigd, om de geesten te beletten, de plannen
De Alfoer zingt bij alles. Bij den oogst zingt hij een eentonig oogstlied, dat niet
onwelluidend klinkt, als hij des avonds van het veld huiswaarts keert, maar dat
tdeev egnesh eeimene mtaealla ndcohoorl iseclkha nkdaerra kgteebr rudirkata. gt. In den oogstzang worden de gewone en
De oogstzang komt tot zijn recht, wanneer men des avonds om het huis van een
of ander hoofd is verzameld. Jongelingen en jonge dochters scharen zieh dan in twee
ryen tegenover elkander, en zingen het oogstlied als beurtzang. Zij vereeren elkander
dan geschenken van garnbir, voorts suiker, sirih, pinang, stukken katoen enz. lederen
ayond wordt dit herhaald,.. totdat men op den laatsten avond van den oogst een
pinangstam opricht, waaraan dwarslatten zijn aangebracht. Aan die dwarslatten
worden de geschenken opgehangen en de verdeeling volgt daarna, wanneer men zieh
emeerts t onms eSt t. zNinicgoelna asvfoeledsot.ende heeft vermaakt. Dit feest is eenigszins te ver^elyken
geeHsetet nz odue ro nAs lftoee rveenr. vHouenre ng,e easltse nwgiejl owoifl dise nz esetril sotamavna nbgijr ijdke. vereering van zielen en
*
De Alfoersche dorpen zien er, op eenigen afstand gezien, niet onaardig uit. De
Alfoeren bouwen hun dorpen op hoogten, soms op ongenaakbare plaatsen, en water
}l•i*e ¡fühe bben”j ovvaenr vdl°ee (^v§u*i# leD aAalrfnoaearern .w oIrnd t heect htdeorr pz egldeekno mgeenzö, cvhet,r dwwainjnt t baald espno eisd igge edne
bekoimg, want de huizen hebben door verwaarloozing dikwijls een onoogelijk aan-
zien. De grond, waarop gij loopt, is of harde r.ots of modder, waarin de varkens
ldiegrg ehn uitzee nw, rowetaeanr,a azno eukwen doeo gn aoapr Jeaevnai,g einn adfev aMl, indaiehna szai j eknu nenldeenr sv egreswlinednedn .i s Dgee rearavketn
rmst men hier geheel. Schots en scheef staan de huizen door elkander, en het aan-
talD he uiAzelfno evrsacnh ee enw odnoirnpg wziiseste let r asft eveadns 2k—aa1l0 .e enl klee dwigo nuinitg gdeomori dhdeetl dw meient i2g0e bheuwisornaeards,.
dat m letterlijken zin door het gezin op den rüg kan gedragen worden. Van een
sliiapstede bemerkt men niets, aangezien de vloer van het geheele huis daarvoor
gebruikt wordt. Is de tijd van slapen aangebroken, dan trekt men van een rek een
opgerold matje, waarin een klein küssen is, en weldra is het bed gespreid.
In een groote mand, die aan onze sluitmanden herinnert, bewaart de Alfoer zijn
rykdom, bestaande in eenige stukken inferieur katoen, een nieuwe broek, een bordie
edna armee ne epna akry krjiejk sndeamaeldne. rs o. f andere m. untstukken. Zelden laat hij een vreemde
Een andei gedeelte va,n het huisraad bevindt zieh op het rek boven den vuui haard.
Men vindt hier 4 ä 5 potten van Inlandsch maaksel, bolvormig, met een kleinen
opstaanden rand om de opening. Uit een soort van pijpaarde, worden zij met de
hmagnedv ogeervdoer myzde reenn .draijasrtnpao ttgeenb. awkokredne;n ennokge len besmeren ze daarna met boomhars De w e i n i g .gebruikt.
Aan de stijlen van het huis hangt het drinkgereedschap, een dun geschraapte