182 WAPENS. LANDBOUW. LITTERATUUR.
L a n sen , k ö rte sab els, d ollsm essen e n v erg iftig d e p ijle n op d e b o g en zijn h u n w a p e n s ;
S ch ild en v a n lic h t h o u t d ien e n , om h e n te b e s c h ü tte n . Zij h e b b e n n o g g e e n v u u r-
w a p e n s e n le g g e n d a a rv o o r g ro o te v re e s a a n d en dag.
Hun vaartuigen maken zij uit een boomstam; zij zijn van 2 tot 1 7 meter lang.
De groote hebben masten en zeilen van palmbladeren; op de kleine plaatst men
enkel takken van kokosnoten als zeilen. De woningen zijn verschillend yan grootte;
sommige voor een gezin,. andere voor twintig ä veertig gezinnen:boven den grond. alle staan op palen
D e la n d b o u w b e p a a lt z ieh h o o fd za k elijk to t h e t a a n k w e e k e n v a n k o k o s-, d o e ria n -
e n S ag o p alm en e n e en ig e a n d e re , b en e v e n s a a r d v ru c h te n ; sago is h e t h oofdvoedsel.
i■ s on,b ne[kaennnde;n wheulw keann sdleec hmtsa ne edne vvrorouuww, dvieer kzoijo pkeono, pmena avra nd edzee owudoerrdst. dEacahrtdsochoer idniinegt
vnj. De dooden worden uit vrees voor de onderaardsche geesten niet begraven,
maar op een uitsluitend hiertoe bestemde plaats in het bosch wordt op de onderste
takken der boomen een stevige Stelling van latwerk vervaardigd, waar de lijken
onbedekt worden neergelegd. De dragers verwijderen zieh daarna spoedig uit vrees
vgoeloerg db oeonz em egte ebsltaedne. renO pb esdoemktm. ige eilanden worden de lijken in een ondiepen kuil
Het zou ons te ver voeren, als wij bij de bewoners van alle kleine eilanden stil
sbteopnedrekne.n , Ionm hoentz e brouviemntset aanniedte alh etbe bzeene r wtiej oovnesr scrhereidjdse nt.ot een minimum moeten
LITTERATUUR VAN SUMATRA.
A0.. L. v. H a s s e l t . Volksbeschrijving van Midden-Sumatra. Met atlas. Leiden, 1882. S n o uck H u r g r o n je . De Atjehers. Leiden, 1894.
J. J aco b s. Het familie- en kampongleven op Groot-Atjeh. Leiden, 189 4.
A . W . P . V e r k e r k P is t o r iu s . Palembangsche schetsen. (Gids, 1 87 0 ).
' sehe Bovenl1a!n den. Gids, 1871S. tudien over de Inlandsche huishouding in de Padang-
P. J. V e t h . Volksinstellingen der Padangsche Bovenlanden. Gids, 1 87 1 . J. lFa.n dAe.n .d e (IRnodo. ijG. idsD, e 1p87o0si)t.ie der volkshoofden in een deel der Padangsche BovenG.
J. H a r r e b o m e e . Een bijdrage tot den feitelijken toestand der bevolking in de
Lampongsche districten. (Bijdr. Inst. v. T. L. en V., reeks 4, X).
P. J. V e t h . De Gajoes, een volksstam in de binnenlanden van Atjeh. (T. A. Gen. II).
C. SuAm. atvr.a . O p(hTuijydssecnhr. . BMaet.d eGdeeenl.i nXgeXnI Xa).angaande taal en afkomst der Loeboes op
H. Sc h ö l t e n . De Batta’s op Sumatra (Macedonier IV, 1886).
J. dWoo. r I JSzuemrmatarna., HJ. aFar. levma,n BBaetamvmiae,l e1n8,9 5S. . H. K o o rd er s en L. H. B a k h u is . Dwars
A. R . W a l l a c e . Insulinde. Vert. door P. J. Veth. Amsterdam, 1870.
NeZdieer lavnedrdscehr -Idned iel.itteratuur in H a r tm a n s „Repertorium” en de Encyclopaedie van
H O O F D S T t J K XVI.
D E B E W O N E R S VAN BORNEO.
_ iJBL, eiiauu Borneo is net grootste der eilanden van den Nederlandschen Archipel.
Gezegend met een rijke natuur en een heerlijken tropischen plantengroei is Borneo
pipt minder rijk dan Java en Sumatra, maar veel minder dicht bevolkt dan deze
beide. Voor het geheele eiland wordt de bevolking op niet meer dan 2 millioen
ggeesdcehealtte, n ewene inciigjf eor,f ndieatts sbleeckhetnsd rias.ming is, daar omtrent de bevolking van groote
Slechts een gedeelte van Borneo behoort aan Nederland; het noordelijk gedeelte is
door Engeland in bezit genomen (zie pag. 79). Het Nederlandsch gedeelte wordt
admimstratief mgedeeld in de residenties: Wester-A fdeeling en Zuider- en Ooster-
Afdeelmg. De bevolking van die gedeelten wordt geschat voor 1897 als volgt:
W ester-Afdeeling
Zuider- en Ooster-
Afdeeling
Europeanen........................... ..... 302 Chineezen ................................ 37 735 Arabieren...................................... 1542 IAnnladnedree rvs re1e)m. de... ..O...o..s..t.e..r..l.i.n...g..e..n. 437 330 813
Europeanen . . . . ; . 898 Chineezen...................................... 4542 Arabieren. . . , . . 1534 Andere vreemde Oosterlingen 116 Inlanders 1). . . . . . 802 093
Uit dit overzicht, met slechts ruw benaderende cijfers, blijkt, dat na de Inlanders
de Ohmeezen het belangrijkste volkselement van Borneo uitmaken. Bij de inboor-
hngen zijn ook de Maleiers gerekend, welke zieh als echte cosmopolieten ook op
Borneo in grooten getale in de kustlanden en längs de rivieren gevestigd hebben.
bVieerredne,r Bwooengemne elzäenng se nd eJ akvuasnteenn. en de rivieren ook de weinige Europeanen, de Ara-
inbWooijr linvgaenng edne so lnazned sb, edscieh rmijveinn ga lsd eDr ajbaekvso lakainndgu ivdat.n Borneo aan met de eigenliike
I. D e D a ja k s .
Bij de beschrijving der bewoners van Borneo kunnen wij niet verder gaan dan
slechts een algemeen beeid geven van den ethnografischen toestand der inboorlingen
van dit groote eiland. De uitgebreide litteratuur over de ‘Dajaks vindt men in de
sElneccyhctsl oepnakedeilee vhaono fdNberdo.n-nInedni eo pegne vienn .Hartman’s Repertorium; wij zullen ook daarvoor
_ Met den naam Dajak als collectiefnaam worden de oorspronkelijke bewoners van
Borneo aangeduid, de Heidensche inboorlingenstammen, in tegenstelling met de Maleiers,
die de kuststreken bewonen en ook längs de hoofdstroomen verder in het land zijn’
1) Dajaks, Maleiers, Boegineözen, Javanen.