H O O F D S T U K XXIX.
DE TEGENWOORDIGE TOESTANDEN DER
AUSTRALISCHE BEVOLKING.
De toestanden der bevolking in Australie zijn in ongeveer een eeuw tijds geheel
veranderd. De zendingsarbeid heeft zieh gedurende ongeveer een eeuw aan de
beschaving der inboorlingen gewijd en de kolonisatie heeft een nieuwe bevolking
met planten en dieren uit de versehillende deelen der oude wereld hier aangebraeht,
welke de plaats der oorspronkelijke bewoners en der oorspronkelijke planten- en dieren-
vormen innamen. De bewoners van Australie waren niet tegen de immigranten
bestand, die onder andere omstandigheden gehard waren in den strijd om het bestaan.
Daardoor overtreffen de immigranten en hun nakomelingen thans de inboorlingen
niet alleen in beteekenis, maar ook in aantal, en hebben de Europeesche en landbouwplanten er de grootste beteekenis. huisdieren
Gaan wij in de eerste plaats den invloed der zending na, welke zieh direct met
ddee tiengbeonowrloinogrednig eb etzoiegshtiaenldd,e no.m daarna stil te staan bij de gelmmigreerde Blanken en
I . D e Ze n d in g .
Reeds aan het einde der 18e eeuw koesteriie de voor Australie’s ontwikkeling
verdienstelijke gouverneur Macquarie de gedachte, dat voor de beschaving der Australiers
bij Sydney iets moest verricht worden. Te dien einde wendde hij zieh tot den
geestelijke, Samuel Marsden, die zieh reeds vroeger zeer ijverig getoond had voor de
zending op Nieuw-Zeeland. Er werd een model-boerderij opgericht bij Paramatta,
waar de inboorlingen aan hun zwervend leven onttrokken werden en tot geregelden
arbeid zouden worden opgeleid. De onderneming evenwel mislukte; Marsden zelf
bericht, dat tal van kinderen der Australiers, die tijdens hun verblijf in school en
huis de beste verwachtingen hadden doen koesteren voor de toekomst, ten slotte toch
tleervuegnk iene rddee nn atotut urh egta vzewne rzvije ndde lveovoernk evuarn. hun volk. Aan het onafhankelijke, vrije
De regeering trok nu haar steun terug. Marsden wendde zieh echter tot het kerkelijk
Zendelinggenootschap in Londen om hulp en dit toonde zieh bereid, een geregelde
zzeienndliinjkge osnodme r bdees cihnibkoboaarlri nsgteelnd ea. an te vangen, voor welk doel het spoedig een aan-
Voor evenwel van dien kant pogingen gedaan werden, zonden de Methodisten vier
zweenrdde liinn g1e8n2 8n adaerz eA uzsetnradliineg. Dopagaerh eevcehnte. r geen van dezen iets van beteekenis verrichtte,
In opdracht van het Londensch Zendelinggenootschap waren in 1825 drie zendelingen
te Sydney aan land gestapt, waaronder Threlkeld, reeds beproefd op dit
gebied. De gouverneur steunde hun pogingen gaarne en aan den oever der Macquarie-
rivier, niet ver van de stad New-Castle, werden 40,000 H. A. lands aangewezen tot
nederzetting der inboorlingen. Doch na zes jaren vruchteloozen arbeid trok het
Genootschap zieh terug. Threlkeld, gesteund door vrienden, hield zijn arbeid nog vol
tot 1842, toen hij zijn vruchtelooze pogingen eveneens staakte. Het Station, dat in
1832 door Engelsche en Bazelsche kerkelijke zendelingen te Wellingtondale ten
noorden van Sydney was opgericht, werd ook in 1843 opgeheven, zonder resultaten
te hebben opgeleverd. Gelukkiger waren de Methodisten, die sedert 1838 zendings-
ZENDINGSARBEID. KOLONISATIE. 385
arbeid aan de oostkust, later ook aan de zuidkust en westkust aanvingen, waarbij
ihnubno otralainl goevne rhguenze ttgeond scdaitehnescthoiesfmenuisn.gen bijwoonden en gebruik maakten van den in
In 1838 traden ook Duitsche zendelingen op, van het Luthersche zendelinggenootschap
te Dresden (later Leipzig) uitgaande; zij richtten stations op aan de Encounterbaai
en Port Lincoln. Ook de pogingen van dezen, om de inboorlingen tot bewerking
nveanm idnegn wbeordde mg etseta abkret.ngen, mislukten, zoodat na een tienjarigen arbeid deze onderWij
zullen niet alle pogingen der zending in Australie schetsen, die veelal schip-
breuk leden. Wij wijzen echter nog op de pogingen der Hernhutters in 1861 aan
de Avon-rivier en in 1863 bij het Station Ramahynck, welke beter vruchten droegen
en waarbij de inboorlingen tot eenigen landbouw en cultures gebracht werden. Ook
Presbyteriaansche stations ten oosten van Melbourne aan de boven-Murray, aan de
Mitchell en Gippsland en aan de Portlandbaai, sedert het midden dezer eeuw opgericht,
hebben beter resultaten gehad, zoodat de inboorlingen door hun arbeid deze zendings-
stations grootendeels onderhielden. Evenzoo vatte de Anglicaansche kerk in Zuid-
Australie sedert 1850 den zendingsarbeid weder op en wel met beter gevolg. Dr. Haie
Archidiaconus van Adelaide, richtte te Poonindie nabij Port Lincoln een opvoedings-
gesticht op voor inboorlingen, waar in 1859 ongeveer 50 leerlingen werden gevonden.
Oino kz ijdni t bSehtaoteioftne nk avno otrez'gieenn.woordig door eigen inkomsten, uit den arbeid verkregen,
Een tweede groot zendingsstation stichtte in 1861 de Schot Taplin te Point Macleay
tvaaanl ehne t dAe lezxedanend ridnearm ienebro. orTlianpgleinn,, odivee rglereodo teh iVere ridni e1n8s7te9n. had door de Studie van de
Nog versehillende pogingen werden in het binnenland door de zending aangewend,
doch vele zonder gevolg. Wij gaan dien verderen arbeid met stilzwijgen voorbij;
alles overziende, komen wij tot het resultaat, dat er werkelijk ijverig gearbeid werd
door de zending in Australie, maar dat de resultaten niet daaraan evenredig waren.
De oorzaken hiervan zijn niet altijd na te gaan. Doch dit is zeker, dat ook de
zendingsarbeid medegewerkt heeft tot de veranderingen, welke hier in deze eeuw bij
dooe k bgeeveonlkszinings kmüenenre nd ieg evcaonn svtoaoterehrede nw. orden. De Australiers van tegenwoordig zijn
II. D e KOLONISATIE IN AUSTRALIE.
Toen Engeland de zelfstandigheid van zijn Noord-Amerikaansche kolonien erkennen
moest, en de mogelijkheid, om de Britsche gevangenissen in dat land te ontlasten, had
opgehouden, werd de aandacht op Australie gevestigd. De berichten van Cook over
zijn eerste reis in 1771, waarbij hij over Nieuw-Holland’s kusten nadere kennis
verspreidde, een land, waar hij zelfs de Britsche vlag had geplant, wezen dit land
aan als geschikt voor kolonisatie met lieden, die het moederland gaarne wilde
verwijderen. Men dacht niet alleen aan het stichten van een tuchthuis voor misda-
digers, maar Engelsche staatsmannen als Canning e. a. stelden zieh voor hier een
nieuwe wereld te scheppen, om in de oude het evenwicht te hersteilen.
De eerste pogingen der kolonisatie waren echter niet van dien aard, dat men
groote verwachting van het nieuw te stichten volk kon koesteren. Zonder keuze,
zonder het oog te houden op de eigenschappen, die men noodzakelijk moet achten
vvoeroor orkdoeleolmdesnte nin genes cvhoeoerp td, e ovme shtiegnin gin vAanu setreanl ien ieaaunw lvaonldk , tew ezredtteenn .rijp en groen der
Den 26s>ten Januari 1788 kwam, na een vaart van 8 maanden, het eerste transport
aan te Port Jackson, de baai waaraan Sydney thans ligt, in ’t geheel met de Soldaten
bestaande uit ruim 1000 zielen, ’t Was een treurig samenraapsel, dat naar het vijfde
werelddeel gevoerd w erd; van de mannen waren er slechts eenigen timmerlieden
setne demne tssaemlaeanrsg elveazne n,b evreoleenp oeund odfe zw19a2k , vzroonudweer nk awraakrteenr . van de straten der groote
Geruimen tijd bleef de nederzetting aan de Port Jackson een kolonie van
misdadigers. Reeds in 1790 kwamen er vier sehepen aan, die een nieuw transport
ovcrbrachten, bestaandß uit 1000 ma,nnelijk.6 en 250 vrouwelijke gGdeporteerderi.